De meeste dromen zijn bedrog, behalve die waar je werk van maakt.


Wereldreis 2010 - 2014

Wereldreis Henk en Miranda Wallet, 16 juni 2010 – 19 juli 2014

Hieronder onze verslagen tijdens onze 4 jaren aan boord van Mirus

Onze vlag wappert op ........

Maandag, 15 maart 2010

Nog in Nijkerk want we vertrekken pas na 12 juni 2010. Daarna zullen we proberen hier onze belevenissen te plaatsen.

Maandag, 29 maart 2010

Marcom A

Henk heeft deze winter de cursus Marcom A gevolgd bij de Enkhuizer Zeevaart School. Hij heeft het diploma Marcom A inmiddels behaald en mag nu zowel ontvangen als zenden met de SSB-zender.

Donderdag, 6 mei 2010

Op de boot

Vanaf zaterdag, 1 mei verblijven wij op de boot. Na een hectische week
is het huis leeg en de boot vol. De eerste twee dagen was het weer
vreselijk slecht. Veel regen en erg koud en het kan nu alleen nog maar
beter worden.

Het is wel even wennen. We moeten nog een paar weken werken (tot 11
juni) en de ruimte op de boot is toch iets minder dan in ons oude huis.
's Morgens lopen we elkaar een beetje in de weg. Het is anders als je een
vrij weekend hebt of op vakantie bent. Dan heb je de tijd maar dat
ontbreekt ons nu nog even. Gelukkig zijn het allemaal korte weekjes en
we hebben tussen de Hemelvaart en de Pinksteren nog een hele week
vrij. De SSB-zender moet dan geïnstalleerd worden in Enkhuizen en we
maken er maar een hele week van om even bij te komen.

Ons vertrek begint er in ieder geval aan te komen. Het begint spannend
te worden.

Woensdag, 9 juni 2010

Nog een paar dagen in Nijkerk

Even een klein berichtje, tevens nog een test hoe de website nu precies werkt. Daar zijn we nog niet helemaal uit. 

Zaterdag geven we een afscheidsborrel en in de loop van volgende week vertrekken we. We weten nog niet welke dag en hoe laat. Dat zien we nog wel. We zijn druk met afscheid nemen. Verder moeten we nog allerlei dingetjes regelen en doen waar we niet aan toe zijn gekomen. Maar het schiet op en we hebben er zin in.

Het afscheid

Donderdag, 10 juni 2010 heb ik (Miranda) afscheid genomen op mijn werk in Bilthoven. We hebben hele leuke reacties gekregen op onze website van de RIVM-ers. De club in Den Haag heeft helemaal niets van zich laten horen. Die zijn met hele andere "belangrijke" dingen bezig. Ook Henk heeft vrijdag, 11 juni zijn afscheid gehad bij Bronswerk Heattranfer. Daar hadden ze een hele gezellige afscheidsreceptie. Erg leuk.

Zaterdagavond, 12 juni 2010 hebben we onze afscheidsborrel gehad bij de zeil- en moterbotenvereninging De Zuidwal. Het was een hartstikke fijn feest, bijna iedereen was er. Broer Peel had salades gemaakt, vriendin Marjan had muziek geregeld en vriend Wijnand met dochter Elles zorgde ervoor dat iedereen zijn of haar drankje kregen. De tent van de kornuiten van het Pierland heeft goed dienst gedaan. De wind was koud en we konden binnen staan toen het koud werd. De muziek was geweldig, de salades lekker (alles was op) en om 01.00 de volgende dag was het bier op, moest de muziek uit en het was goed. We hebben een leuk feest gehad.

Daarna was het nog even hard werken. De accu's moesten nog vervangen worden. De oude accu's hadden de geest geven. Daar kwam niets meer uit. Maandag de nieuwe accu's aangesloten. Ook de bimimi was nog niet af. Nadat de accu's waren aangesloten daaraan weer gewerkt. Om 17.00 naar Nijkerk station. Onze auto ingeleverd, daarover hadden we al zo´n 3 maanden een afspraak met een collega. Die was dus verkocht. Ook dinsdag zijn we nog druk geweest, weer de bimimi, rommel ruimen en van alles en nog wat. Zelfs woensdag, de dag dat we echt zijn vertrokken hebben we nog aan de bimimi gewerkt. Om 16.00 was dat ding gelukkig klaar. Het werd tijd, we hadden gezegd rond 18.30 te vertrekken en we hadden nog even tijd om rommel te ruimen en het laatste patatje bij Susan te eten.

Het vertrek op 16 juni 2010

Op de een of andere manier wist radio Gelderland dat we vertrokken. Zij kwamen kijken en een interview afnemen. Toen ik dat wist was mijn stress over. Daarvoor had ik het heel moeilijk maar met de wetenschap dat de radio en tv er waren was dat over. Waarom? Dat weet ik niet. Toen we na het interview vertrokken werden we door familie en vrienden uitgetoeterd, het was een oorverdovend lawaai maar leuk. Bij de Nijkerkersluis kwam vriend Wijnand en vriendin Nel met kids en heel veel vriendjes de sluis uit. In een koor riepen ze "MIRUS, MIRUS, MIRUS", het was een geweldig gehoor. Toen hield ik het even niet droog.  Binnen in de sluis hoorden we dat nog roepen. Het was ontroerend en lief en dit vergeten we nooit meer.
Ik wist al lang dat afscheid nemen pijn deed maar dat het zo´n pijn deed dat wist ik niet. Het lijkt alsof je hart uit je lijf wordt getrokken. Dat wist ik niet maar zo voelt het wel. En nu nogmaals waarom? We gaan toch leuke dingen doen en we komen terug. Maar ja, is iedereen er nog wel als we terugkomen? Dat zullen we moeten afwachten. We hopen er het beste van.
We zijn naar Harderwijk gevaren en de volgende dag daar gebleven. Eerst uitgeslapen maar we waren nog steeds druk. Nu weer met proviand binnenhalen en dat kon daar heel gemakkelijk. We hebben er een rustige dag van gemaakt.

Maandag, 21 juni 2010

In Medemblik

We liggen nu in Medenblik. We hebben rustig aan gedaan.

Het weer begint nu, 21 juni op te knappen. Dat mag ook wel. De zomer is begonnen maar Henk stond vanmiddag nog met zijn muts op een hoofd en met handschoenen aan te sturen. Het zomertje wilde maar niet komen maar men zegt dat het beter wordt. We zijn in Medenblik. De stuurautomaat doet het niet en Geert Hiemstra (broer van Marjan) gaat er morgen naar kijken. Hopelijk verhelpt hij het probleem want zonder stuurautomaat kunnen we eigenlijk niet vertrekken. We wachten dus af wat morgen de uitslag zal zijn.

Woensdag, 30 juni 2010

In Oostende (België)

Inmiddels, 1 juli 2010 zijn we in Oostende. We zijn via Volendam, IJmuiden, Schevingen en de Roompot marina naar Oostende gevaren. We hebben steeds prachtig weer maar de wind laat te wensen over. Geert heeft ons vorige week geholpen met de stuurautomaat maar helaas heeft dat ding nog steeds nukken. We vertrouwen hem niet en moeten proberen een andere te krijgen. Maar dat lukt niet. Die schijnen er voorlopig (de eerste drie weken) niet te zijn.

We zijn inmiddels in het buitenland en gaan vandaag hier eens op zoek. Geert zal best gelijk hebben maar misschien is het hier beter. We zullen wel zien.

Woensdag, 7 juli 2010

Op zee, richting Brighton (Engeland)

Vanaf Oostende, waar we 2 dagen zijn gebleven om te proberen een nieuwe stuurautomaat te krijgen (wat overigens niet is gelukt) door gevaren naar Duinkerken (Frankrijk) en vervolgens naar Dover (Engeland).

In Oostende was het niet druk, dit in tegenstelling met eerdere reizen die we deze richting op hebben gemaakt. Er was voldoende plaats. Het was prachtig weer en heerlijk te toeven. Een pintje op een terrasje, lekker eten bij de Royal Harbour Yacht Club. De havenmeester, deze loopt er al zo lang als wij daar komen, nog steeds schreeuwend op de steiger. Zonder "Robért" , de schreeuwende havenmeester (in Engeland kunnen ze hem horen zonder marifoon) zal Oostende anders zijn. Dat is net als "de Zuidwal" zonder Teus en Susan. Het was er weer gezellig. Na 2 dagen moesten we toch weer verder ondanks het feit dat de wind uit de verkeerde hoek kwam. Meteen bij vertrek een flinke slag de zee in gemaakt. Toen we dachten dat de wind op was de neus van Mirus naar Duinkeren (Frankrijk) gedraaid. Gelukkig bleef er wel wind en we zijn heerlijk doorgezeild naar Frankrijk. 


Duinkerken is niet echt mijn plek en de volgende dag meteen doorgevaren. In eerste instantie dachten wij Boulogne sur Mer (Frankrijk) aan te doen. Helaas waren we weer eens te laat opgestaan en zouden we bij Cap Griz Nes de stroom tegen krijgen. Bij Calais daarom maar besloten over te steken naar Dover. Dat is een heel klein stukje, zo'n 20 mijl, en stelt niet veel voor. Zeker als er geen wind is. De shippinglane was trouwens ook niet druk. Zaterdag, weekend, of valt het altijd wel mee?


Dover is mooi. We keken tegen het kasteel aan op een witte krijtrots. Het is prachtig weer en morgen schijnt er veel wind te komen. Weer uit het SW. We blijven vermoedelijk nog een dagje liggen. We moeten naar het SW en met een windje van SW 6-7 is dat niet leuk. We zullen wel weer zien.   
                                               
Zondag, 4 juli hebben we een heerlijke wandeltocht gemaakt over de cliff van Dover. Mijn mobiel wist niet waar ik was. We kregen steeds smsjes over de tarieven van KPN, soms uit Frankrijk, soms uit Engeland. Hij was helemaal overstuur. We konden, net als gisteren, de overkant zien liggen. En ja, bij KPN weten ze ook niet dat ik op een hele hoge cliff sta in Engeland en in de buurt van Frankrijk. Eenmaal terug aan boord hield het SMS over de tarieven gelukkig weer op. Vanmiddag onze eerste fish en chips genomen.

Vandaag, 7 juli zijn we op weg naar Brighton. We zijn net de nulmeridiaan gepasseerd. In Eastbourne hebben ze ons verwezen naar Brighton voor de stuurautomaat. Daar moet iemand zijn die er verstand van heeft en dat hopen we ook. Dat ding doet het iedere dag een uurtje of 2 en dan houdt hij op. Vindt vermoedelijk dat hij genoeg gewerkt heeft voor de rest van de dag. De volgende start het ding weer gewoon op en begint het zelfde liedje.

Gisteren het Nederlands elftal zien voetballen in een havencafé. Ze wonnen en het was gezellig. Beetje laat geworden. We gaan in ieder geval zondag weer kijken en hopen op een goede afloop.

In Brighton stonden de Raymarine mensen al op ons te wachten. Onderweg werden we al gebeld waar we zaten. Wat een service. Maar net deze ene keer was de automaat natuurlijk niet op storing gevallen hetgeen alle overige dagen wel gebeurde. Ze konden dus niets nameten. Afgesproken met die mensen het apparaat aan te laten staan en nu hopen dat hij wel in storing zou vallen. En dat gebeurde dan ook, ´s avonds rond een uur of 8. Weer opgebeld, we konden ze altijd bellen, ook ´s avonds en de volgende morgen hebben ze ons geholpen. De oude computer functioneerde niet zoals het moest en het display communiceerde niet meer met de nieuwe. We hebben nu een nieuwe computer voor de stuurautomaat en een nieuw display. We zijn er blij mee, hij doet het en nu kunnen we met een gerust gevoel verder. Zonder stuurautomaat zijn grote afstanden lastig af te leggen, zeker als er geen wind is. De stuurautomaat stuurt veel beter dan wij zelf kunnen. Wij slingeren maar de stuurauto weet dank zij alle aangesloten apparatuur precies waar wij naar toe willen. Het is een geweldig apparaat en eigenlijk onmisbaar bij grote reizen. Na veel oponthoud kunnen we nu weer verder.



Ankergebied bij Chichester

Woensdag, 14 juli 2010

In Dartmouth (Engeland), N 50°.19.53, W 03°.32.83

Via Chichester, Lymington en Weymouth aangekomen in Dartmouth. De laatste paar dagen hebben we heerlijk kunnen zeilen. Wel kruisen of aan de wind maar het waren eindelijk prettige zeiltochten. Onderweg ben ik nog jarig geweest. We kunnen niet op internet en ik weet niet of er mensen waren die aan me gedacht hebben. Gelukkig wel enkele smsjes gehad, ik ben in ieder geval nog niet vergeten. Onderweg naar Dartmouth ook tante Bertha (onze windvaanstuurinrichting) ingesteld. Voor de niet zeilers onder ons: dit is ook zoiets als een automatische stuurautomaat maar deze gebruikt in tegenstelling dat de automatische stuurautomaat, geen stroom. En zeilschepen komen eigenlijk altijd stroom tekort en dit is daarom ook een heel fijn apparaat.


Nu liggen we in Dartmouth. Het is 15 juli en we zijn nu precies een maand onderweg. De verf waait van de boot af. We zijn blijven liggen, midden op de rivier aan een pontoon. Met de bijboot naar de kant. De pastelkleurige huisjes lijken tegen de heuvels aangeplakt. Het stadje heeft hele smalle straatjes, overal staan kleurige bloemen en palmbomen of iets wat daar op lijkt. Aan het begin van de rivier weer een prachtig kasteel met een kerkje en overal staan leuke oude torentjes op de prachtig begroeide hellingen.

We zijn nu van onze zorgen af en genieten van het vrije leven. We hebben de tijd en blijven morgen ook hier liggen. De weerberichten, de weerkaartjes en de gribfiles geven allemaal veel wind. Wij geloven dat en blijven maar weer liggen. Lekker uitslapen, daar houden we van.

Beroofd

Onze lunch, in het stadje, bestond uit fish en chips. Het zal jullie duidelijk zijn dat we hier van houden. Dit is al de 2e keer dat we dit eten. Hiervan rustig genietend op een bankje werden we gestoord door heel veel gefladder. Verschrikt keken we om ons heen, en jammer, net zoals bij ons in Nederland werden we hierdoor afgeleid door de rovers en voordat ik het wist was de fish van mijn bordje verdwenen. Beroofd door een vraatzuchtige meeuw! Wie had dit nou kunnen bedenken? Zo zie je maar weer, overal kan het gebeuren.

Het internet op de kant valt een beetje tegen. Af en toe kunnen we erbij maar dan kost dat een vermogen. GBP 1,00 voor 10 minuten vind ik veel te veel. Daarom zenden we nu via de SSB (radiozender). Geweldig dat we wel kunnen laten weten hoe het met ons gaat zonder verbonden te zijn met internet.

We zijn een paar dagen in Dartmouth gebleven. Het was 's avonds en 's nachts beestenweer. De wind loeide, de boot schudde alle kanten op ondanks het feit dat we vast lagen aan een pontoon. Of we dit eerder zo erg hebben meegemaakt weten we niet. Misschien in 2004 in Schotland. Toen hadden we ook keiharde wind en lagen we achter ons anker te schudden en te zwaaien. Misschien is dat nog wel beter. Het fruitnet dat ik vorig jaar van vriendin Marjon heb gekregen doet in ieder geval goed dienst. Het fruit blijft er keurig in liggen ondanks de vele bewegingen van het schip.

Na een paar dagen weer verder maar steeds tegenwind, óf west óf zuidwest. Daarom hebben we niet al te grote afstanden afgelegd en zo zijn we via Plymouth en Fowey naar Falmouth gevaren. Plymouth vonden we helemaal niets. Een grote stad maar verwaarloosd. Misschien hadden wij de verkeerde haven uitgekozen. Dat weten we niet. We hebben wasdag gehouden, dat kon er wel goed en daarna zijn we doorgegaan naar Fowey.

Fowey is een leuk stadje en eindelijk konden we hier aan een mooring liggen. Ook daar weer een dag gebleven. Het was weer pestweer. Mist en de hele dag regen.

Vanuit Falmouth is het een goede plek om over te steken naar Spanje. Daar zouden we wachten op goede weerberichten. Eenmaal aangekomen maar meteen gribfiles (voor de niet zeilers onder ons: dit zijn tekens waaruit wij kunnen zien waar de wind vandaan komt en hoeveel wind er vermoedelijk zal zijn) opgevraagd en de 5 daagse weersvoorspellingen. Het zag er naar uit dat we meteen de volgende dag konden vertrekken en dat hebben we gedaan. Van Falmouth hebben we behalve de supermarkt niet veel gezien.

Donderdag, 22 juli 2010

De oversteek naar Spanje, 425 mijl.

Bij Engeland stond weinig wind maar we konden zeilen. Toen Engeland uit het zicht was verdwenen kwam de wind en stevig. Kluiver weggerold en grootzeil 1x gereefd. De eerste 130 mijlen waren heftig. Grote golven rolden onder de boot door of spatten er over heen. De boot zwabberde alle kanten op maar we liepen hard. Tante Bertha (onze windvaan) deed het werk en die stuurde ons er doorheen. De hele nacht en volgende ochtend bleef dat zo maar voorbij Brest nam de wind langzaam maar zeker af en 's avonds moest de motor bij. Er was geen wind meer. Gelukkig kwam in de volgende ochtend weer een zacht windje en konden we weer zeilen tot de avond. Weer wind weg. Dat ging door tot zo'n 30 mijl voor La Coruña. Langzaam maar zeker liep de wind weer op en uiteindelijk liepen we met 28 knopen voor de wind La Coruña binnen. De Golf van Biskaye, waar ik zo tegen op zag, zijn we zonder brokken overgekomen. Onderweg diverse malen scholen dolfijnen rond de boot gehad. Binnen op bed tijdens de wacht van Henk kon ik de sonargeluiden van de dolfijnen door de wand van de boot horen. Heel bijzonder te weten dat deze vissen vlak naast je zwemmen. Ook lieten,  gelukkig niet al te dichtbij, nog 2 walvissen zich zien. Ze gooiden hun logge lichaam geheel uit het water. De staarten van de walvissen zagen wij diverse malen. Het was een prachtig schouwspel.

Dinsdag, 27 juli 2010

In de Ría de Camariñas (Spanje), N 43°06.36, W 09°12.28

Op 25 juli aangekomen in La Coruña, onze eerste haven in Spanje. La Coruña  heeft een nieuwe jachthaven. Wij dachten hier te kunnen ankeren. Maar waar eerder een ankergebied was ligt nu een jachthaven. Deze haven is nog ongezelliger dan de haven van IJmuiden en de volgende dag zijn we dan ook weer meteen doorgegaan naar de Ría de Camarinas, 45 mijl verder. (Ría betekent riviermond). Met een fijne wind uit het noordoosten vertrokken maar deze trok steeds meer aan. Bij Cabo Villano hadden we constant 32 knopen op de meter met uitschieters naar 40 knopen. Gelukkig waren we er toen ook bijna en we stoven de Ría binnen met een snelheid van 9 knopen op de snelheidsmeter. Nu liggen we op ons anker vlak bij een goudgeel strand, in de zon met het stadje Camariños aan de ene kant van de rivier en aan de ander zijde prachtige heuvels met bossen en hier en daar een grasveldje. Hier blijven we zeker een paar dagen liggen, lekker niets doen.
Na Cabo Finisterre is de wind afgenomen. We hebben nog steeds wind uit het noorden. Deze wind zal de bekende "Portugese Noord" wel zijn a hoewel ik het niet zeker weet. Op onze cursus weerkunde hebben we het daar nooit over gehad maar ik heb er wel over gelezen.
Na een paar dagen luieren weer doorgegaan naar de Ria de Muros met het dorpje Muros. Een klein vissersdorpje met een markt, smalle straatjes en in onze ogen heel spaans. We kopen nu groente en fruit op de markt. Er is geen grote supermarkt maar allemaal hele kleine winkeltjes. Brood bij de bakker, groente bij groentewinkel, etc.                                         
Soms doen we een dag niets en soms gaan we weer een ria of dorpje verder. De ria's zijn prachtig maar het water is steenkoud. De mensen staan hier tot hun enkels in het water maar zwemmen doen ze niet. Wij ook niet, het water is slechts 17 graden. Het zijn grote brede riviermondingen. Ze zijn veel en veel breder dan ons Randmeer maar smaller dan het IJsselmeer. Je kunt hier heerlijk zeilen en de natuur is prachtig. Wel zijn op vrijwel alle leuke ankerplekken (volgens onze pilot) nu grote marina's gebouwd. Meestal lukt het toch nog in de buurt ergens te ankeren. We liggen nu zoveel mogelijk op ons eigen anker. Dat scheelt heel veel havengeld.

Dinsdag, 3 augustus 2010

3  Augustus waren we in het plaatsje Combarro. Ook weer een prachtig, oud dorpje. De straatjes waren nog smaller dan in Muros. Bij de huisjes staan schuurtjes op stenen palen. Daarop een platte kei en dan het schuurtje. Op de schuurtjes weer een kruis. Heel bijzonder. Deze schuurtjes zijn om levensmiddelen in te bewaren. Zo kan het ongedierte er niet bij komen.


In de middag is er een bosbrand ontstaan. Dat was heel spectaculair om te zien met allemaal vliegtuigen en helicopters erom heen maar niet leuk voor de mensen in de omgeving. Gelukkig was de brand, ondanks de harde wind, toch na anderhalve dag geblust.
Enkele dagen later liggen we in Baiona. We hebben een scheur in het grootzeil en dat moet gemaakt worden. We kwamen hier op vrijdagmiddag aan. Dan wordt er niet meer gewerkt. Wachten tot maandag. Uiteindelijk was het zeil donderdag erop weer gerepareerd. Maar we hebben ons vermaakt. We vervelen ons niet. Zaterdagnacht werden we hier om 0.00 uur verrast door een enorm spektakel. Wij het bed uit en we kregen een prachtig schouwspel te zien van vuurwerk. Dat vuurwerk werd op het strand afgestoken en wij lagen precies voor dat strand op ons eigen anker. We hadden dus de allerbeste plaats om het te bekijken. De rest van de week de voorraden weer aangevuld. Met de bijboot naar de kant kost een hoop tijd. Ook de stad en het bijbehorende kasteel bekeken.

Vrijdag, 13 augustus 2010

Na een week konden we weer verder. Ondanks vrijdag de dertiende toch doorgegaan naar Viano do Castelo in Portugal. Toen we vertrokken liep de Portugese noord al aardig door. Deze wind is overigens wel koud. We zitten met dikke trui en lange broek aan boord. Bij het inlopen van de haven weer harde wind. De wind valt over de bergen heen en dat heeft een versterkend effect.


In Viano do Castelo even cultuur gesnoven. Daar zijn we niet echt gek op maar de Baselica Senhora da Agonia, die boven op de berg over de stad waakt, intrigeerde ons. We hebben hem bekeken en hij was mooi. Ook de stad was prachtig opgesierd met poppen en sierverlichting. Dit zal een heel feest worden maar daar hebben we niets van gezien. Toen wij de volgende dag  weer op zee zeilden brak er op de kant een hels spektakel uit. We vermoedden dat toen het feest is begonnen. Als toegift overal kanonschoten. Daar kunnen ze hier geen genoeg van krijgen.





Maandag, 16 augustus 2010

In Leixoes (Portugal), N 41°08.13, W 08°40.34

Sinds Portugal moeten we iedere keer inklaren. Het is een heel gedoe maar het houdt de mensen aan het werk. Dat bureaucratische gedoe is voor ons toch nog wel wennen.  Het havenkantoor heeft internet. We zijn hartstikke druk geweest met mail bekijken en zover nodig te beantwoorden. Ook hebben we eindelijk foto's naar de website kunnen zetten. Degene die het leuk vinden kunnen onze foto's bekijken.
We hebben via internet een uitnodiging gekregen van Han en Yvonne, oude kennissen uit Nijkerk die nu op de grens van Portugal en Spanje wonen aan de Rio de Guadiana, om langs te komen. Het lijkt ons leuk hen weer te zien en die rivier moet ook heel aantrekkelijk zijn. Wij gaan proberen of we er kunnen komen maar dat zal nog wel zo'n week of twee duren.
Tijdens de internetsessie ook voor het eerst geskypt met Niek en Marjon. Jammer, de verbinding was slecht en hoe het eigenlijk werkt is me nog niet helemaal duidelijk maar we hebben even gebabbeld. Heel leuk, zo tijdens het internetten even een gesprekje met vrienden.


Vanaf Leixoes een nachtje doorgegaan, naar Peniche. Dat was niet de bedoeling, we wilden verder maar het miezerde nogal en er kwam dikke mist. Deze haven is helemaal niets. Geen plek in de jachthaven, oud en verrot. Er was wel plek op een oude visserskaai met heel veel meeuwenpoep. We zijn maar op ons eigen anker gaan liggen en meteen de volgende dag weer door gegaan naar Cascais.

En Cascais was leuk, heel leuk. Een schitterend dorpje en een hele grote, dure jachthaven. Hier kwamen we de eerste bekenden tegen van de vertrekkersdag, Willem en Martine van de Flying Swan. We komen nu regenmatig Hollanders en andere boten tegen die we al kennen vanuit andere havens en ankerplaatsen. Het is leuk "bekenden" tegen te komen. Bij de haven van Cascais is ook een goed ankergebied maar de grote haven is lang niet vol. Gevolg hiervan is vermoedelijk dat iedere avond de politie de ankeraars langs gaat om te zeggen dat ze niet mogen ankeren omdat er óf vuurwerk of wat anders aan de hand is. Het is dan vertrekken of de jachthaven in. De eerste avond is dat gelukt, we gingen de jachthaven in maar de tweede avond, we lagen weer op de ankerplaats, hebben we ons anker opgehaald en samen met nog een paar boten 500 meter verderop weer neergelegd. Het was ook een mooie plek en dit bespaarde ons toch maar weer zo'n 40 euro voor een nachtje slapen.

Dinsdag, 24 augustus 2010

Op zee bij de Algarve in Portugal


Inmiddels varen we aan de Algarve. De dolfijnen springen rond de boot en tot zonet konden we lekker zeilen maar de wind valt weg. Jammer. We gaan naar Alvor, een ankerplaats zo'n 15 mijl verderop. De moter zal wel weer bij moeten om er te komen. Gelukkig is het niet zo ver.

Een paar dagen later zijn we de Algarve alweer voorbij. Daar was het heerlijk toeven op de ankerplekken. In Alvor hebben we een paar dagen heerlijk gelegen. Alvor ligt in een kleine lagune die wij met hoog water binnen voeren in verband met onze diepgang. We leggen Mirus op een diepte van 5,7 meter zodat we met laag water nog wat water onder de kiel hebben. Leuk stadje met heel veel restaurantjes. Een blik op de menukaart zei ons genoeg. We zouden wel gek zijn als we zelf gingen koken voor dat geld.
De dag voor we vertrekken de boot verlegd naar de ingang van de lagune. Hierdoor konden we de volgende dag met daglicht vertrekken en hoefde we niet in het donker (met hoogwater)  door dit waddengebied heen te varen.

Maandag, 30 augustus 2010

Tussen Sanlucar (Spanje) en Alcoutim (Portugal) op de Rio Guadiana, N 37°28. 47, W 07°28.15


Inmiddels zijn we de Rio Guadiana opgevaren, de rivier waar Han en Yvonne aan wonen. Deze rivier ligt op de grens van Spanje en Portugal. Zo’n 20 mijl de rivier op wonen Han en Yvonne in het plaatsje Sanlucar. Aan de rivieroever staan heel veel ooievaars. Verder landinwaarts komt er veel bamboe en dorre heuvels met hier en daar een paar vijgen- en sinasappelbomen. Dorpjes zijn hier nauwelijks. Soms een oud vervallen huisje en dat is dan ook alles tot Sanlucar. Daar zijn twee dorpjes, tegenover elkaar. Sanlucar in Spanje en Alcoutim in Portugal. En wij liggen daar precies tussen, midden op de rivier. De kerkklok in Spanje geeft ieder keer een slag meer dan de kerkklok in Portugal en als we wat afspreken moeten we goed erbij zeggen welke tijd het is, óf Spaanse tijd óf Portugese tijd.

We hebben het huis van Han en Yvonne gevonden en hebben even met Han bijgekletst. Yvonne was nog in Nederland. Inmiddels is ze weer terug. Ook hier kun je heel goed zijn. We begrijpen dat hier heel veel mensen (buitenlanders) blijven hangen. Het leven is hier spotgoedkoop. Geen havengeld want we liggen op ons eigen anker en als er plaats is aan een pontoon dan betaal je daar slechts 7,50 euro voor. Een biertje op een terras aan de rand van de rivier kost 1 euro. Dat is in onze ogen een schijntje. Zelfs de gewone boodschappen zijn hier goedkoper. Er is toevallig een zeilregatta een dag was het druk. De volgende dag vertrok de vloot weer en is de rust weer terug gekeerd.

Morgen gaan we proberen de bibliotheek te vinden. Door ons bezoek aan deze rivier weten we nog niet wat we verder gaan doen. Óf via Marokko naar Madeira en/of de Canarische eilanden of in een keer daar naar toe. We gaan proberen wat informatie te verzamelen.
We zijn een week op de Rio Guadiana gebleven. Ook lekker bijgekletst met Yvonne en het buitenhuisje (vida) van hen gezien. Han en Yvonne wonen daar in het paradijs. Het enige verschil is dat de appelbomen daar sinasappelbomen zijn. Het is een geweldig plek. Ook onze ankerplek op de rivier was mooi maar we zijn toch verder getrokken. Eerst de rivier weer af en een dagje in Ayamonte gebleven. Leuk stadje met veel pleintjes. De pleintjes zijn heel kleurrijk met allerlei bankjes van mozaïektegels. 's Middags tijdens de siësta is het daar heel rustig maar in de avond rond 20.00 uur wordt het daar levendig. Alle mensen zijn op straat en genieten van de avondkoelte. Wij ook.

Zaterdag,  4 september 2010

Naar Marrokko

Na Ayamonte overgestoken naar Marokko. Het eerste stuk zonder wind maar in de nacht trok de wind aan en konden we weer zeilen. Er stond een rommelige zee en een stevige wind. Mirus trok een lichtgevend spoor door de golven en boven ons stond een prachtige sterrenhemel met daarin de Melkweg als een witte streep. De Poolster en de Grote Beer achter ons. De duizenden sterren leken zo dichtbij dat ik dacht dat ik ze zou kunnen plukken. Het was een mooie nacht.

Mohammedia, Marokko

Na 2 dagen en 2 nachten bereikten we het plaatsje Mohammedia waar we door de politie verwelkomd werden. De beste man bekeek de boot van binnen, wilde weten of we geweren hadden en neusde in vrijwel alle kasten. Daarna moesten we het paspoort afgeven en onze bootpapieren. Het paspoort konden we na een uur weer ophalen maar de bootpapieren kregen we pas terug als we weer vertrokken. Aangezien ik al zoiets vermoed had heb ik ze van de bootpapieren een kopie gegeven. Ze hebben het niet in de gaten gehad.

Bij de haven zou ook een zwembad zijn volgens de pilot. Helaas geen zwembad op het haventerrein gevonden en we voelden ons enigszins bedonderd. 

Het bleek  in Marokko Ramadan (vastentijd) te zijn. Alle terrassen en eetgelegenheden waren dicht tot na zonsopgang. Op de pier hadden en paar Marokaanse mannen ruzie. Ze sloegen er lekker op los en het kwam ons bekend voor. Ook in Nederland maken die gasten vaak ruzie. Er viel weinig te beleven en de volgende dag zijn we dan ook maar weer vertrokken. Op naar Casablanca. Volgens de pilot zou daar ook een jachthaven zijn en aangezien Casablanca een grote stad is dachten we daar maar eens te gaan kijken. Daar aangekomen mochten we de haven niet in. Het zou een commerciële haven zijn en gesloten voor jachten. Heel vreemd want op de website van een paar andere vertrekkers stond dat zij wel in die haven waren geweest. Dat mocht echter niet baten, wij mochten er niet in. We konden doorvaren naar El Jabida maar daar zouden we middennacht aankomen. En in het donker een vreemde haven invaren doen we liever niet. We hadden de pest erin en zijn doorgegaan naar de Canarische eilanden. Marokka heeft voor ons afgedaan. Jammer, maar het zij zo.

Maandag, 6 september 2010

Naar de Canarische eilanden

De Canarische eilanden zijn zo'n 400 mijl verder. Toen we besloten door te varen hebben we eerst de gribfiles opgevraagd met de SSB-zender. We zouden een noordenwind krijgen, tot 5 Beaufort. Onderweg blijkt dat toch wat meer te zijn. We hebben het grootzeil gestreken, de kluiver weggerold en voeren alleen nog op de fok.

De golven  Tante Bertha, de windvaan, stuurde. Tante Bertha houdt van veel wind, dan is ze ook haar best. Wij hoeven dan niets te doen dan af en toe wat bijstellen. Het was in tegenstelling tot de vorige nachten koud en het slapen gaf hierdoor minder problemen dan de dagen dat het bloedheet was. Gelukkig nam de wind weer af en de laatste 200 mijl kon het grootzeil (2x gereefd) er weer op en de fok voluit. De wind was iets gedraaid en we liepen met halve wind zo'n 7 tot 8 knopen. We hadden gedacht 4 nachten te moeten varen maar door de harde wind waren we voor donker op Isla Grandiosa.  





Zondag 12 september 2010

Op Isla Graciosa N 29.13.104 W 13.31.725 Canarische eilanden.
                                                    
Dit vulkaaneiland ligt net boven Lanzarote. De haven was vol en we liggen nu in de ankerbaai "Playa de Francesa". Het is heerlijk weer, ietwat bewolkt en niet te warm. Het water is hier glashelder. We zien de bodem op 7 meter en de vissen zwemmen vrolijk onder Mirus door. Vermoedelijk gaan we straks nog even snorkelen maar eerst moet mijn brood nog gaar worden. Het brood is op en de winkel is dicht. Ik ben zelf aan het brood bakken en ben ook erg benieuwd of dit experiment lukt.

Dinsdag, 21 september 2010

Op Lanzarote N 28.50.806 W 13.47.462, Canarische eilanden

We zijn een paar dagen in de ankerbaai bij Isla Graciosa gebleven. Daarna doorgegaan naar Puerto de Marmoles op  Lanzarote. Hier zouden we moeten inklaren maar we zijn 2 keer op het bureau geweest en er bleek niemand te zijn. Daarna hebben we het opgegeven. Dan maar niet. Puerto Marmoles is vies. Dit is geen toeristisch gedeelte van het eiland en dan ligt er overal plastic en glas. Men gooit hier alles wat ze niet nodig hebben van zich af. Iets verder was nog een ankerbaai, Arrecife. Dit was een mooiere plek met een klein stadje erbij. Ook hier weer een paar dagen geluierd. Water is hier echter niet te krijgen en na 3 weken maar weer eens een haven (Puerto Calero) opgezocht.
Voor 23 euro werden we hier ingeklaard via het havenkantoor, werden onze landvasten keurig aangepakt en werden we geholpen met het aanleggen, er is gratis water, electra en douches. De bolders op de steiger waren van koper en prachtig gepoetst.  
                                                                             
                                                                
We hadden dus wat voor onze 23 euro's. Puerto Calero is een toeristenstadje. Er zijn alleen hotels en appartementen. De winkeltjes en restaurantjes waren bij de haven. Verder is er niets zoals op heel Lanzarote. Lanzarote is een vulkaaneiland en er groeit vrijwel niets. Het ziet eruit als een maanlandschap. Het is leuk het gezien te hebben maar ik zou hier nooit van mijn leven willen wonen.
Nu liggen we aan de zuidkant van Lanzarote in een mooie ankerbaai. We zien weer bootjes die we ook in de vorige ankerbaaien zagen en het is leuk deze weer te zien. We komen allerlei nationaliteiten tegen, vooral Engelsen, Duitsers, Fransen, Zweden en Noren. Nederlanders zien we nog nauwelijks maar vermoedelijk zal dat bij Las Palmas wel veranderen. Daar vertrek op 25 november de ARC. De ARC bestaat uit een verzameling bootjes die gezamenlijk richting het Caraïbisch gebied gaan. We weten dat een aantal Nederlandse bootjes meegaan en die zullen zich in Las Palmas verzamelen.

Zaterdag, 2 oktober 2010


Vanaf Lanzarote doorgevaren naar Las Palmas op het eiland Gran Canaria. Hier hebben we 6 dagen in de haven gelegen. Tijdens ons eerste bezoek aan de wal in Las Palmas liepen we meteen Hanneke van de Pelagie (ook vertrekkers) tegen het lijf. Onze maaltijd was meteen geregeld. We moesten komen eten. Het werd een gezellige avond. Naast de Pelagie lag ook de catamaran Salon uit Nederland. Deze waren wij ook al diverse malen tegen gekomen. Frits, de eigenaar van de Salon, heeft mijn navigatieprogramma op mijn laptop weer aan de praat gekregen. Ik miste alle details en die hebben we wel nodig.

Las Palmas is een knots grote haven. We gingen met de bijboot voor onze bezoekjes bij de Pelagie en de Salon want erheen lopen duurde minstens een half uur. Met de bijboot staken we gewoon over en waren we er in 5 minuten.


Ook in Las Palmas weer veel boodschappen gehaald. Alle ruimtes in de banken zijn nu vol en we moeten het straks wel een paar weken kunnen uitzingen met al die voorraden. We hebben zoveel boodschappen gehaald dat we zelfs een nieuwe boodschappenkar hebben gekregen op de verzamelde punten. Mijn moeder (die is 86 jaar oud) wil niet met zo'n kar (met wieltjes eronder) lopen want dat is voor oude mensen maar wij zijn er heel blij mee. We slepen wat af met zo'n kar.



Nu liggen we aan de zuidkant van Gran Canaria in het plaatsje Pasito Blanca, weer op het anker. Het is voor het eerst sinds maanden slecht weer. Het regent maar ondanks de regen is het toch nog zo'n 25 graden. Koud hebben we het niet maar regen verveeld gauw. Hopelijk is het vanmiddag of morgen weer beter.

Woensdag, 6 oktober 2010

In Puerto de Morgan (Gran Granaria) N27.49.00 W15.45.80

In de ankerbaai bij Pasito Blanco lagen we erg onrustig. Het anker krabde. Met de hulp van onze hulpvaardige Noorse buurman het anker verlegd maar ook dat hielp niet. Uiteindelijk een tweede anker uitgegooid en dat werkte. We hadden al 2 onrustige nachten achter de rug maar de derde ging een stuk beter. We konden weer rustig slapen. Toch de volgende dag vertrokken, nu richting Puerto de Mogan. Dit is een prachtig dorpje met een grote jachthaven , restaurantjes, winkeltjes en heel veel bloemen. Henk kan het niet laten de bloemen te fotograferen.  We laten onze was verzorgen en liggen hier nu een paar dagen rustig te nietsen. Gaan lekker uit eten, snorkelen, liggen aan het strand en luieren verder.


Het valt me op dat de jachthavens druk zijn met heel veel buitenlanders. Er wordt echter nauwelijks gevaren. Er komen per dag zo’n 5 boten binnen en er gaan er ook bijna niet uit. Als men eenmaal ligt, dan ligt men ook. Het is niet zoals in Nederland op het IJsselmeer. Daar is het een komen en gaan maar hier is dat toch echt anders. Wij hebben die rust nog steeds niet a hoewel we wel wat langer liggen dan vroeger. Maar na een paar dagen hebben we het meestal toch wel gezien en gaan we weer verder. 

Dinsdag 12 oktober 2010

Marina del Sur, Las Galletas  (Tenerife,) N28.00.40 W 16.39.50

Bij Puerto de Mogan konden we Tenerife al zien liggen. Tenerife heeft de hoogste berg van heel Spanje, 3717 meter hoog, en deze berg stak boven de wolken uit. Daar moesten we natuurlijk heen.

We hebben een pittige overtocht gehad naar Tenerife, 50 mijl vanaf Puerto de Mogan, hoog aan de wind.We hadden weer eens geen gribfiles opgevraagd en eenmaal op weg stak er een fikse wind op. Daar moeten we wat beter op gaan letten.  Misschien leren we het nog eens en anders worden we door schade en schande waarschijnlijk nog wel eens wijzer. Er kwam in ieder geval veel water over het dek en de luiken bleken te lekken.  Dat gebeurde wel eens vaker als het heel hard regende maar zout water was er nog nooit doorheen gekomen. Op Tenerife aangekomen is Henk meteen met het onderhoud begonnen. Er bleken een paar o-ringen te ontbreken en Henk begrijpt nog steeds niet dat het niet eerder gelekt heeft. Gelukkig lijkt het probleem nu opgelost.

Tenerife is groener en minder stijl dan Gran Canaria. Ik werd een beetje gedreprimeerd van die dorre omgeving maar hier is het dus weer wat groener. Het zijn wel cactussen die het groen geven maar in mijn ogen is dat beter dan alleen maar rotsen en zand. 
We hebben het Zuidwalkrantje via de mail toegezonden gekregen. Geweldig. Daar heeft de redactie weer een hoop werk aan gehad. Voor ons is het heel leuk te lezen wat er allemaal in de vereniging gebeurd.  Hopelijk blijven ze dit doen. Wij zijn er hartstikke blij mee.


Op Tenerife een paar plekjes aan gedaan. Er zijn niet zo heel veel goede ankerplekken en we liggen  nu vaker in marina’s. Soms is dit heel gezellig maar soms ook onrustig.  Zo had onze zeer vriendelijke Duitse buurvrouw  iedere avond visite en zat tot diep in de nacht te babbelen en lachen. Iets minder leuk voor de buurtjes maar dat vergat ze. Maar het kan ook heel gezellig zijn en we hoeven ons niet druk te maken over een krabbend anker. Zo heeft ieder voordeel weer een nadeel.

Donderdag, 21 oktober 2010   
                                     
                                                             
Na Tenerife doorgevaren naar San Sebastian op La Gomera. Geen wind en op de motor. Gelukkig maar 20 mijl en dat is te doen. San Sebestian is een grote en drukke haven. Hier komen we weer zo’n “ligger” tegen.  Een Hollander die al 3 jaar niet meer van zijn plek is afgekomen. Maar hij lijkt er blij mee te zijn en dat geloven we dan maar. Onze Noorse buurman van een eerdere ankerplek is weer onze buurman en het is heel gezellig. 

Hier, in San Sebastian hebben onze eerste, en hopelijk ook laatste, kakkerlakken aan boord gehad. De eerste kakkerlak had vleugels en voordat ik hem kon vermoorden was hij gelukkig alweer weg. De tweede en de derde zijn omgekomen. Men moet heel  heel voorzichtig met kakkerlakken omgaan want als je ze verpletterd dan spreiden de vrouwtjeskakkerlakken hun eitjes meteen uit. Als je het niet goed doet ben je dus verder van huis. Sinds een week ben ik ze niet meer tegengekomen en ik neem aan dat ik het goed heb gedaan.  Vanaf nu trekken we meteen onze schoenen uit als we aan boord komen en kijken alle boodschappen na op die beesten.

We  liggen in Puerto de Vueltas, aan de westzijde van het eiland. Gisteren hebben we met een Duitse natuurgids en negen andere Duitse vakantiegangers een wandeling van 9 kilometer door het nationaal natuurgebied gemaakt, op een hoogte van zo’n 700 tot 900 meter. Loux Blok (trouwe volger van onze website)  had ons opmerkzaam gemaakt over de verscheidenheid van de eilanden en dat heeft ons aan het denken gezet. Het was een leuke ervaring en op grotere hoogte krijgen de eilanden  meer groen.  De noordoostpassaatwinden brengen daar vochtige lucht aan waardoor er veel vegetatie kan groeien. 

We weten nu alles over de bomen en planten die er groeien, weten waarom de ene steenlaag veel roder is dan de ander en hebben een hoop wijsheid opgedaan. En het was leuk. De wandeling werd besloten met een gezellige vegatarische maaltijd.  Eenmaal weer op de boot waren we goed moe. Vanaf 9.30 tot 17.30 op pad geweest.
Inmiddels kan ik, behalve brood bakken, nu ook zelf yochurt maken. Als we  straks veel dagen op zee zitten hebben we in ieder geval ’s morgens verse yochurt mits we niet vergeten drie eetlepels oude yochurt over te houden.  Yohurt maakt men van een heel klein bootje oude yohurt en het hoeft niet eens in de koelkast. We leren steeds meer  en dat is leuk.  
 
Zondag ,31 oktober 2010


We zijn vanuit Puerto de Vueltas terug gegaan naar San Sebestian. De Pélagie zou daar aankomen en het leek ons leuk hen even te zien.  Ook de Blue Spirit lag in San Sebastian en we hebben met ons allen er een gezellige avond van gemaakt. We zijn een paar dagen gebleven en daarna verder gegaan naar Los Gigantos (op Tenerife). 
Helaas was daar geen plek en daarom doorgegaan naar Marina de Sur in Galletas, ook op Tenerife. Hier zijn we ons aan het voorbereiden op de oversteek naar de Kaap Verdische eilanden, zo’n 800 mijl verder naar het zuiden. De proviand is binnen en als morgen de wind goed is vertrekken we. Vanmiddag nog even de gribfiles opvragen. We hebben er zin in weer een eindje verder te gaan.


Zondag, 7 november 2010


We zijn uiteindelijk 2 dagen later dan gepland richting de Kaapverdische Eilanden gegaan. De gribfiles kwamen niet door en de wind gierde 2 dagen lang door het want. Dinsdag, 2 november 2010 lukte het eindelijk goede gribfiles binnen te krijgen. Wel via de airmail, het programma van de SSB-zender, en dan via een wifiverbinding in de haven. We wisten niet dat dat kon maar onze Duitse buurvrouw deed dat ook zo. Ooit had ik daar een berichtje over ontvangen maar nog niets mee gedaan. Na wat speurwerk de notitie toch weer gevonden en aan het proberen gegaan. Ik ben niet zo'n computertechneut en ben bang alles te verpesten maar het is me toch gelukt en de rest van de programma's werken ook nog. Ik was weer even trots op mezelf.

Woensdagochtend was het prachtig weer en met een zacht windje zeilden we richting het zuiden. Na zo'n uurtje of drie verdween het laatste stukje Europa achter de horizon. Een beetje vreemd gevoel. Vermoedelijk komen we hier de eerstkomende 3 jaren niet meer. Vanaf 7 uur 's avonds lopen we nu wacht. Dan is het donker. 3 Uur op en 3 uur af (slapen). Zo hebben we beiden 2 x 3 uur wacht in het donker. We passen onze eetgewoonte aan en nemen de warme maaltijd al rond 17.00 uur om niet met een hele volle maag naar bed te hoeven gaan. De eerste nacht stond er weer een rommelige zee. De hele nacht was er niets te zien behalve een prachtige sterrenhemel. Ik probeer tijdens mijn wacht op de sterren te sturen. De Grote Beer en de Poolster staan achter mee. Daaruit concludeer ik dat we richting het zuiden varen. De tweede dag heeft Henk voor het eerst van deze reis en vis gevangen. Het was een kleintje maar hij smaakte goed.

Het weer is tot nog toe goed geweest, de wind is goed, meestal uit het noorden. We hebben op de dag de genaker op. 's Avonds halen we de genaker weg want als in de nacht de wind aan zou gaan aantrekken hebben wij geen zin om die lap (120 m2) binnen te halen. We hebben geen haast en dan gaat het maar wat langzamer.


Gisteravond opnieuw gribfiles binnengehaald. Nu wel via de SSB-zender. Overdag lukt dat niet zo goed maar 's avonds gaat het meestal wat beter. De komende dagen blijft er weinig wind, uit het noorden. Ook ontvangen we 2 mailtjes via de SSB-zender. Een hele korte met de boodschap "Pas goed op elkaar en liefs". Ook een mailtje van Annelies, een van de 2 collega´s uit Bilthoven waarmee ik vele jaren lief en leed deelde. Annelies kletste me weer helemaal bij en dat doet me denken aan de gezellige tijd die ik daar in eerdere jaren heb gehad. Zulke dingetjes doen ons goed en dan denken we weer aan alles en iedereen. We zijn immers al 5 maanden op pad. Ons werk missen we niet maar zo af en toe zouden we toch wel even thuis willen zijn om met iedereen even bij te kletsen. Dan kan nu niet. Dat is een keuze die we hebben gemaakt. We hebben al het vertrouwde achter ons gelaten omdat het nieuwe ons lokt. ´s Morgens weten we niet waar we ´s avonds zullen zijn en wanneer we ergens aankomen. Ondanks dat voelen we ons in ons element en zijn steeds weer benieuwd naar de volgende plek.

Zondag, 14 november 2010


6 Etmalen en 8 uur hebben we over de reis vanaf Tenerife tot de Kaapverdische Eilanden gedaan. Het was een rustig tochtje. We liggen nu op het eilandje Sal in een beschutte ankerbaai.

Dit is Afrika, een hele andere wereld. Vanaf de ankerbaai zien we een armoedig dorpje, verder is het eiland kaal met op de achtergrond een silhouet van een vulkaan. De mensen zijn hier erg zwart en gelukkig heel vriendelijk. Op de kade is het een drukte van belang.



Vissers laden hier hun vangst uit, zeilers komen aan met de bijboten voor de boodschappen en water. Water is hier in het midden van het dorp te halen met jerrycans. Ook is het mogelijk een waterboot te regelen (dit is een boot en een heel groot vat water erop en een electrische pomp) maar dat lukt lang niet altijd. Er lopen kippen en straatverkopers met snuiserijen. Manden met fruit en groente staat ook aan de straat. Het is een bonte mengeling met van alles door elkaar heen. Het dorp is klein en er is niet veel. Het verder gelegen, grotere plaatsje Espargos is gemakkelijk te bereiken. Vanaf de hoofdstraat rijden hier de hele dag minibusjes die richting op. Binnen 3 minuten is er weer een andere busje. Voor per persoon een halve euro zijn we daar. Terug werkt het net zo.

Nu liggen we een weekje hier in de baai. We hebben onze (kopie)scheepspapieren in moeten leveren. Het is een goed gelukte kopie. Ook in Marokko namen ze hier genoegen mee. Dat lukt lang niet iedereen als ik dat zo om me heen hoor. Als we vertrekken dan krijgen we ze, na betaling van zo'n 7 euro, weer terug. Hier in de baai liggen boten met allerlei nationaliteiten en om 17.00 uur komen de zeilers naar een klein maar gezellig barretje op de wal voor het Happy hour. Wij hebben gas nodig om te koken en Carlos, een steunpunt van de Duitse zeilersorganisatie Trans Ocean, helpt ons. Morgen krijgen we een verloopnippel en kunnen we gas gaan halen bij het Shellstation. Carlos woont hier al 11 jaar, weet alles en helpt alle zeilers die hem wat vragen. Terug naar de boot hebben we even een paar vleesstokjes genomen van de barbeque. Misschien zijn we morgen ziek. Volgens de boekjes in ieder geval maar wij hebben het erop gewaagd. We zien wel.

Zaterdag, 20 november 2010


Lieve vrienden,

We hebben nauwelijks internetbereik hier op de Kaap Verden maar inmiddels hebben wij bij Hennie (een Hollander die hier al langer woont en ook een steunpunt is van de Trans Ocean) onze mailtjes kunnen lezen. Beantwoorden kost teveel tijd en dat kunnen we niet maken. We hopen binnenkort weer te kunnen reageren.

We hebben het eiland Sal weer achter ons gelaten en zijn doorgegaan naar het eiland Sao Nicolau. Sao Nicolau ziet er heel anders uit dan Sal. We kijken tegen hoge bergen aan met diepe kloven ertussen. De ankerbaai is veel rustiger dan op Sal. Dat zal wel komen omdat hier niet in- of uitgeklaard kan worden.


Toen we aankwamen lag hier geen enkele Hollander maar de volgende ochtend werden we verrast door een rode tweemaster met de naam "Guppy" erop. Dat kon niemand anders zijn dan Laura Dekker (het zeilmeisje) en dat klopte ook. Heel rustig voer ze de baai binnen en het figuurtje op de boot bleek ook duidelijk van een jong meisje te zijn. Ze legde de boot keurig voor anker en even later kwam de politie maritimo eraan met een bootje en wat gasten erop. Wij moesten zelf naar de politie met onze papieren maar Laura werd verwelkomt. Dezelfde boot kwam ook bij ons langs waardoor we meteen informatie kregen waar het TransOceanpunt zat. TransOcean is een Duitse vereniging die zeilers met problemen helpen maar ook allerlei andere activiteiten er vaak bij uitvoeren. Hier kan gewassen worden, dineren, koffie is de hele dag gratis en er worden excursies geregeld. Daar hadden we oren naar en zijn ernaar toe gegaan. Laura was er ook. Laura had net als wij wel zin in een wandel excursie. Er werd een gids voor ons geregeld en met nog drie Zwitserse zeilers en een Duitse de volgende dag door de bergen gewandeld, over de Monte Gardo (de hoogste berg van Sao Nicolau, 1312 meter hoog).
We klommen over bergkammen en liepen door diepe dalen met piepkleine dorpjes en straatjes waar geen auto's of wat ook door konden, behalve mensen, ezels, kippen en varkens. De dorpjes zo armzalig als wat en onbegrijpelijk voor ons dat mensen zo nog leven. Op 700 meter hoogte staat echter nog weer een schooltje. Huizen staan er nauwelijks maar er is wel een schooltje. Hier hebben we de van vriendin Reinie gekregen pennen uitgedeeld. De kindertjes waren er zielsblij mee. Daar ergens zullen dus ook mensen moeten wonen maar waar is niet helemaal duidelijk. Het was een warme maar prachtige en zware wandeling en iedereen was aan het einde van de dag helemaal kapot, behalve Laura en de gids. We hadden dan ook een wandeling van 6 uur achter de rug.

Laura blijkt een leuke meid te zijn en maakt zelf niet veel drukte. Ze staat met beide beide op de grond en weet wat zeilen is. Als ze deze pit houdt dan lukt het vermoedelijk wel. Het was leuk haar tegen te komen en waarschijnlijk gaan we maandag weer samen op pad voor een autorit over het eiland. Ook weer met een paar andere zeilers erbij en het zal zeker weer een prachtige tocht worden.

Zaterdag, 4 december 2010


Vanaf Sao Nicolau zijn we doorgegaan naar Mindelo op Sao Vincente om te kunnen uitklaren. Zowel Sao Vincente als het nabij gelegen eiland Sao Antao hebben hoge bergen. De ankerplek bij Mindelo is rondom omsloten door deze bergen en ligt er prachtig. Op Sao Vincente nog wat boodschappen gehaald maar veel is er niet. Heel veel mini supermarktjes en straatverkopers. De supermarktjes hebben alleen blikvoer en de straatverkopers wat verse groente, fruit of vis. Verse manderijnen zijn er bijvoorbeeld niet eens te krijgen. Ook hier zijn ze arm en dat blijkt wel uit de foto's die we op de site hebben geplaatst of nog moeten plaatsen. Op zee kunnen we niet bij internet en blijven de foto's even achterwege.

Omdat we zin hadden om over te steken naar de Carieb hebben we meteen diesel en water getankt. Dat hadden we dan alvast en de volgende dag waren we daar heel blij om. Zoals al eerder vermeld vertrok vanuit Gran Canaria op 21 november 2010 een groep zeilers, de ARC met zo'n 250 stuks boten, allemaal tegelijk naar de Carieb. Deze boten hebben helaas erg weinig wind gehad en velen ervan zijn naar Mindelo gekomen voor en tankstop. Hun diesel was op. Dat betekende dat er gemiddeld zo'n 5 à 6 boten lagen te wachten voor de dieselpomp en dat duurde meestal heel erg lang.

Wij hadden bij de policia maritimo uitgeklaard voor zondag, 28 november. Helaas stond de wind niet goed en daarom een dagje gesmokkeld en maandag, 29 november aan de oversteek van 2080 mijlen naar Martinique begonnen. De eerste 30 mijlen liepen we lekker maar daarna viel de wind weg. Van pure ellende de motor gestart en net als de ARC-ers gedieseld (24 uur) richting de Carieb. Daarna kwam er gelukkig een klein zuchtje wind en met de gennaker hebben we 3 dagen richting het westen gesukkeld. Nu is het 3 december, 22 uur en we hebben zonet de genaker weggetrokken. Inmiddels waait het 5 á 6 beaufort en dan moet die lap, 120 m2, er echt af. Zeker in het donker en er geen hand voor ogen te zien is. Deze wijsheid heeft vriend Theo ons meegegeven tijdens zijn afscheidsspeech en daar houden we ons maar aan. We varen nu met het grootzeil en de fok en lopen lekker. De boot hobbelt niet te erg en we kunnen ook eindelijk een goede koers houden. Dit windje mag blijven staan tot we er zijn. We hebben nu nog 1693 mijl te gaan en houden het erop dat het moet lukken om voor de Kerst op de Carieb te zijn.

Maandag, 13 december 2010


De dagen rijgen zich aan elkaar. We maken iedere 2 dagen verse yoghurt en bakken om de 3 dagen een vers brood, lezen en vissen wat. We vragen regelmatig gribfiles op en proberen via de SSB-zender contact te krijgen met de Pelagie van Hanneke en Nils. Hiermee hebben we een frequentie afgesproken waarop we met elkaar kunnen babbelen. Helaas lukt het niet. Wel kunnen we de ARC volgen via een van hun frequenties.
Op deze manier weten we een beetje welke boten er om ons heen zitten. De wind had er helaas geen zin in. De eerste week slechts een afstand van 617 mijl afgelegd waarvan nog 54 uur gemoterd.

Maar na deze week komt de Noordoostpassaat die we nodig hebben er dan toch echt. De wind neemt toe, de kluiver is al weggerold, het fokje staat, we reven het grootzeil al snel een keer en na een halve dag zetten we nog een tweede rif. De golven grommen nu onder de boot door, schuimkoppen spuiten langs en over het dek heen. Mirus kreunt en zoekt zich een weg door de golven. Tante Bertha werkt als een paard maar laat het midden in de nacht even afweten. De pendule van de windvaan is losgeschoten. Alle hens aan dek, de boot moet stil gelegd worden wat niet gemakkelijk is met de wind en golven en Henk moet midden in de nacht de pendule weer bevestigen. Henk op de zwemtrap met reddingsvest aan en met lifeline, ik zelf op mijn buik op het achterdek om de pendule omhoog te houden. Dan lukt het Henk gelukkig om de pendule weer te krijgen op de plek waar hij hoort te zitten. Het was een hachelijke onderneming in de het donker en met de golven. Gelukkig hebben we het weer gered en tante Bertha werkt weer zoals altijd. Inmiddels hebben we een 24-uurs record behaald. Afgelegde afstand 177 mijl in 24 uur tijd. Dat is beter dan de 60 mijlen van de eerste paar dagen.


De zee lijkt sinds enige dagen een wastobbe. Volgens de mededelingen van de ARC hebben we regelmatig squalls (regenbuien van zo'n 1/2 uur met harde wind en soms onweer) over ons heen. Naar mijn mening hebben wij dan een squall van een hele nacht gehad maar dan klopt de beschrijving van de squall niet meer. Hoe het ook mag heten, het waait in ieder geval hard en het regent regelmatig. De golfhoogte is zo'n 3 à 4 meter. Nu de golven hoger zijn geworden moeten we 's morgens eerst vliegende vissen rapen. Deze vissen vliegen 's nachts aan boord en dat is dan helaas hun einde. Het eten koken is een hele toer. Dat doen we nu met ons tweeën. Ondanks ons cardanische kooktoestel lukt het nauwelijks om zonder knoeien wat in de pan te krijgen. Iets los op het aanrecht neerzetten of leggen kan niet. Dat vliegt binnen enkele tellen door de kajuit. Ook blijkt het een kunst te zijn dat zelfde eten in je mond te krijgen maar na een paar dagen went ook dat.

Inmiddels zijn we over de helft, de boot spuit nog steeds door de golven. Na 5 dagen is de zee wel wat rustiger geworden. Nu is het weer nacht en de wind trekt weer aan. We hebben inmiddels 1500 mijl afgelegd en schieten lekker op. Volgend weekend hopen we bij Martinique te liggen en zijn dus ruim voor de Kerst op de Carieb. Ik zie dat al helemaal voor me. Ik krijg water in mijn mond bij de gedachte aan verse fruit, groente etc. De maaltijden uit de bank ben ik helemaal zat. Vers is en blijft echter lekkerder. Vanmiddag ving Henk nog een dikke vis maar toen de vis aan boord werd getrokken wist hij nog te ontsnappen. Diepe teleurstelling want het leek een lekkere. Het beestje zal zelf wel erg blij geweest zijn. Morgen maar weer opnieuw proberen.

Zondag ,19 december 2010



We zijn in het Caribisch gebied, in Le Marin op Martinique. We hebben zo’n 19 etmalen op de Atlantische Oceaan doorgebracht.  De eerste week weinig wind, de tweede week heel veel wind en de laatste week van alles. Soms geen, soms een lichte bries en soms, vooral in squalls, veel wind.


De oversteek is ons niet tegengevallen. De laatste week hadden we veel contact via de SSB- zender met de ARC-overstekers. Daar waren we al gauw een uur mee bezig. Doordat we om de drie uur wacht hebben duurt de dag veel korter. Met alle andere zaken zoals brood bakken, eten koken etc.  waren we lang bezig want de boot wiebelde nogal en dan gaat dat allemaal niet zo gemakkelijk. De dagen gingen dus best wel vlug voorbij.  Henk had het helemaal naar zijn zin en wilde er nog wel langer over doen. Ik zelf vond het wel weer prettig om land te zien, lekker eten te kunnen krijgen, de was weer te kunnen laten doen etc.  De laatste nacht nog een verstekeling aan boord gehad. Een zwaluw had zijn plekje in onze keuken gevonden en heeft daar een hele nacht zitten slapen. ’s Morgens, toen het licht werd, is hij weer vertrokken. 
Nu liggen we op Martinique in de baai bij Le Marin.  We zijn ’s morgens om 04.00 uur binnen gelopen, het was nog donker maar de maan scheen.  Diamond Rock, een rotseilandje hier in zee,  zagen wij aan stuurboord liggen voordat we de baai in draaiden.  Met ons navigatieprogramma op de computer was het goed te doen. Eenmaal binnen op de ankerplek was het wat lastiger. Héél veel boten, zonder verlichting op hun eigen anker, maar we hebben een plekje gevonden.  Ook is hier een  hele grote jachthaven. We kijken onze ogen uit. Er ligt van alles.  De heuvels om ons heen zijn prachtig groen en op de kant staan palmbomen te wuiven. Het ziet er uit zoals ik me dat had voorgesteld, Caribisch.

Martinique is nog  een Frans eiland en het betaalmiddel is de euro. Doordat Frankrijk dit eiland zwaar subsidieert zijn de boodschappen hier goedkoop. We zijn dus weer heel druk van van alles en nog  wat in te slaan. Én ze hebben lekkere dingen, daar droomde ik al een paar dagen van.  Ook kunnen we hier bellen tegen het Europese tarief, bellen naar Nederland € 0,51 per minuut, gebeld worden € 0,31. Dat valt dus nog wel mee. 

Maandag ,27 december 2010


We hebben Martinique weer achter ons gelaten. Lekker een weekje uitgerust en nu doorgegaan naar St. Lucia.  Rodney Bay is de aanloopplek van de ARC met een grote haven erbij. Wij lagen in de baai op ons eigen anker. In de haven lagen nog wat ARC-zeilers uit Nederland. Onderweg naar de Carieb hoorden wij deze mensen veel over de SSB-zender. Even gebabbeld. Veel van hen waren ook op de vertrekkersdagen.  Het was Kerst en er viel niet veel te beleven. Kerst is eigenlijk, net als Sinterklaas, ongemerkt aan ons voorbij gegaan.  In Rodney Bay had 200 jaar geleden de Britse vloot haar hoofdkwartier.  St. Lucia  is een van de eilanden die als pingpongballen overgingen in Franse en Engelse handen en weer terug. 2e Kerstdag doorgegaan naar Marigot Bay. 

De Britse vloot heeft zich in deze baai zo succesvol verborgen achter een palmbos dat de achtervolgende Fransen er gewoon voorbij zeilden. We kunnen ons er wat van voorstellen.  In ieder geval  een mooi ankerbaaitje.  Hier blijven we weer een poosje liggen. We moeten ons onderwaterschip schoon maken en het is er een mooie plek voor. Onderweg naar de Carieb zijn er heel veel mossels onderaan gegroeid en die nemen de snelheid van de boot weg. We moeten dus aan het werk.

2011 komt eraan

Wij wensen alle onze familieleden, vrienden, collega’s, volgers en alle overige bekenden een heel gelukkig Nieuwjaar. Wij hebben al heel veel  Kerstgroeten en Nieuwjaarwensen via de mail en sms  ontvangen en het is ondoenlijk iedereen terug te mailen en smsberichtjes terug te sturen.  Daarom doen wij het via de site.

Zaterdag ,1 januari 2011


Vanuit Marigot Bay vertrokken naar Soufriere (St. Lucia). Daar liggen ook de Flying Swan en Pelagie, die we al kennen. Leuk hen weer tegen te komen. We hebben weer een nieuwe manier van ankeren. Het vooranker uit en de kont van de boot naar het strand. Bootjongens pakken een lijn (40 meter) aan en leggen de boot vast aan een palmboom. Dat kost natuurlijk wel wat geld maar die jongens moeten ook ergens van leven.


De volgende dag, samen met Pelagie, richting St. Vincent. In Wallilabou moeten we inklaren. We liggen weer met de kont naar het strand en tegen de avond is het hier hartstikke druk. Behalve een hotel en het inklaringsburo is hier verder weinig. Een paar hutjes en de filmset van de film `Pirates of the Caribbean` en daar houdt het mee op. We gaan met de bijboot naar de kant, een hele toer. We zijn ontzettend blij met onze waterdichte tassen want we worden door de branding het strand op gesmeten. Als we ingeklaard zijn en weer terug gaan worden we helemaal nat. De kant loopt steil af maar met behulp van een zwarte inwoner lukt het dan toch om weer terug te komen. De volgende dag weer door. Onze boot wordt ´s morgens weer los gemaakt door een zwarte man. Tegen betaling van een paar Caribische dollars en een pakje macaroni doet hij dat voor ons en hoeven we gelukkig niet opnieuw naar de kant met onze bijboot.

Het is nu 1 januari en we liggen in Blue Lagoon. Dit is een mooie lagune. Aan de ene kant strand met palmbomen, aan de andere zijde wordt de lagune beschermd door een rif. De jaarwisseling stelde hier niet veel voor maar wij hebben ons vermaakt. Vandaag regent het de hele ochtend en het waait hard. Nu knapt  het weer op

Zaterdag, 8 januari 2011


We hebben St. Vincent weer achter ons gelaten en zijn verder gevaren naar Bequia. Daar hebben we enkele dagen in Admirality Bay gelegen.

Een grote baai met wel zo'n 500 scheepjes. Erg druk maar wel gezellig. Het hierbij gelegen stadje was nogal toeristisch maar dat hebben we in geen tijden meer gezien en was een welkome afwisseling. Na deze drukte doorgegaan naar Friendship Bay, aan de zuidkant van Bequia, slechts 6 mijl varen. Hier lagen maar 5 scheepjes voor anker. Ook in het hierbij gelegen resort was geen kip te zien. Hopelijk komt dat door het laagseizoen. Zoniet, dan kunnen ze dit resort binnenkort wel vergeten.

De eilanden liggen hier als een lint verspreidt in de zee. We komen eilanden tegen waarvan we nog nooit gehoord hebben. Al die eilanden bezoeken is niet mogelijk. Dan zijn we nog heel lang bezig.

Vanaf Bequia vertrokken naar Canouan. Daar lagen we 2 nachten geleden in de baai op ons anker. En toen gebeurde het. Meestal halen we het motertje van de bijboot af en leggen de bijboot, vastgesjord, aan dek. Deze keer niet en in de nacht kwam er een regenbui en heel veel wind over. Er lagen een paar boten erg dicht in de buurt en dus zat Henk te kijken of alles wel goed ging. En dat ging niet. De bijboot sloeg over de kop, zitbankje eruit en dat is niet goed. Bootje alsnog aan boord getrokken. Het zitbankje bleek de volgende ochtend aan het strand aangespoeld te zijn maar het motertje, die na de kanteling nog wel aan het bootje vast zat, was de volgende dag niet meer aan de praat te krijgen. Jammer, het was wel een oud dingetje maar we waren eraan gehecht en moeten nu op zoek naar een nieuwe en voorlopig roeien.



Nu liggen we in Tobago Cays, in het hart van de Grenadines. Tobago Cays wordt volledig afgeschermd door koraalriffen en eilandjes. Heel in de verte lijken een paar palmbomen in zee te staan. Een streep wit schuim verraadt het rif in de oceaan. Daarachter is het rustig en liggen heel veel zeilbootjes rustig te deinen in het water. Een prachtige plek in volle zee, onbewoond en omringd door doorzichtig, forsforgroen water. De ankergrond - een witte zandbodem - bevindt zich op 4 meter diep onder ons. We liggen precies tussen 2 eilandjes in en in de verte zien we de oceaan op het rif stukslaan. Het strandje van het eilandje is op 30 meter afstand van de boot. Vanavond gaan we naar de barbecue op het hiernaast gelegen eilandje. Inwoners van het nabij gelegen eiland Mayreau verzorgen hier de barbeque en vertrekken daarna weer na hun eiland.

Dinsdag, 18 januari 2011


Het was een heerlijke barbeque op Tabaco Cays. Gegrilde kreeft, tonijn, bananen, tropisch fruit. Er was genoeg, het was erg lekker en gezellig. Omdat daar niemand woont is het 's avonds hartstikke donker en daardoor viel het niet mee de boot terug te vinden ondanks het feit dat hij niet ver weg lag. Vanaf nu doen we 's avonds het van Jan Geurts gekregen noodlampje aan als we van boord gaan. Dat werkt. Het knipperlicht geeft duidelijk aan waar onze boot is.

De volgende dag doorgegaan naar Union Island. Hier moesten we heen om uit te klaren en op zoek naar een nieuw motortje. De baai bij Union Island was net zo iets als bij Tabago Cays. Achter een rif in volle zee. Aangezien er erg veel wind stond viel het niet mee om roeiend de kant te bereiken waar helaas geen motortje te vinden was. Het hierbij behorende dorpje bestond, net als op alle andere eilanden, uit vele kleine winkeltjes en fruitkraampjes. Dat de mensen hiervan kunnen leven is ons een raadsel. De huizen zijn kleurig maar zien er vervallen uit. De inwoners zijn weer erg zwart maar vriendelijk. Terug naar de boot heeft een engelse zeiler onze bijboot gesleept. We kwamen roeiend niet tegen de wind en stroom in. Verder blijven we ons verbazen over het in- en uitklaren. Papieren invullen met een carbonpapiertje er tussen, een stempeltje en krabbeltje in het paspoort, wat geld innen en daar zijn heel veel mensen druk mee.

Na een paar dagen in de baai te hebben gelegen, er was veel te veel wind om met de bijboot naar de klant te gaan, zijn we doorgevaren naar St. Georges op Grenada. De ankerbaai aldaar was er niet meer, hier heeft men een grote marina neergelegd. Heel jammer want een ankerbaai is én goedkoper (daar betalen we niets) en mooier. Toch maar aangelegd in de marina want hier zou misschien een nieuw motortje gekocht kunnen worden. Ook de Pelagie van Hanneke en Nils lag er. Gezellig weer bijgebabbeld. Ook Frits en Marleen van de Salon kwamen nog langs. Die lagen in Prickley Bay voor anker. Zo komen we steeds weer bekenden tegen die we eerder op onze reis ontmoet hebben. Erg leuk.

Tot mijn grote vreugde was hier gelukkig een klein motortje te koop en kunnen we weer lekker op ons eigen anker in de vele baaitjes hier liggen. We zijn vervolgens doorgegaan naar Prickley Bay en vanuit hier kunnen we het eiland gaan verkennen. Voor een paar E.C.dollars kunnen we hier een taxibusje nemen naar St. Georges om vervolgens weer een andere richting uit te gaan. Deze busjes zitten meestal vol met allerlei mensen. Een keer zat ik naast en man die 20 jonge kuikens in een doos op zijn schoot meenam. We zien de vreemdste dingen en mensen in deze busjes.


Inmiddels hebben we, na een spectaculaire taxirit, Mount Qua Qua beklommen.De taxirit was spectaculair vanwege de snelheid, de vele haarspeldbochten en de adembenemende natuur van dit eiland. De wandeling in het Grand Etang Forest reservaat was prachtig en vermoeiend. Allerlei bomen, planten en bloemen. Het door het woud gekapte pad was bijzonder glibberig door de regenval die hier meestal 's nachts naar beneden komt. Ook in de ochtend had het nog geregend. We zijn diverse keren uitgegleden maar gelukkig niets gekneusd of gebroken. Nu hebben we rustdag, we hebben spierpijn, werken onze site bij en luieren verder.



Zaterdag, 29 januari 2011


Na een lange week zijn we op pad gegaan naar Trinidad. Trinidad ligt 90 mijl varen  verder naar het zuiden. Om daar met licht aan te komen moesten we een nachtje doorsteken. Laat in de middag vertrokken en rond tien uur in de ochtend waren we er. Bij de noordkust van Trinidad werden we verwelkomt door een 10-tal  pelikanen.

Eenmaal in Chaguaramas eerst weer de  douaneformaliteiten afwerken. Wat een ellende. Maar we ontkomen er niet aan, we blijven vriendelijk want ze laten je anders misschien nog langer wachten. Daarna de boot aan een mooring gelegd. Meteen werd door medezeilers allerlei informatie aangeboden. Zo is hier ’s morgens om 8.00 uur een netje op de marifoon. Alle belangrijke dingen zoals het weerbericht,  evenementen, hulp, etc. wordt daar gemeld. Heel handig.

Wij hebben heel veel aangroei aan het schip. We moeten steeds onder water om dat weg te halen. We zijn daarom nu het water uit om nieuwe antifouling aan  te brengen. Deze is voor tropisch water en we hopen dat dat beter werkt dan ons Europese spul.  Op deze plek zijn allerlei bedrijven die gespecialiseerd zijn op de watersport en met name zeilboten. Iedereen gaat hier vrijwel het water uit en het is een gezellige boel aan de kant. Onze rolfok loopt niet lekker. Ook daar wordt nu naar gekeken en inmiddels zijn er onderdelen in bestelling. Het is  momenteel erg onstabiel weer, het regent veelvuldig en het is  ook eigenlijk te warm om te werken. We nemen er daarom onze tijd voor en doen rustig aan. 

Vrijdag, 4 februari 2011


We zijn inmiddels een week verder. Ik dacht niets te kunnen schrijven  tot we een sms ontvingen van Bas van Dijk. Bas wil graag weten hoe het hier, op de kant en aan het werk,  er aan toe gaat en heb ik nu  wel wat te schrijven. 
Sommige dingen gaan zoals bij ons in Nederland, sommige dingen niet. We zijn met een prachtige botenlift uit het water gehaald. Deze liften zie je in Nederland ook wel bij grote havens. Meestal vind ik het vreselijk eng om het water uit te gaan maar dit viel  reusachtig mee.


Mirus is keurig op een 9-tal bokken geplaatst en staat zeer stevig vast. Daarna kwamen de werklui het onderwaterschip afspuiten met een verrijdbare hoge drukspuit.  Hier is geen voorziening voor de opvang van vuilwater. Het wordt afgespoten, valt op de grond en verdwijnt in de goten en met het regenwater mee in de zee. Er lopen geen milieucontroleurs die hier ook maar iets van zeggen. Vervolgens wordt de electra aangesloten, 110 of 220 volt. Allebei  is te regelen.  Net achter onze boot is ook een aansluiting voor water. We hebben de hele tijd dus én electra én water bij de hand. 
Om ons heen staan allerlei schragen en liggen planken. Met de schragen  en planken  kunnen we onze eigen steiger bouwen. Hier wordt niet gelet op arbo-voorwaarden wat heel prettig is. Ook gebruiken we een schraag  om de ankerketting op te rangschikken. Deze moest opnieuw gemerkt worden want de verf voor de 10, 20 en 30 meter was zo goed als verdwenen.  Eenmaal uit het water kwamen heel veel lokale mensen vragen of ze ons konden helpen. Aangezien overal staat dat je er dan beter zelf bij kunt blijven maken we van hun diensten geen gebruik en doen het zelf.  De winkel van Budget Marine  (zoiets als George Kniest in Muiderand) is op 500 meter afstand. Daar verkopen ze milieu vriendelijke en niet milieuvriendelijke antifoulling. Wij hebben de laatste genomen. Hierin zit 40% koper. Dat schijnt goed te zijn voor ons onderwaterschip en we smeren het op,  tussen de regenbuien door . Het regent momenteel veel (ondanks dat het het droge seizoen zou moeten zijn) maar na een regenbui  is alles zo weer droog. Bovendien kunnen we inmiddels al aan de lucht zien wanneer het gaat regenen. We worden kenners. 

Na een werkdag, we zijn ondanks de regen best druk, kunnen we ons douchen in de wasruimte. Het is koud water maar dat is dankzij de warmte beslist niet erg. Er is slechts één warm water douche maar die is druk. We houden niet van wachten en douchen dus lekker koud. Verder is alles bij de hand. Een ruimte om de was te doen met drie wasmachines en 3 drogers, toiletten, minisupermarkt en  een werkplaats voor de booteigenaren met bankschroef etc.  Allerlei bedrijven die gespecialiseerd zijn in de watersport staan op het terrein.  



Op 30 meter afstand staat een rotitent en buiten het terrein staan ook diverse stalletjes met eten. Volgens de boekjes is dat helemaal fout om dat te eten maar wij kunnen  inmiddels zeggen dat het heel goed bevalt. We koken zelf nauwelijks want voor die paar centen en dat eten zouden we wel gek zijn.  Er zijn hier in zo’n  10 verschillende terreinen waar in totaal  meer dan 1000 boten kunnen worden geplaatst. Is het gewenste product of bedrijf niet op ons terrein dan ga je even naar de buren of verder. Ergens is het wel te koop.
Voor de  vis- en motorboten is hier een stelling gemaakt met 4 etages. Heeft men zijn bootje nodig dan wordt deze met een heftruck uit de stelling gehaald en ligt binnen 5 minuten in het water. Zodra ze weer terug zijn gaat de boot weer de stelling in. Dit bespaart een hoop ruimte in het water.
Ook is het mogelijk je schip hier opnieuw te laten spuiten. Het verven (spuiten) wordt gewoon in de buitenlucht gedaan. Een paar stukken plastic erom heen ter bescherming van de buurboten, een paar droge uren (wat op dit moment niet zo lukt) en de boten zien er weer als nieuw uit.
We zijn zelf nu zo goed  als klaar maar wachten nog op de onderdelen voor de voorstag. Deze zijn besteld en komen hopelijk deze week en anders begin volgende week.

Dag en nacht loopt hier op  het terrein bewaking rond. Trinidad staat bekend om zijn criminaliteit. Daarom worden de havens bewaakt. Dag en nacht. Ook is het beter ´s avonds niet op pad te gaan. Ook niet met taxi. Wij zorgen daarom dat we voor donker weer binnen het terrein zijn. We zoeken de problemen liever niet op.

Zaterdag 12, februari 2011


De onderdelen voor de rolfok laten op zich wachten. De communicatie tussen Fedex (de vrachtvervoeder) en Bamar (hier komen de onderdelen vandaan)  in Italië loopt niet lekker maar de spullen zijn inmiddels verzonden en komen aanstaande maandag of dinsdag aan. Wij kunnen daarom niet verder en liggen in afwachting van de spullen nog steeds op de kant.
Enige dagen geleden hebben we hier een kleine aardbeving gehad. Alle boten stonden op de bokken  te trillen. Het duurde slechts een  15-tal seconden maar het was een vreemde gewaarwording. Overigens brak er nergens paniek uit en dit blijkt vaker te gebeuren. Wij maken ons er maar niet druk om.


Zaterdagmiddag zijn we door een aantal Amerikanen meegetroond naar een wandeling in de bergen. We liepen zelf het terrein af en daar stonden een 3-tal Amerikanen met wandelschoenen. Ze vroegen ons mee te gaan en voor 8 euro per persoon kregen we een taxirit van 1 ½ uur heen, een leuke wandeling door  het regenwoud, bier drinken en dan weer terug met de bus. We besloten mee te gaan en bij verschillende bootterreinen werden nog meer mensen opgehaald. Toen de taxi  (10 personen) vol  was begon de tocht. Een mooie rit door de bergen en na 1 ½ uur waren we bij het beginpunt van de wandeling. Een mooie wandeling maar eenmaal bij het eindpunt moesten we nog even tot ons middel door het water. Helemaal nat tot onze oksels  maar met een voldaan gevoel konden we aan het bier. De wandeling werd georganiseerd door de Hash House Harriers van Port of Spain (een instelling met een goed doel). Wij deden voor de eerste keer mee en werden gedoopt. Wij, de Virgins (deze naam kregen wij omdat Ginny erbij was  en haar volledige naam Virginia is, mijn derde naam is ook Virginia)  kregen na een toespaak van de leider,  een glas bier aanboden. Die moesten wij in één teug leegdrinken. Nou heb ik geen moeite met bier drinken maar in één teug had ik nog nooit gedaan.  Het is dan ook niet helemaal gelukt  maar dat werd me niet kwalijk genomen. 
Op de terugweg langs een soort hamburgertentje gegaan, een plek waar we zelf nooit terecht gekomen zouden zijn. De  hamburgers waren hier een stuk van een gebakken haaitje,  backed shark (jonge hamerhaaitjes). Na het broodje hamerhaai  en een pot bier verder en   om  8 uur ’s avonds werden we weer voor de poort van ons terrein gedropt. Het was een bijzondere belevenis en erg grappig. Zowel   mensen uit Trindad zelf als toeristen zoals wij deden  mee.

De volgende dag weer met Peter en Trudy van de Aquilla uit Willemstad (Curacao) met een huurauto op pad gegaan. Peter wilde wel  rijden (wij doen doet liever niet als we links moeten rijden zoals hier in de Carieb vaak het geval is) en we zijn naar het  zuiden afgezakt. Dat stelde niet veel voor en na San Fernando bezocht te hebben besloten we weer terug te gaan. Helaas, een  taxichaffeur had erg haast en zag ons niet tijdig. De taxi schoot met de voorpunt in de achterkant van onze auto. Probeempje, maar Peter bewaarde zijn rust. Wij namen foto´s van het ongeluk en zijn daarna met de taxichaffeur na de politie gegaan. Ik had nogal last van mijn nek maar gelukkig viel dat de volgende ochtend  mee.  Zo zie je maar,  een ongeluk zit in een klein hoekje. 

We hebben ons reisje niet laten vergallen door dit akkefietje en na een heerlijke luch zijn we  verder gegaan naar de tempel in de zee.  Deze tempel  is gebouwd door Siewdas Badhu. Voor 1950 was het Hindoeïsche niet toegestaan in Trinidad en deze man bouwde zijn eigen tempel in de zee. Het werd afgebroken, Siewdas Badhuj ging een poosje achter de tralies maar uiteindelijk heeft hij zijn tempel  in de zee mogen bouwen.

We hebben inmiddels diverse wandelingen hier gemaakt en het winkelcentrum in het dorp iets verder bezocht. Dit was heerlijk, een soort Schiphol. Aircondition, leuke winkels zoals wij dat kennen en niet die 3e wereldwinkels. Twee  nieuwe hoeden gekocht en een paar sandalen. Zulke dingen ga je missen en dan is het heel fijn eens lekker lux te kunnen winkelen. Bovendien zijn de prijzen ook nog leuk. 

Gisteren naar het Asa Wright Nature Center geweest met een georganiseerde trip. Vroeg vertrokken, onderweg weer een lokale lekkernij gekregen (doubles) en weer een prachtige tocht door de bergen. In het natuurcentrum hebben we prachtige vogels gezien.Voor het eerst zagen we kolibries.  Ik had er wel een hele dag kunnen doorbrengen maar we moesten ook nog naar een moeras om naar de Scarlet Ibus te kijken.  Dat laatste is een beetje in het water gevallen. Het stortregende, de lucht was erg donker maar we hebben ze gezien. Het was weer een geslaagde trip.

Woensdag ,16 februari 2011


We zijn weer bijna een week verder. In deze week bijna mijn been gebroken. De wegen hier zijn net iets anders dan in Nederland. Er zat een dikke buis in de weg waar mijn voet precies in paste. Helaas heb ik dat uitgeprobeerd met het gevolg dat ik 2 dagen niet heb kunnen lopen en nu nog steeds pijn heb. Gelukkig, onze medezeilers van de Abel (huisartsen) hebben  advies gegeven en als het niet ontsteekt dan ben ik er maar 3 weken mee zoet. Maar ik kan weer lopen en vermoedelijk over een paar dagen ook weer zeilen.

Ondanks dat toch nog gisteravond een paar Pan bands bewonderd en aangehoord. Heel druk, veel lawaai maar het heeft wel wat. Morgen gaan we in ieder geval weer het water in. Gelukkig, op de kant beviel niet goed. We hebben weer zin om verder te trekken.

Dinsdag 22, februari 2011


Drie volle weken hebben we in Chaguaramas op Trinidad doorgebracht. Doordat we hier lange tijd lagen hebben we weer veel zeilers ontmoet die we al kenden maar ook weer veel nieuwe contacten gelegd. Velen van deze zeilers gaan terug omhoog, richting St. Maarten en deze zullen we vermoedelijk niet meer terug zien. Trudy en Peter van de Aquila uit Willemstad (Curacao) misschien nog wel en ook Dirk en Linda van de Jade komen misschien naar Curacao. Van alle anderen hebben we afscheid moeten nemen. Jammer, maar het hoort erbij. Het was een gezellige tijd.

Hoewel mijn been nog lang niet genezen is zijn we wel vertrokken. Ik kon weer lopen en we wilden weer verder. We hadden lang genoeg stil gelegen. We hebben besloten het vaste land van Venezuela links te laten liggen. We hebben veel piratenverhalen hierover gehoord en zoeken geen problemen. Ook over Isla Margarita hoorden we geen goede verhalen. Geadviseerd wordt om eerst richting Grenada te varen en dan eventueel de buiteneilanden van Venezuela te bezoeken. Omdat we te lang in Trinidad zijn gebleven hebben wij besloten in een keer door te steken naar Bonaire, 400 mijl verder.

We zijn richting Grenada gevaren. Na 20 mijl onze koers gezet op de eilandengroep Los Testigos waar we middernacht langs voeren. Volgens de verhalen zitten de "piraten" onder de 20 mijl zone en konden we daar zonder vrees varen. Met een lekkere noordoostenwind voeren we naar het westen maar in de ochtend viel helaas de wind weg. Veel geklapper van de zeilen deed ons besluiten de motor te gebruiken en naar het eiland Blanquilla te varen.

Op dit eiland is een garnizoen van de kustwacht gestationeerd en hier konden we probleemloos overnachten. Helemaal alleen in een prachtig baaitje én met de boot van de kustwacht op het strand, hebben we deze windstille nacht achter ons anker doorgebracht om de volgende dag weer verder naar het westen te varen. De wind liet ons in eerste instantie weer in de steek maar in de middag trok hij gelukkig aan. We konden onze zeilen uitbomen en vlogen als een witte vogel over het water. Een groep buitelende en springende dolfijnen zwom lange tijd om ons heen.
Inmiddels hebben we zeil geminderd. We liggen nog 30 mijl vanaf Bonaire en het is nacht. We willen met daglicht aankomen en moeten vaart minderen. Met een snelheid van 5 knopen op onze fok lopen we nog redelijk door. Vermoedelijk zijn we hier vroeg in de ochtend.

Zondag, 27 februari 2011


We zijn al 5 dagen op Bonaire. Bonaire is duur. Alle levensmiddelen zijn eens zo duur als in Nederland. Ze hebben hier zelf niets en moeten alles importeren. Op donderdag komt een vliegtuig van Arke Fly voorraden brengen. 's Woensdag zijn veel schappen in de winkels leeg omdat de voorraden op zijn. Dit hadden we niet verwacht. Gelukkig hebben we zelf nog voorraad en we hebben niet veel nodig. Ook internet is peperduur en daarom verzend ik mijn verslag maar weer eens met de SSB-zender. Dat kost niets.

We liggen aan een mooring voor het stadje Kralendijk. De moorings zijn hier neergelegd om het koraal te sparen. Bonaire is een duikparadijs en ze zijn zuinig met het koraal. Vanwege de verwonding aan mijn been mag ik niet zwemmen, snorkelen of duiken wat nu toch wel jammer is. Kralendijk is heel Hollands. Men spreekt vaak nederlands, er zijn veel nederlandse producten te vinden en ze verkopen zelfs klompjes. Hoe verzinnen ze het.

We hebben het eiland verkent met een scooter. Het openbaar vervoer is slecht en er waren geen huurauto's te krijgen vanwege de drukte hier op het eiland. De enige mogelijkheid was een scootertje. Weer eens wat anders. In het noorden zijn wat heuvels, er staan veel struiken en nog meer cactussen. De cactussen zijn vaak hoger dan de struiken. Daar bevindt zich ook het Gotomeer, een schitterend groot zoutwatermeer dat door een natuurlijke dam van de zee is afgesloten. Hier en daar zie je wat flamingo's hun eten zoeken. In het zuiden is het Pekelmeer.

Het Pekelmeer is een langwerpig, smal zoutwatermeer waar zout wordt gewonnen. Langs dit meer staan nog slavenhutjes die ons aan vroegere tijden doen denken. Deze hutjes dienden doordeweeks als onderdak voor de slaven die vanuit Rincón naar deze zoutpannen kwamen lopen en hier verder de hele week bleven om te werken. De wandeling van Rincón naar de zoutpannen nam 7 uur in beslag.

In de baai hier voor Kralendijk is het weer gezellig. We hebben de Tin Hau ontmoet met Jack die in zijn eentje de wereld rond vaart. Soms heeft hij opstappers erbij en gelukkig is nu zijn vriendin er een poosje. Ook SY Mariele ligt hier in Kralendijk en tijdens het happy hour om 17.00 uur worden allerlei wetenswaardigheden uitgewisseld. Het is vaak al gauw later dan de bedoeling is. Laura Dekker heeft ons weer ingehaald en ligt ook in de buurt. We heben gezellig bijgebabbeld en nu is Laura even terug naar Nederland. Moet dingen op de Hiswa doen. Na de Hiswa komt ze weer terug en vaart dan verder richting Panama. Wij gaan in ieder geval eerst nog naar Curacao. Daar krijgen we visite en hopelijk kunnen we daar ook nog even wat (minder dure) voorraden inslaan.

Maandag, 7 maart 2011


In een dagtochtje van Bonaire naar Curacao gevaren. We liggen op het Spaanse Water, een grote lagune waar heel veel boten op hun eigen anker liggen. Veel van deze boten worden bewoond door zeilers die hier al jaren wonen en vermoedelijk nooit meer weg komen. Internet is hier goed geregeld en op de cruiserssite staat alle nuttige informatie die we nodig hebben. Aangevuld met alle goede raadgevingen van de “liggers” komen we een heel  eind.
We liggen hier alweer een paar dagen en zijn verschrikkelijk druk. Het Spaanse Water is verder van Willemstad af dan we dachten. Daar moeten we met de bus heen. Ook voor de boodschappen moeten we met de bus. Dit is geregeld, de bus van de supermarkt komt iedere dag om 10.00 uur langs de haven waar onze bijboot kan liggen. Deze brengt ons naar de supermarkt en een uur later gaat hij weer terug. Maar alles bij elkaar zijn we er toch wel heel lang mee bezig.

Jantine de Wildt, Nijkerkse en Jantine werkte vroeger in onze kantine in  de jachthaven, woont hier en brengt ons een bezoekje. Heel gezellig Jantine weer eens te zien.


Ook hier wordt van tijd tot tijd happy hour georganiseerd en op deze wijze leren we weer een hoop mensen kennen. Ook SY Mariele van Kees en Ria uit Maasland en Tin Hau uit Roermond liggen hier weer.  SY Mariele leek ook een “ligger” te worden maar  inmiddels hebben ze besloten toch door te gaan naar de Pacific. Als wij dat nog kunnen dan moeten zij dat ook kunnen maar eerst moeten ze nog naar Nederland terug voor afspraken. Zij zullen in december richting Panama gaan.

Onze ankerlier werkte niet meer zo als wij dat graag willen. Henk is samen met Kees aan het prutsen gegaan en inmiddels is de hele lier nagekeken, schoongemaakt, ingespoten met WD 40 (een wondermiddel) en de koolborstels nagekeken. Gelukkig lijkt het erop dat de lier het weer gaat doen.

Voorlopig liggen we hier nog. Zaterdag krijgen we bezoek vanuit Nederland. 

Dinsdag, 22 maart 2011


Vriend en vriendin, Ton van de Kraats en Maaike van de Kamp zijn een weekje  op bezoek geweest. We hebben het eiland verkent met een huurautootje. In het Christoffelpark, een natuurpark, moesten we de auto zowat omhoog duwen. Gelukkig kreeg Henk het rijgedrag van het autootje door en zijn we toch de bergen op gekomen. Het natuurpark was mooi en de spuitgaten aan de noordzijde van het eiland waren echt spectaculair. Hier stroomt het water met geweld de inhammen binnen en het is een prachtig gezicht. Verder lekker met ze gesnorkeld, gedoken en gewoon lekkere gezellige dingen gedaan. Het was een gezellige week zo saampjes.
Ook vriend en vriendin  Marjon en  Niek Visscher zijn nog een dagje langs gekomen. Niek moest even werken in Willemstad. Ook samen met Marjon (en later   Niek) er een gezellige dag van gemaakt.

Nu zijn we weer alleen. Henk installeert een nieuw zonnepaneel. We hebben iets te weinig stroom als er geen wind is en we hopen het hiermee te verhelpen. Zelf doe ik vandaag maar alle administratieve klusjes die nog lagen. Wij werken dus af en toe ook wel eens.  In de loop van de week denken we richting Panama te gaan als de weerberichten  goed zijn.

Woensdag, 30 maart 2011


Zondag, 27 maart 2011 hebben we we Curacao verlaten. Alle klusjes waren geklaard en we waren weer uitgerust. Vrijdags al uitgeklaard voor de zaterdag maar in verband met de harde wind hebben we nog een dagje gesmokkeld en zijn de volgende dag pas vertrokken.
Ook zondag nog harde wind maar op zee viel het mee. Alleen de fok uit en de wind in de rug was goed te doen. Een school dolfijnen begeleidt ons als Curacao uit het zicht verdwijnt. Wel kregen we steeds hogere zeeën, de wind werd krachtiger en het zeil stond strak. We blijven ver van de oostkust van Aruba in het diepe water. Hier zijn de golven minder hoog en langer. We moeten ongeveer 700 mijl naar Panama een hebben nog een stukje voor de boeg.

Maandag nam de wind een beetje af maar het bleef onrustig en vlagerig. Teveel wind voor de kluiver en soms te weinig voor de fok. Gezien de weerberichten zetten we liever niet teveel zeil en we doen het rustig aan. Dan maar een dagje langer varen. Er zijn erg veel vliegende vissen. Het zijn net zwaluwtjes. Ze scheren grote stukken over het water om er vervolgens weer in te duiken. Sommige duiken op ons dek. Henk heeft vandaag 17 visjes van het dek geraapt en weer aan de zee teruggegeven.

De dagen komen we door met lezen, lummelen en mailen. We hebben weinig nuttige informatie over de doortocht van het kanaal in Panama en Jack van de Tin Hau (die nu vermoedelijk nog op Curacao ligt) wist dat Henk van de Sogno d'Oro, solozeiler op een Midget 28 , al in Panama was gearriveerd. Henk kende we al van onze reis vanaf de Kaap Verden naar de Carieb maar had toen nog geen sailmail (mail via de radiozender). Inmiddels heeft Henk dat wel en van Jack zijn adres gekregen. De informatie die we nu van Henk hebben toegezonden gekregen is helemaal geweldig. Een zeer zorgvuldige beschrijving van de ankerplaatsen, wat te doen bij aankomst en hoe het vervolgens allemaal verloopt heeft Henk ons toegezonden. Henk heeft het kanaal al achter de rug en ligt inmiddels op de Pacific. Wij zijn bijzonder blij met alle info en weten nu in ieder geval een beetje wat te doen als we daar arriveren.

Inmiddels is het alweer woensdag, 30 maart, en varen met een noordoosten wind van 5 beaufort richting Panama. Het is lekker weer en we hebben nog zo'n 370 mijl te gaan.

Dinsdag, 5 april 2011


Zaterdag, 2 april 2011 zijn we op het zeil voor anker gegaan bij Club Nautico in Puerto Cristóbal. De koppeling van de motor heeft het begeven en nu hebben we geen mechanische voortstuwing meer oftewel de schroef draait niet meer rond. We komen zonder zeil niet vooruit. We hebben dus een probleem maar inmiddels wordt er aan gewerkt.


De door de Sogno d'Oro aanbevolen agent Tito voor het Panamakanaal heeft ons verder geholpen. Inmiddels zijn we ingeklaard wat hier een hels karwei is, de aanmelding voor het kanaal is gedaan en we hebben een reparateur kunnen vinden. De koppeling ligt nu uit elkaar en de nieuwe onderdelen moeten besteld worden. Hoelang dit gaat duren weten we nog niet maar het zal wel weer lang zijn. We zullen het beste er maar van hopen. We zijn vandaag al drie keer naar Colon geweest voor de motor. We worden opgehaald en weer terug gebracht. Colon schijnt gevaarlijk te zijn. De huizen zien er in ieder geval erbarmelijk uit. Vaak geen ramen, geen deuren, het schilderwerk ziet er niet uit enz. Inmiddels een nieuwe telefoon gekocht om én met Tito én de werkplaats van de motor te kunnen onderhandelen. Zo blijven we nog een paar dagen bezig. Wij kunnen nu alleen nog maar wachten en hopen dat de reparatie vlug zal gaan. Pas dan kunnen we verder met de doorvaart van het kanaal.

Dinsdag, 12 april 2011


We liggen hier nu een dikke week op de ankerplaats bij Club Nautico. Deze club stelt niet veel voor. Er is een dieseltankplaats, een waterkraan, een restaurantje en een heel veel oude garageboxen of zoiets. Verder liggen hier een paar werkboten, een visboot en een weggerotte steiger. We mogen bij de steiger onze bijboot neerleggen maar dat kost wel 5 dollar per dag. De haven wordt bewaakt. De bewaker heeft een kogelvrijvest aan. Als hier boodschappen worden gebracht dan komt er meestal ook een bewaker mee, mét geweer. De club is gevestigd in de rijke buurt. Daardoor kunnen we redelijk veilig op pad voor onze dagelijkse boodschappen.  Er staan hier mooie huizen met hele dikke muren er omheen. Over deze muren is weer prikkeldraad gespannen. Er is geen terrein waar je zomaar op kunt lopen.  De ankerplaats is onrustig. Vracht- en passagiersschepen varen hier af en aan. Werkboten scheuren dwars over de ankerplaats en houden geen rekening met de geankerde boten en veroorzaken hoge golven. De hele dag is er lawaai van de drukke havenactiviteiten. Dieselwalmen komen  langs ons heen. Er zijn aangenamere plaatsen om voor anker te liggen.


Colón is verschrikkelijk. Thomas Siffer schrijft hierover het volgende in zijn boek: “Colon lijkt op hoe wij Beiroet op het hoogtepunt van de burgeroorlog herinneren. Overal zie je ruïnes waar mensen nog in leven, zwartgeblakerde gebouwen (van het roet of van de rot), braakliggende terreinen die kleine sloppenwijken zijn en karkassen van gebouwen waarin waslijnen hangen. In onze reisgids wordt Colon een urban jungle genoemd. Ik heb hoe dan ook nog nooit zoveel politie en privébewakingsagenten gezien als hier. Zelfs bij het internetcafé zit er eentje, zwaarbewapend. Aan elke bank heb je er twee. “ Wij sluiten ons helemaal aan  bij deze woorden.

Inmiddels is er een nieuwe koppeling voor onze boot besteld. Dit heeft nogal wat voeten in aarde gehad want die dingen zijn hier niet zo gemakkelijk te krijgen. De eerste oplossing zou z’n 5 tot 6 weken in beslag nemen (zo niet langer want dat weet je hier maar nooit). Wij hebben nu een veel duurdere oplossing aangeboden gekregen maar hopelijk is de koppeling er dan over 2 weken. Gezien de situatie hier hebben we voor de laatste en dure oplossing gekozen. We hopen dat de reparateur zich aan zijn woord houdt. Als de motor het straks weer doet kunnen we verder de doorgang door het kanaal gaan regelen. Ook dat gaat zo´n 10 tot  14 dagen duren (wachten, wachten en nog eens wachten). Voorlopig zijn we hier nog.

Vrijdag 22 april 2011


Maandag, 18 april kregen we bericht dat de koppeling was aangekomen. Dinsdag zou hij geïnstalleerd worden.  Zo gezegd, zo gedaan maar helaas bleek dat de koppeling een nieuwer model was dan onze motor. Gelukkig wisten de monteurs  hier raad mee. De koppeling en wij weer naar de werkplaats. Na de nodige uren hieraan gewerkt te hebben zou alles in elkaar moeten passen. Terug naar de boot en  na nogmaals  enige tijd  gesleuteld te hebben  kon de motor gestart worden en de  schroef draaide weer. Toch hadden we het gevoel dat er iets nog niet goed was en dat bleek de volgende ochtend dan ook. Op de ankerplek draaide de schroef wel  maar de  gashandel ging erg stroef. De volgende ochtend belde Tito, onze kanaalagent, dat wij zo snel mogelijk naar de Flats (een ankerplaats voor jachten waar metingen worden gedaan voor de kanaaldoorvaart)  moesten voor de meting van ons schip. Motor gestart , anker opgehaald en daar gingen we met heel veel knarsen en nauwelijks voortgang. Gelukkig bleek Tito zich vergist te hebben  en belde weer  op dat we een dag te vroeg waren. Wij konden  de boot terugleggen op de ankerplek en hebben de reparateur weer gebeld. Nu kwam de baas er zelf bij om te bekijken wat het euvel zou moeten zijn. Na diverse keren starten en het geknars laten horen dacht de beste man het te weten. De monteurs kwamen weer en na  het bijstellen van de gashandelverbinding verdween het geknars en liep de motor redelijk.  Maar omdat de voortgang door het water nog lang niet voldoende was moest er toch ook wat met de schroef  aan de hand zijn. Henk is het water ingegaan en onder water bleek dat er een laag van 1 centimeter schelpen aan de schroef gegroeid te zijn. Deze ook verwijderd en  gelukkig liep toen de motor  weer als een zonnetje. We zijn weer blij.

Maandag, 25 april 2011


Vrijdag mogen we waarschijnlijk door het kanaal. Veel vlugger dat we dachten. Hoe dat mogelijk is weten we niet maar we zijn er erg blij mee. Belgische vrienden van ons, Gaston en Ludo van de Scampi,  wachten nu al drie weken. Wij hebben dus hartstikke veel geluk.
Op dit moment regent het pijpenstelen. Het kan ons niets schelen. Vrijdag kunnen we verder, Hiep,  hiep, hoera!

Donderdagmorgen heeft de meting van ons schip alsnog plaats gevonden. De betaling voor het kanaalgeld is gedaan en vanavond na 18.00 uur kunnen we bellen om te horen  wanneer wij door het kanaal kunnen. Dat zal nog zeker zo’n 14 dagen duren want alle andere zeilboten voor ons moeten ook zo lang wachten, soms nog wel eens langer.  Wij wachten dus maar rustig af en maken ons maar niet meer druk.

Zaterdag, 30 april 2011


Dinsdagavond, 26 april kregen we bericht van de tijdregistratie van het Panamakanaal dat we woensdagavond door de sluis konden.  Toen werd het even hectisch. We hadden al bericht gekregen dat het vrijdag zover zou zijn maar nu was het nog weer 2 dagen eerder. Tito gebeld dat hij de volgende dagen de 4 lijnen van 40 meter lengte moest brengen, de autobanden voor bescherming rond de boot en dat de 3 handliners gereed moesten staan. Woensdag om 14.00 hadden we alles rond, inclusief de boodschappen. De handliners blijven namelijk een nacht aan boord en moeten een warme maaltijd krijgen, zowel de eerste als de tweede dag. We overnachten op het Gatunmeer op het kanaal.

Bijschrift toevoegen
Woensdagmiddag om 15.00 uur richting de Flats (ankerplaats voor het kanaal) om daar op de advisor te wachten die ons door het kanaal begeleidt. Deze zou rond 18.00 uur komen maar dat werd 19.30 uur. Het was al donker. Met een Amerikaanse catamaran en een andere Engelse zeilboot samen op weg naar het kanaal. Vlak bij het kanaal begint het weer te regenen en te donderen. Niemand trekt zich daar wat van aan, we gaan gewoon verder. Onze boot werd vastgemaakt aan de cataman, de Engelse boot aan de andere kant van de catamaran. Daarna konden we de sluis in, achter een heel groot vrachtschip. De handliners, zelf was ik ook handliner  want men is verplicht om 4 handliners aan boord te hebben, deden hun werk heel goed. Zelf heb ik toegekeken, ze hadden me niet nodig. Henk was aanwezig als de kapitien en de advisor gaf zo af en toe een instruktie.  Vanaf de kant werden keesjes toegeworpen. De handliners deden daaraan onze lijnen die vervolgens naar boven werden getrokken. Daarna lagen we met z’n drieën in het midden van de sluis. Vanaf de kant werden we door de drie sluizen getrokken.  Rond 22.00 uur waren we dan eindelijk op het Gatunmeer waar we aan een boei konden overnachten. De volgende morgen om 6.00 uur moesten we weer gereed staan voor het volgende traject.

We hadden ons bijna verslapen maar de handliners maakten ons wakker rond 6.00 uur. De advisor, die was wel van boord gegaan, kwam natuurlijk weer een uur later. Rond 7.00 uur vertrokken voor de rest van de doorvaart. Gelukkig was het weer opgeknapt.

Het kanaal bestaat grotendeels uit een stuwmeer. Onder water staan nog huizen die wij natuurlijk niet meer zien. Vroeger hebben hier mensen gewoond maar die hebben elders een plek moeten zoeken. We varen door de jungle naar de andere kant van Panama. De toppen van de bergen rond ons heen zijn weelderig begroeid. Het was een mooie tocht.  Helaas, bij de laatste drie sluisen kregen we wederom een stortbui over ons heen. Rond 15.00 uur waren we dan eindelijk door het kanaal. De advisor werd weer van boord gehaald. De handliners even verderop.


Nu liggen we in de Pacific, in de ankerbaai  bij Flamengo island, op ons  anker. Het is hier heerlijk rustig, geen lawaai van vracht- of passagiersschepen, geen pilots en geen werkboten. De contouren van Panama City aan de ene kant, de bergen van Panama aan de andere kant. Het is hier veilig, we kunnen weer normaal rondlopen zonder dat de politie je sommeert om terug te gaan naar de haven .

Hier gaan we onze laatste boodschappen halen, de was  doen etc. en kunnen dan over een paar dagen vertrekken voor de tocht naar de Galapagos.  We doen het nog even rustig aan en genieten van onze vrijheid.

Maandag, 9 mei 2011


Eindelijk hebben we Panama achter ons gelaten. Eenmaal door het kanaal zijn we nog een dikke week gebleven. De ankerlier deed het niet meer en was niet even gauw te repareren. Dus een nieuwe besteld, gekregen en geïnstalleerd. Ooit schreef ik al eens, alles gaat kapot, je weet alleen niet waar en wanneer. Het blijkt in ons geval waar te zijn. Veel dingen gaan kapot. Dat is niet alleen bij ons, op de ankerplaats bij Flamenga Anchorage bleken er diverse boten met allerlei problemen te liggen. Gelukkig was de ankerlier binnen 4 dagen te leveren nadat we de juiste persoon hadden gevonden die dat ding kon bestellen zonder te veel poespas. Op de een of andere, ons niet duidelijke wijze, zelfs zonder tax (soort BTW). Daar waren we weer blij mee.
Gelukkig is alles nu weer goed en zijn we eindelijk op weg naar de Galapagos eilanden. In deze tijd heersen hier slechts lichte winden. In tegenstelling tot veel andere zeilboten hebben wij ons dek niet vol gestouwd met jerrycans met diesel. Wij hebben slechts een beperkte voorraad en we moeten alle wind die we hebben benutten. We zijn sinds zondagmiddag, 12.00 uur op pad en vandaag, 24 uur later hebben we nog maar 65 mijl afgelegd van de 870 mijl die we te gaan hebben. Gaston en Ludo van de Scampi hebben ons gemaild dat het geen gemakkelijke tocht was. Zij zijn inmiddels op de Galapagos eilanden en hebben dit even doorgegeven. We weten wat ons te wachten staat. We gaan nu gelukkig even met zo'n gangetje van 5,1 knopen over de grond en als dit een poosje zo doorgaat dan blijft het leuk. De gribfiles zeggen helaas andere dingen (nauwelijks wind). We wachten dus maar af. Hopelijk redden we het binnen 10 dagen.
Op 18 april 1994 voeren Jan-Willem en Attie Marinussen hier ook. Wij hebben een kopie van hun oude kaart, naast onze electronische kaarten, en uit hun aantekeningen blijkt dat zij hier toen ook voeren. Het is grappig dit te zien. Zo te zien waren zij er in een dag of 9.


Woensdag,18 mei 2011


Het zit ons de laatste tijd niet mee. Alles lijkt verkeerd te gaan. We zijn op weg geweest naar de Galapagos eilanden maar zijn na 350 mijl omgekeerd.  Op donderdag de 12e mei kregen we een touw in de schroef. Daar moet een motor tegen kunnen en we zijn in eerste instantie  doorgevaren op het zeil. We voeren op de motor i.v.m. zeer weinig wind en wel golfslag. Daar wordt je gek van en dan gaat de motor bij.  Maar op vrijdag de 13e (zou dat echt een ongeluks dag zijn?), we voeren eindelijk eens  lekker met wind mee en niet teveel stroom tegen. Midden in de nacht kregen wij een wind- en regenbui over ons heen en is het grootzeil gescheurd. Vanaf dat moment  konden we alleen nog maar gereefd zeilen.

Aangezien er tussen Panama en Nieuw Zeeland en/of Australië nauwelijks faciliteiten zijn voor zeilboten hebben we besloten terug te gaan naar Panama om de boel weer gerepareerd te krijgen. 20 Mijl voor Panama lukte het Henk om het touw uit de schroef te verwijderen. Helaas bleek daarna een vreemd geluid in de motor te zitten. Nu liggen we weer op onze ankerplek. Uit onze inspektie blijkt dat er een motorsteun is gebroken. Hier bij de ankerplek is een servicecentrum die allerlei nautische problemen probeert op te lossen.  Hopelijk kunnen deze mensen ons verder helpen.

Tot onze grote verbazing ligt Jack van de Tin Hau ook nog steeds in Panama. Jack ligt bij de jachtclub maar daar was voor ons geen plek toen wij daar afgelopen maandag aan kwamen. Dat moet 3 dagen van tevoren worden aangevraagd en als je dan geluk hebt krijg je plek. We liggen dus weer goedkoop op ons eigen anker. Jack dacht daar 3 dagen te liggen maar dat is inmiddels ook al 3 weken geworden. Net als wij heeft  Jack motorproblemen en hoopt aanstaande zaterdag weer verder te kunnen.

We hebben opnieuw moeten inklaren bij de douane en melden bij de immigratie. Ook dat ging niet over een leien dakje. Toen wij hier vertrokken richting de Galapagos vonden wij de uitklaring al op een hele vreemde wijze tot stand komen. We moesten naar de internetcorner van Las Brisas (een klein winkelcentrum hier vlak bij onze ankerplaats) om uit te klaren. Een zeer bijzondere plek om dit te doen. Bovendien kostte deze uitklaring nog eens $ 20. Dit omdat de man op zaterdagavond  om 20.00 uur kwam. Dan konden we zondags weg. Als je na een tijdje op zee weer terug komt moet er opnieuw ingeklaard worden. Omdat Tito (onze agent) in Colon woont besloten we dit zelf te doen, hier vlakbij in de Flamengo Marina. Daar bleek dat wij een vals uitklaringsbewijs hadden gekregen. Na allerlei vragen beantwoord te hebben (wie had dit geflikt en wat hadden we er voor betaald, enz.)  werden we gelukkig wel weer ingeklaard. Het kostte nu zelf niets.

Inmiddels begint de tijd te dringen. We zouden hier allang weg moeten zijn volgens ons reisschema. Aangezien we nu geen idee hebben hoelang dit probleem gaat duren maken we ons ook maar niet meer druk. Als het te lang gaat duren dan  passen we ons reisschema wel aan. Per slot van rekening gaat Laura (het zeilmeisje) in 2 jaar rond. Wij hebben nog 3 jaar te gaan en hebben wel wat rek in ons schema zitten. 

Woensdag, 25 mei 2011


Gisteren zouden we nieuwe motorsteunen krijgen. Helaas bleken dit de verkeerde te zijn. Juan, onze adviseur,  heeft nog verder gezocht maar de motorsteunen moeten, zoals de meeste dingen hier, uit de States komen. Ze zijn hier niet. We zullen dus moeten wachten tot aanstaande dinsdag. Ook ons zeil is nog niet terug.   We wachten  maar weer geduldig af, lezen veel, luieren veel, gaan uit eten  eten af en toe nemen we een heerlijk ijsje. Het leven is hier goedkoop dus dat kan best. Om onze lijn hoeven we ook niet te denken, daar gaat het goed mee.

Maandag, 30 mei 2011


We liggen nog steeds in Panama. Vorige week maandag zou het zeil gerepareerd zijn. Dat werd verschoven naar vandaag maar vandaag is weer morgen geworden. Maar er is aan gewerkt. Dat hebben we met eigen ogen gezien. Alleen het oog moet er nog aangezet worden. De zeilmaker begrijpt niet dat het zeil gescheurd is in een windbui. Het zeil is van goede kwaliteit en hij dacht dat er iets heel erg mis gegaan was. Dat viel wel mee maar ondanks dat hadden we toch een scheur. Jammer.

Aanstaande woensdag krijgen we waarschijnlijk de motorsteunen. Dan moet Henk weer even hard aan het werk om die dingen onder het motorblok te krijgen. Dat zal niet meevallen maar het moet. Hopelijk, als alles het doet zoals het hoort,  kunnen we aan het eind van de week weer vertrekken. Het wordt spannend. Jack Janssen van de Tin Hau ligt net als wij ook met problemen (www.sailingsjaakie.com). Jack lag ook in Bonaire, in Curacao en nu ook weer in Panama en bij hem loopt het ook niet over rolletjes. Jack laat een nieuwe motor inbouwen en hoopt ook eind deze week te vertrekken. Wie zal het eerste zijn? Wij zelf zijn erg benieuwd.

Vrijdag ,10 juni 2011


Wat maken we mee in Panama? Hiervoor even een stukje uit ons logboek.

Donderdag, 2 juni 2011, Hemelvaartdag.

In de morgen vroeg uit de veren. Onze motorsteunen zouden geleverd worden. Helaas, eenmaal op de kant blijkt Juan deze nog niet te hebben. Weer terug aan boord. Rond 10.00 uur zien we een bootje door de ankerplaats heen varen. Het lijkt een bootje met toeristen maar die zien we hier niet vaak. Eenmaal dichterbij zien we dat het een bootje van de havendienst is met allerlei "officials" erop. Zeker zo'n 8 mannen en vrouwen. Ze leken wat te zoeken en al gauw werd de boot bij Mirus langszij gelegd. Toen herkende ik de beambte van de douane die ons bij de 2e binnenkomst in Panama vertelde dat we een vals uitklaringsbewijs hadden. De man verzocht ons mee te gaan om een verklaring af te leggen. Het zou niet zo lang duren en we hoefden ons geen zorgen te maken. Alleen “even” een verklaring afleggen. Wij zijn in de bijboot gestapt en onder begeleiding van de douane, immigratiedienst, recherche etc. naar steiger gevaren waar onze bijboot neergelegd kon worden.
Toen ik nog werkte dacht ik vaak een figurante te zijn in een hele saaie film. Nu leken we ineens spelers in een misdaadserie.We werden naar een klein kantoortje gedirigeerd en daar begon men ons vragen te stellen over wie, wat en hoe we aan dat uitklaringsbewijs waren gekomen. Dat werd schriftelijk vastgelegd en na een half uurtje dachten we weer terug te kunnen naar onze boot. Helaas, niet waar. We moesten mee naar het Ministerio el Publicio (bij ons zoiets als het Ministerie van Justite). Daar aangekomen werden we naar een van de vele verhoorkamertjes gebracht. We konden plaats nemen op een paar harde, ongemakkelijke stoelen. Even later kwam er een vertaler bij (van Spaans naar Engels en omgekeerd). Na beloofd te hebben dat we alleen de waarheid zouden spreken (op straffe van gevangenisstraffen van 2 tot 5 jaar) begon men weer aan het verhoor. Eerst onze namen, adres, namen van ouders en werkgevers, leeftijd, paspoortnummer, wat kostte de boot, waarom ben je hier en hoe is het mogelijk dat je 4 jaar er tussen uit bent? De levensloopregeling uitleggen wekte nogal wat vraagtekens op maar uiteindelijk begrepen ze het. Henk mocht een verklaring afleggen waarmee hij mij machtigde om het woord te voeren. Hij kon dan weer weg naar de boot want het bleek inmiddels heel lang te gaan duren. Henk werd terug gebracht naar de boot want Juan zou rond 15.00 uur de motorsteunen brengen. Ik bleef daar achter voor de vragen en het hele verhaal vanaf aankomst in Panama, hoe we aan Tito, onze kanaalagent die ons dit geflikt had, waren gekomen etc. Na 6 uur verhoor en de belofte met niemand hierover te spreken mocht ik eindelijk weer gaan. Ook mochten we met Tito geen contact maken, als Tito belde niet opnemen en als we hem zouden zien meteen rechtsomkeer maken. De heren hadden zelfs hun lunch ervoor laten schieten hetgeen hier als bijzonder kan worden beschouwd. Koffie, thee of water hadden we al die tijd niet gehad maar ik werd in ieder geval weer keurig naar de haven teruggebracht. Henk stond op me te wachten en Juan was nog steeds niet geweest. Zeer geïrriteerd Juan gebeld en zijn voicemail ingesproken dat hij zich weer eens niet aan zijn afspraak had gehouden. Het hielp, 's avonds om half zeven werden ze alsnog geleverd. 
Inmiddels was het vijf uur geworden. We waren nog net op tijd voor het Happy hour en de daarbij behorende biertjes en pizza. Na een dag zonder eten en drinken ging dat er wel in."


Inmiddels hebben we Panama weer achter ons liggen. Toen we gingen uitklaren werd er nog naar allerlei instanties gebeld of we echt wel weg mochten maar uiteindelijk hebben we nu dan toch een officieel uitklaringsbewijs. Nu varen we weer op de Stille oceaan, richting Ecuador. We hebben onze plannen gewijzigd. We zouden in november naar Nieuw Zeeland gaan. Door alle problemen in Panama wordt dat kort dag. We hebben besloten eerst naar Ecuador te gaan, vervolgens naar de Galapagos en dit jaar niet verder dan Tahiti. Volgend jaar zien we wel weer verder. We hebben voldoende tijd en willen niet door de Pacific heen scheuren maar ook nog wat zien.

Vrijdag, 17 juni 2011


Eenmaal uit Panama vertrokken hebben we de koers gezet richting Ecuador. De eerste 2 dagen gingen niet zo snel, de wind liet ons in de steek. Dolfijnen zwommen langs onze boot en af en toe een schildpad. Later stak de wind op en deze bracht ons al kruisend naar Ecuador.



Z'n 100 mijl voor de kust van Colombia kwam er uit het niets een vissersbootje met grote snelheid op ons toe. De boot draaide precies op onze koerslijn en bleef op ons wachten. Een onbehaaglijk gevoel bekroop ons. Waren dit vissers en wat moesten ze van ons of waren het piraten? Wegvaren of omdraaien had geen zin, de vissersboot zou ons gemakkelijk inhalen. We hadden nauwelijks nog wind en langzaam kwamen we bij de wachtende vissersboot. We zwaaiden, de vissers riepen wat en maakten gebaren. We begrepen ze niet maar ineens herkende Henk hun gebaar.  Ze hadden honger en of we wat te eten hadden. We hebben ze een paar pakken koek en blikjes cola gegeven. Daarna vertrokken ze weer naar hun stek.

Na 6 dagen waren we voor de kust voor Ecuador.  Hier liggen veel drijvende vislijnen. Overdag zie je die lijnen al niet, laat staan ´s nachts. En ja, wij voeren erin en lagen met het roer vast achter z´n lijn. We hebben de zeilen naar beneden gehaald en geprobeerd de lijn achter het roer te verwijderen. Dat lukte helaas niet. Na een half uur kwamen er vissers aan en die leken te willen helpen. Helaas deden ze dat niet. Ze plukten  de vissen uit het net en vertrokken. Wij opnieuw aan het prutsen en opeens waren we toch los. We konden weer verder.



Dag 6 zijn we de evenaar gepasseerd. Henk heeft dit in een filmpje vastgelegd. De van Nelleke gekregen vlaggetjes en het Wilhelmus dat daaruit komt hebben we voor dit evenement gebruikt. Ook Neptunus heeft ons nog verwelkomt met een lekkere fles champagne. Hij ligt nog in de koelkast. Het was al dagen SW-wind, beaufort 4/5 en die fles openen leek ons geen goed plan.


Na 7 dagen waren we bij de ingang van Bahia de Caraques, Ecuador. Met de marina in de rivier (www.puertoamistadecuador.com) was al afgesproken dat we zouden komen. Het is daar een waddengebied en de marina stuurde een pilot naar de wachtplaats om ons met hoog water naar binnen te begeleiden. We waren wat vroeg en lokale vissers wilden ons ook wel begeleiden. Gelukkig zijn we hen niet gevolgd, dat zou te vroeg geweest zijn. Vermoedelijk waren we dan vast gelopen.



Nu liggen we aan een mooring bij de jachtclub. We werden warm verwelkomt en alle faciliteiten zoals water, douches, internet, bar en restaurant staan tot onze beschikking tegen een geringe vergoeding. Het ziet er goed uit. Het papierwerk zoals douane en immigratie wordt door hen verzorgd. We hoeven zelf niets te doen. Vanmorgen werd de gezondheidsdienst even aan boord gebracht. Deze kwamen inspecteren of we niet ziek waren (nee dus) en of we verse spullen aan boord hadden. Na een kleine inspectie verdween de beste man weer.


Ondanks het feit dat we net onder de evenaar zitten is de temperatuur hier aangenaam. Er loopt een koude golfstroom langs de kust en die hiervan de oorzaak is. In Panama sliep ik vaak buiten vanwege de warmte, nu is het prettig om binnen te slapen.

Ecuador bestaat uit 3 delen: de dichtbevolkte kuststreek van de Grote en Stille Oceaan, het hoogland van de Andes (Chimborazo, 6310 meter hoog) en het laagland van de Oriente, waar zich tot de grens van Peru een tropische regenwoud uitstrekt . Morgen gaan we op zoek naar een touristenkantoor. Medezeilers hebben hun Planetboek al aangeboden om te bekijken wat er zoal te doen  is. We willen wat rond gaan kijken. Het land is in tegenstelling tot Panama niet gevaarlijk en de mensen zijn bijzonder vriendelijk.


Zaterdag, 25 juni 2011

In Bahia de Caraques, Ecuador

We hebben deze week wat rond gekeken hier in de omgeving. Het is hier zeer armoedig. Er zijn een paar mooie stranden, helaas zonder toeristen. Alle strandtentjes staan leeg. Alles is hier spotgoedkoop. Vier grapefruits, een grote ananas en tien bananen kosten slechts € 1,20. Een biertje (zeg maar bier want het is een fles van 600 ml) kost in de bar € 1,25. Een duur hoofdgerecht in het restaurant kost slechts € 8,00. Hier worden we niet arm van en gaan dus lekker uit eten.

Over de rivier hier (Rio del Chone) is van Europees geld een prachtige brug gebouwd. De inwoners van Bahia kunnen nu over de brug naar de overkant (San Vicente). Velen gaan gewoon met het pontje, sportieve mensen gebruiken de brug om te joggen. 's Morgens rijden er wel wat auto's over maar hij is beslist niet druk. Deze brug is een keer langer dan de Zeelandbrug. Echt noodzakelijk lijkt hij niet en we zijn benieuwd hoe hij er over 5 jaar uit ziet. Wij denken: Jammer van ons geld. Met een pontje erbij hadden er meer mensen werk gehad en die brug is straks toch vervallen en waardeloos.

De temperatuur is hier goed. De hemel is vaak bewolkt maar het regent niet veel. In Panama hadden we vrijwel iedere middag regen en onweer. Het slaapt in ieder geval erg lekker en soms heb ik zelfs zin in een dekentje. Dat is de laatste tijd wel anders geweest.

Woensdag, 29 juni 2011


We zijn met de bus (8 uur rijden door Ecuador) naar Quito gegaan. Quito is het 2e grootste stad in Ecuador en de oude stad schijnt het bezichtigen waard te zijn. Zoals ik al eerder schreef is alles hier spotgoedkoop. De busreis in een heuse touringcar kostte slechts $ 9,00 per persoon. Het hostal waar we overnachten kost slechts $ 13,00 per persoon per nacht. Het eten onderweg, Henk nam een portie bij een busstation, kostte slechts $ 3,50 met 2 glazen limonade erbij. Het bord was zo groot dat ik er ook maar van heb meegegeten.

We hebben vandaag Quito bezichtigd maar we zijn geen echte stedenliefhebbers.    We gaan morgen weer verder naar de Cotopaki vulkaan, z'n 2 uur rijden verder. We worden morgen voor 5 dollar p.p. vervoert naar de volgende hostal. We hebben er zin in. We hebben lang genoeg de stad, veel mensen en drukte gezien en uitlaatgassen geroken. We weten weer hoe een stad is en zijn liever in de natuur.

Dinsdag, 5 juli 2011


In the Secret Garden Cotopaxi
Vanuit Quito met de shuttlebus van Secret Garden Quito  (www.secretgardenquito.com ) door naar het hostal Srecret Garden Toxipaxi (www.secretgardencotopaxi.com ). Dit is een traditionele berghut aan de voet van de hoogste, nog aktieve vulkaan van de wereld.  Onze tocht vanuit Bahia de Caraques was prachtig, allerelei landschappen gleden aan ons voorbij voordat we Quito hadden bereikt. Ook deze rit was weer bijzonder. Quito bleek veel groter te zijn dan we gedacht hadden. 


Eenmaal buiten Quito rezen allerlei bergtoppen aan alle zijden van de weg omhoog. Ondanks het feit dat we op een hoogte van zo’n 2800 meter waren groeien hier toch loofbomen. Langs de wegen en in de velden lopen Nederlandse koeien mét horens, schapen, geiten, lama’s en af en toe staat ergens nog een varken of ezel aan een touw vastgebonden. Onderweg werd diverse malen bij de vele kleine winkeltjes gestopt. Soms werd er groente ingeladen, dan weer frisdrank en bier, rijst, bonen en er werd zelfs een paardentuig opgehaald. De rit duurde daardoor ietwat langer dan de 2 uur die hiervoor stond maar was wel heel bijzonder. De laatste 20 kilometers gingen over een weggetjes die wij in Holland niet meer kennen. Ik kan me deze weggetjes herinneren van 50 jaar geleden maar volgens mij waren die nog beter. Grote gaten in de weg, kinderkopjes her en der verspreid met dikke gleuven ertussen. De taxi  reed dan ook beslist niet hard en voor een gewone auto, zonder vierwielaandrijving, is het hier nauwelijks te rijden. Maar na veel gehossebos zijn we in ons hostal aangekomen.  Deze hostal ligt prachtig aan de voet van de vulkaan Cotopax op 3500 meter.   De vulkaan is 5897 meter hoog en de top is bedekt met sneeuw. Verder zien we vanuit onze hut allerlei andere vulkaantoppen liggen. De lucht is hier hardblauw, de wolken sneeuwwit en als de zon schijnt  hebben we graag een zonnebril op. Het is een geweldige omgeving.

Hoogteziekte

Helaas werd ik hoogteziek. Deze ziekte uit zich met verschrikkelijke hoofdpijn en is met geen paracetamol of wat dan ook te bestrijden. Het beste is om naar een lagere hoogte te verhuizen maar we hadden ons hostal voor een paar dagen geboekt en dan is dat toch wat lastiger. Daardoor heb ik een vreselijke nacht en dag op bed gelegen maar daarna zakte de hoofdpijn af en kon ik weer aktief deelnemen aan alle activiteiten.

 De vulkaan Cotopaxi

De dag dat ik ziek te bed lag heeft Henk een tocht gemaakt naar de Cotopaxi vulkaan. Deze tocht bestond uit een rit met een landrover over nog slechtere wegen dan we op de tocht hierheen hadden. Henk werd alle kanten opgeschud, de weggetjes waren bijzonder slecht. Na  1,5  uur hobbelen was hij dan bij het nationaal park Cotopaxi. Ook daar heeft hij nog een half uur door allerlei landschappen gehobbeld. Uiteindelijk is het laatste deel van de beklimming, vanaf 4500 meter hoogte  tot de sneeuwgrens op 4810 meter, te voet afgelegd.  Ook dit was geen gemakkelijke tochtje maar de moeite wel waard. Henk is niet helemaal naar de top gegaan. Dit is wel mogelijk maar deze tocht moet ’s nachts worden afgelegd omdat  overdag de sneeuw te zacht is. Ons lijkt dit erg vermoeiend en dit laten we liever aan beoefende bergbeklimmers over.

Een mooie wandeling

We hebben een prachtige wandeling naar een watervalletje gemaakt. Met een groep van zo´n 9 man op pad. Laarzen aan want we moesten diverse malen de bergstroom oversteken wat vaak natte voeten tot gevolg had. Het laatste stukje naar de waterval bestond ook weer uit een klauterpartij langs hoge rosten en  door struiken. Maar het resultaat was goed. Een mooi watervalletje. Enkele dappere, jonge toeristen zijn zelfs de waterval ingesprongen. Wij hebben dit maar niet gedaan, het water is hier ijskoud.  
  
En toen de tocht met de paarden.

Nog een mooie tocht te paard afgelegd. We hebben nog nooit van ons leven paard gereden maar dat is vanaf nu verleden tijd.   We blijken natuurtalenten te zijn. ’s Morgens moesten eerst de paarden uit het veld worden gevangen. Zoals dat hoort in de Andes, met  cowboy en  lasso. Nadat alle paarden getuigd waren konden we op pad. 


Vanaf de berghut op 3500 meter brachten de paarden ons naar een hoogte van 3890 meter. De paarden voerden ons door prachtige landschappen. De bevolking van Ecuador werkten hard in de velden op de hellingen van de bergen. Hier gebruiken ze alleen maar hun handen en wat handgereedschap. Machines hebben ze nog niet. Op de terugweg zagen we nog een barbeque buiten met daarop een soort konijn. Later hoorden we dat dit een hamster moest zijn geweest.  Het was een lange klauterpartij en  we waren hartstikke blij op de rug van de paarden deze rit te kunnen doen. Als we eerder hadden geweten hoe dit zou zijn dan hadden we dit jaren eerder gedaan. Het was een geweldige ervaring. Mijn paard had er zin in, soms ging hij in draf en hij ging zelf galoperen. Ik galoppeerde maar mee. Het paard vertelde wat hij wilde doen. Ik had eigenlijk niets in te brengen. Ook al zijn we natuurtalenten, die moeten het toch ook leren met vallen en opstaan. Gelukkig zijn we niet gevallen. 


The Secret Garden Cotopaxi hostal (eco hostal)

Onze kamer, in  een  gebouwtje buiten de berghut, bestaat uit twee verdiepingen. Op de begane grond bevindt zich het bad, het toilet, de kachel en wat ruimte voor onze spullen. Boven, op de zolder, staat een heerlijk bed met dekens. Het is hier ’s nachts koud. ´s Avonds om een uur of acht wordt door de bediening de kachel opgestookt zodat de ruimte warm is als we gaan slapen. Ook de kaarsen worden aangestoken. Er is hier geen electrische tijd.   De maaltijden worden in de berghut geserveerd. We zitten met zo´n 20 man, met allerlei nationaliteiten, aan een grote tafel. Er is geen keuzemenu maar dat is ook niet nodig. Het voedsel is lekker. De koffie, thee, frisdrank, ontbijt, lunch en diner zijn allemaal in de prijs inbegrepen. Verder heben we hier een jaccuzi tot onze beschikking. Mobiele telefoons kunnen hier niet worden gebruikt, er is geen internet.  Om 17.30 uur krijgen we een snack aangeboden bij het brandende haardvuur in de berghut.   Om 19.00 uur staat het diner klaar en na het diner schaart iedereen zich weer rond het haardvuur om gezellig over hen belevenissen te babbelen.  Hieronder het uitzicht vanuit de berghut en onze slaapruimte is op de vulkaan. 


Er staan prachtige bloemen rond het hostal. Ook langs de wegen staan de prachtige bloemen. We zien hier ook weer paardenbloemen, margrieten, vuurpijlen en allerlei andere bloemen die we ook in Nederland zien. Gewoon langs de weg, in het wild. Het is hier een prachtige omgeving en we zijn blij dit gezien te  hebben.

Zaterdag, 9 juli 2011


Inmiddels zijn we weer op weg naar de Galapagos eilanden, z'n 600 mijl vanaf Ecuador. Het eerste etmaal hebben we 145 mijl afgelegd en ook nu lopen we nog steeds lekker. Volgens de weerberichten houden we wind uit het zuiden, 4 á 5 Beaufort en dat schiet lekker op.
Bij het opvragen van een nieuw weerbericht via de SSB-zender kwam ook een mail binnen van onze goede vriend én verzekeringsagent Wijnand van Essen met betrekking tot de kosten voor de nieuwe koppeling voor onze motor, onze schade in Panama. In eerste instantie leek de verzekering niet geneigd ook maar iets te vergoeden van deze (hoge) kosten maar dankzij de deskundigheid en vasthoudendheid van Wijnand heeft de verzekering nu toegezegd een belangrijk deel van deze kosten te vergoeden.

Vrijdag ,15 juli 2011


We zijn op de Galapagos eilanden, Isla Santa Cruz. We hebben 4 etmalen gezeild over 600 Mijl. Het ging hartstikke lekker. Inmiddels de reuze schildpadden gezien. Luie beesten!
Internet is hier vreselijk traag. Foto´s blijven nog even achterwege.

Dinsdag ,19 juli 2011


Tja, wat zullen we zeggen van de Galapagos eilanden? Volgens de toeristische informatie moet het hier prachtig zijn maar het valt ons een beetje tegen. We zijn vermoedelijk inmiddels verwend. Er is best wel wat ter zien. De reuzenschildpadden zijn indrukwekkend maar het is net zoiets als een dierentuin. Helemaal gebaseerd op het toerisme.  Verder komen we vaak leguanen tegen, op de boulevard en op het strand. Zeehonden zwemmen af en toe  langs de boot en als ze de kans krijgen dan klimmen ze er zelfs  in. Bij ons lukt dat gelukkig niet.  Af en toe zien we een zeeschildpad.

We zijn met een toeristenboot naar Isla Isabela geweest. Wij doen dat niet met onze eigen boot want dat is niet toegestaan door de autoriteiten van de Galapagos eilanden. Daarvoor hadden wij een zeer dure cruisers permit moeten kopen. Ons verblijf op één eiland van 20 dagen kost al genoeg. Wij doen het daarom  met de toeristenboot. Ook niet goedkoop maar dan zien we toch nog wat meer. Isla Isabela  schijnt een van de mooiste eilanden hier te zijn. Ons werd geadviseerd hier een paar dagen rond te kijken maar de ankerbaai waar onze boot ligt is erg onrustig en we willen de boot nu niet alleen achterlaten voor een paar dagen. We hebben daarom slechts een paar uur op Isla Isabela doorgebracht. En hetgeen wij gezien hebben van Isla Isabela was best wel mooi maar ook hier had het weer veel weg van een dierentuin.  De puinguins, slechts een stuk of 10, stonden er armzalig bij.  Af en toe zagen we ook hier weer zeeschildpadden en zeehonden maar beslist niet in grote getalen zoals men doet voorkomen. Een paar haaien lagen te slapen in een lavakanaal. Ook hier weer een grote schildpaddenfarm.  We werden naar een rustplek voor pelikanen gebracht. Dit moest heel bijzonder zijn maar het waren er slechts 4. We hebben niet de moeite genomen om er een foto van te maken. Ook is er op het eiland een vulkaankrater. Na hetgeen we gezien hebben in de Andes op het vaste land van Ecuador boeit ons deze krater niet zo erg en we zullen daar daarom ook geen kijkje gaan nemen.

Op Santa Cruz hebben we een dag een mountainbike gehuurd. Dit omdat we niet gebonden wilden zijn aan een taxi. Wil men namelijk wat meer zien van het eiland dan is dat alleen mogelijk met een taxi of mountainbike. Er lopen hier geen bussen voor toeristen. Men probeert aan alle kanten op toeristen te verdienen.   Alles is duur. De mountainbike kost $ 3,00 per uur. Voor 3 uur dus $ 9,00. Hiervoor werden we op het vaste land van Ecuador  in een mooie toeristenbus naar Quito in het Anesgebergte gebracht, een prachtige  rit van 8 uur.  Met de mointainbike hebben we een redelijke indruk van het hogere deel van het eiland gekregen. Óf we nog een taxi nemen om de rest van het eiland te bekijken is twijfelachtig. Echt spectaculair was het echt niet.

In de ankerbaai liggen op dit moment zo’n 6  zeilboten. 3 Boten daarvan komen uit Nederland. De Aquamante (van Daphe en Vries, die kennen we al vanuit Panama) en de Aletis (van Maarten, een solozeiler).  Maarten wil in 2 jaar de wereld rond.  Gisteren gezellig met de Nederlandse club geborreld en gegeten. Het was al weer lang geleden dat we Nederlanders tegen waren gekomen en even Nederlands babbelen is dan heel leuk. 

Hoe lang we hier nog blijven weten we nog niet. Vandaag is het slecht weer, een beetje regen. Misschien gaan we nog een dag duiken maar gezien de ervaringen op het land hebben we het vermoeden dat het duiken ook tegen zal vallen. Bovendien liegen de prijzen die ze er voor vragen er ook niet om. We zien nog wel. We hebben nog een tijd hier om er over na te denken.

Dinsdag, 26 juli 2011


We hebben de Galapagos eilanden verlaten en nu op weg naar de Marquesas eilanden (Frans Polynesie). Deze tocht gaat zo'n 4 weken duren. Al die tijd zullen er geen foto's komen want de SSB-zender verstuurt geen foto's en internet hebben we al die tijd niet.

We hopen dat het weer beter wordt. Op de Galapagos was het vaak bewolkt en 's avonds hadden we zelfs onze lange broek en sokken aan. En dat op de evenaar. Het wordt veroorzaakt door de koude golfstroom die daar loopt maar het blijft een vreemd idee.

De Galapagos eilanden vielen ons een beetje tegen. Gelukkig konden we er wel lekker en goedkoop eten. Niet op de boulevard maar een paar straatjes verder het dorp in waar de lokale mensen ook eten. Nu zitten we 4 weken op zee en moeten we onze voorraden (in blik) gaan aanspreken. Vermoedelijk minder lekker.

Zaterdag, 6 augustus 2011


Elf dagen geleden zijn we vertrokken richting de Marquesas eilanden. Waarschijnlijk het langste traject (2961 mijl) dat we ooit in ons leven zullen zeilen. Een dag na ons is de Phantun van 2 Australiërs vertrokken, nog een paar dagen later de Aquamante van Daphne en Vries en de Aletis van Maarten. Deze laatste twee zijn beide Hollanders. Het leuke daarvan is dat je via de SSB-zender contact met elkaar kan onderhouden en gegevens kunt uitwisselen. De Phantum heeft geen SSB-zender en hoopt ons in te halen en via de marifoon weerberichten van ons te kunnen krijgen. Tot op heden hebben we ze nog niet gezien of gehoord. Gezien de grote ruimte waar we varen is dat ook niet gek. De marifoon heeft slechts een bereik van 30 mijl en onze onderlinge afstand is vermoedelijk veel groter. De Aquamante kan ons nog gemakkelijk inhalen. Dit is een Hallberg Rassy en 4 meter langer dan de Mirus. Dat loopt harder en met de wind die we hebben zal deze boot goede voortgang maken. Maarten heeft even een omweggetje gemaakt rond de noordzijde van Isla Isabela om walvissen te zien. Helaas geen walvissen en daarna lag hij in een windstilte. Gelukkig heeft hij inmiddels ook weer wat wind.


Wij hebben het eerste en lastigste deel achter de rug. We zijn ruim over de helft en hebben nog 1285 mijl te gaan. De lichte en variabele winden, die hier bekend zijn, hebben we slechts een dag gehad. Daarna werd deze vervangen door een stevige passaatwind, windkracht 5/6 Beaufort. We lopen gemiddeld ongeveer 150 mijl per etmaal. Om een beetje comfortabel te varen hebben we weinig zeil staan. Mirus loopt dan rustiger en we komen er even zo goed.
Alleen de eerste dag, nog bij de Galapagoseilanden, hebben we een paar vissersschepen en ferries gezien. Daarna niets meer. Geen vissers, geen vrachtschepen, geen tankers en zelfs geen enkele zeiler. Er is helemaal niets behalve een paar stormvogeltjes en meeuwen. Dankzij de SSB-zender hebben we nog contact met de Aquamante en de Aletis. We zijn niet helemaal alleen op deze oneindige oceaan.

Woensdag,17 augustus 2011


Maandagmorgen, 16 augustus 2011, bereikten we Fatu Hiva. We hebben zo'n 3000 mijl achtereen gezeild. De motor is alleen gebruikt bij het verlaten van de Galapagos eilanden en het aanlopen in de ankerbaai hier op Fatu Hiva. Het was een tocht met veel wind. Dankzij deze wind zijn we heel tevreden met de overtocht, weinig problemen en lekker opgeschoten. In totaal 20 dagen en 6 uur.
  
De Marquesas eilanden liggen tussen de 08.10.30 graden zuiderbreedte en op ongeveer 140 graden westerlengte. Het zijn vulkanische eilanden met steile, donkere rotskusten, gespleten door menige groene valleien. Geen orkanen, veilige navigatie in diep water, een constante passaatwind en goed zicht. Droomeilanden.


De bevolking telt minder dan 10.000 zieltjes, verspreid over de verschillende eilanden. In de 18e eeuw waren dat er nog zestigduizend, oorlogszuchtige kannibalen. Dat was vóór het contact met de westerse beschaving en ziektes. Toen was de naam "Fenua Enataof” oftewel "land der mannen".
Fatu Hiva heeft scherpgepunte, hoge bergen en diepe valleien. De weelderige begroeing is prachtig na 20 dagen zee. In de Hana Vave-baai, waar we nu liggen, ligt slechts één andere boot, een franse catamaran. We hebben dus alle ruimte. 

Men vertelt dat de letterlijke Franse vertaling van deze baai "Baie des Verges" - pikkenbaai - is, maar dat de missionarissen het als "Baie des Vierges" - maagdenbaai - op de zeekaarten hebben laten vermelden. Kijkend naar de rotsformaties die de baai omgeven lijkt "Baie des Verges" - pikkenbaai - meer op zijn plaats. Nou ja, wij zijn ook geen missionarissen.

Dinsdag ,30 augustus 2011


We liggen nog steeds op Fatu Hiva. Inmiddels zijn de Aletis en de Buya ook binnen gelopen. We liggen nu met vier boten in de baai. Maarten Keja van de Aletis blijkt zijn jeugd in het zelfde dorpje (Achterveld) doorgebracht te hebben als ik. Hoe toevallig dat wij elkaar hier treffen. Het dorp is beslist niet groot en veel mensen wonen daar niet.

Zoals reeds gezegd is de baai hier prachtig. Iedere dag komen hier Mantas (grote vissen van zo'n 2 à 3 meter breed) langs de boot zwemmen. Ook zijn er regelmatig dolfijnen en soms een schildpad. We doen niet veel maar we vermaken ons nog steeds prima. In de baai staan sterke valwinden. Dit doet ons denken aan Loch Maddy in Schotland waar we ooit ook lagen in een zware storm. Daar deed onze motor het niet, hier gelukkig wel .


Het is springtij en daardoor staat er een lange swell (golf) in de baai. Tegen de avond lijkt de baai te gaan koken. Overal witte, spuitende schuimkragen tegen de zwarte lavarotsen. Zelf liggen we betrekkelijk rustig achter ons anker maar naar de kant toevaren is een kunststukje. Gisterenmiddag met alle zeilers uit de baai gegeten bij de lokale bevolking hier in het dorp. Lokale kip. Wij zorgden voor de drank, zij voor het eten. Daarna hebben de heren nog even een partijtje volleybal gespeeld met de lokale bevolking. Zeiknat waren we toen we aan de kant waren. Een enorme swell, net voor het haventje waar onze bijboot kan liggen, had de boot volgegooid met water. Gelukkig is het hier warm en droogt de boel snel.

Wanneer we vertrekken weten we nog niet. We hebben onze naaimachine uitgeleend aan de Aquamante en die is nog niet klaar met de werkzaamheden. We hebben geen haast en wachten maar tot ze klaar zijn.

Dinsdag, 30 augustus 2011


We liggen nog steeds Fatu Hiva, een prachtig eiland hier in de Stille Zuidzee, bij het dorpje Hanavave. Dit is tot nu toe een van de mooiste plekken waar we ooit zijn geweest. En het is lekker weer. Niet te heet en niet te koud. We kunnen hier leuk wandelen en de boot weer poetsen. Die is na iedere oceaanreis verschrikkelijk aangekoekt met algen. Verder wat zwemmen en snorkelen. Verder niets. Er is een winkeltje in het dorpje hier vlak bij maar er is geen bank en we hebben geen polynesisch geld. Bovendien hebben ze alleen dingen in blik, verder niets. Niet erg.

De mensen hier willen alles ruilen. Nu heb ik onze boot vol liggen met sinaasappelen, bananen, papayas, pompelmoenen, limoenen en nog iets waar ik niet van weet wat het is. Vooral de pompelmoenen zijn erg lekker. Ze lijken op grapefruits maar zijn veel zoeter. Papaya moet je met een limoen erover uitgeperst eten. Dan is het ook lekker. We hebben zoveel dat we er zelfs mee ontbijten. Daarvoor hebben we geruild met oude oorbellen, kettinkjes, proefflesjes van parfum etc. Allemaal rommel waar ik toch niets meer mee deed. De dames hier waren er erg blij mee. Voor een paar oorbellen, waarvan ik zei dat ze duur waren, konden we een kip (geslacht?) krijgen. Dat hebben we maar niet gedaan. Die kan ik nog steeds ruilen voor wat anders.


De Aquamante is vandaag met hun bijboot naar het dorpje iets verder gegaan. Die bijboot is veel sneller dan die van ons en zij hebben even lekker vers stokbrood gehaald. Ook voor ons. We bakten onderweg steeds zelf brood en ook hier is geen vers  brood te koop. Nu een vers stokbroodje was erg lekker. Een paar dagen geleden konden we ook vers geitenvlees kopen. De mannen uit het dorp hier hadden zaterdagochtend geiten geschoten in de bergen en 's middags kwamen ze langs of we wat wilden kopen (ruilen). Wij weten niet hoe geitenvlees bereidt moet worden en hebben we het maar niet genomen. We eten wel wat uit blik. We hebben van alles en we eten nog steeds lekker.

Samen met Daphne en Vries van de Aquamante een wandeling gemaakt naar een mooie waterval hier op het eiland. Een wandeling door de jungle over een geitenpad. Het laatste stuk bleek door de regenval weg geslagen te zijn. Het was weer eens een pittige tochtje. Wij waren al een keer op weg geweest maar toen kwamen we een horde honden tegen. Aangezien we niet gebeten wilden worden zijn we maar omgedraaid. Er lopen hier bijzonder veel honden op het eiland. Die worden gebruikt voor de jacht. Voor ons iets minder leuk. We weten nooit of die honden betrouwbaar zijn. Wij lopen liever een rondje om maar er zijn hier zo weinig straatjes dat dat bijna niet mogelijk is. Eenmaal bij de waterval hadden we het zo warm dat we ons heerlijk hebben laten afkoelen door het water onder de waterval. Zo te horen aan Daphne en Vries was het erg koud. Ik vond het zelf nog wel meevallen. Het koelde in ieder geval lekker af. 


Over een paar dagen gaan we weer verder naar het volgende eiland, Hiva Oa. Dat is iets meer in de bewoonde omgeving. Hier is zelfs geen internet en dus geen foto´s.

Zondag, 4 september 2011


Na 16 dagen Fatu Hiva moeten we toch echt door naar Hiva Ao voor de douaneformaliteiten. In Fatu Hiva hadden we ons gemeld maar dat was niet officieel. We mochten er wel even blijven maar voor de douane moesten we toch echt naar Hiva Ao. Dolfijnen begeleiden ons als we wegvaren uit de baai. Na een lekkere zeiltocht, zo'n 44 mijl, bereiken we na 7 uurtjes varen Hiva Ao, net voor donker. De volgende dag als we ons melden bij de gendarmerie, waar de inklaringsformaliteiten uitgevoerd worden, doen ze gelukkig niet moeilijk. Ze kijken in de paspoorten, even een formulier invullen, zelf een postzegel daarvoor kopen en opsturen naar "Joost" mag het weten. Wij  weten het in ieder geval niet. We hebben er niet op gelet.
Hiva Ao is bekend vanwege de bekende kunstschilder Paul Gaugain en de zanger Jacques Brel. Jacques Brel heeft hier zijn laatste levensdagen gesleten en is hier begraven. We begrijpen waarom deze man hier wilde sterven.

Na 2 dagen komen ook de Aquamante, Alestis en Baju binnen en het zeilersdorp uit Fatu Hiva is weer compleet. Nu liggen we samen met nog 4 franse zeilboten lekker achter ons anker en genieten van de schoonheid om ons heen.

Vrijdag, 9 september 2011


Het is hier heel anders dan op Fatu Hiva. De bergen zijn minder spectaculair en in de baai staat – gelukkig - veel minder wind. Het dorp is zeker een half uur lopen maar als we daar geen zin in hebben steken we onze hand in de lucht als er een auto passeert. Meestal neemt die je dan mee. De huizen in Fatu Hiva waren allemaal Franse prefabwoningen. Hier staan prachtige chaletjes en bungalows. In Fatu Hiva liepen de kinderen te zeulen met een kip i.p.v. een kat of de kippen stonden in de tuin met een touwtje aan hun poot. Hier lopen de kippen overal vrij rond. ’s Morgens rond 04.00 uur beginnen de hanen al te kraaien en dat gaat de hele dag zo door.

In de baai zijn om 05.30 uur al inwoners aan het kanoën in hun pirogue, een soort kano met een zijdrijver.  Vroeger was dit een vervoermiddel  of men gebruikte het om te vissen. Tegenwoordig is het hier een sport. We liggen vlakbij de helling waar deze bootjes te water worden gelaten en het is leuk deze mensen bezig te zien. Bij die helling is een heerlijke buitendouche en een wasplaats. De buitendouche komt ons goed uit. Onze warmwaterpomp is stuk en we moeten nu alles met de voetpomp doen. Daar is onze douche niet op aangesloten en nu moeten we de (zonenergie)douchezak buiten gebruiken. De douche aan de kant is dus heel gemakkelijk.  We zijn  druk met wandelen, boodschappen doen, de waterlijn van de boot moet weer schoongemaakt worden en het linnengoed wordt weer gewassen. 

Woensdag, 14 september 2011


Na een week op Hiva Oa zijn we verder gezeild naar Tahuata. Aan de westzijde van dit eiland liggen een aantal beschutte baaitjes met witte stranden palmbomen en helder blauw water. We plukken cocosnoten en limoenen. Ook de Baju en de Aquamante liggen hier en 's avonds worden er worstebroodjes op een vuurtje op het strand gebakken.


We maken cocosvanillerum. (Recept: een cocosnoot leeggieten of de melk opdrinken, een vanillestokje erin en volgieten met rum. De cocosnoot weer sluiten en minstens 15 dagen laten staan). Volgens de inwoners van Fatu Hiva wordt zelfs de meest slechte rum hier lekker mee.
In de baai zwemmen vaak manta's. Manta's zijn enorme grote vissen en we snorkelen met ze. Het zijn planktoneters en ze doen ons geen kwaad. Ze lijken het leuk te vinden zich aan alle kanten te laten bewonderen. We hebben helaas geen onderwaterhuis voor onze camera. Stefan van de Baju heeft die wel en we zullen zijn foto's opnemen in ons fotoalbum om te laten zien hoe deze enorme beesten er uit zien. Verder zitten hier allerlei andere, kleurige vissen. Teveel om de namen op te noemen en tijdens een van onze snorkeltochtjes zien we zelfs een murene (een slangachtige vis van z'n 3 meter lang) en een haai. Gelukkig had de haai geen belangstelling voor ons. 

Vanavond wordt hier, mits de inwoners van dit eiland een geit kunnen schieten, een barbeque gehouden. Daar gaan we kijken. Als de geit niet gevangen wordt gaat de barbeque niet door en vertrekken we vanavond naar Ua Pou, 65 mijl verder. We varen dan een nacht door om in ieder geval met daglicht aan te komen. Daar hopen we weer internet te hebben en de foto's te kunnen uploaden.

De inwoners van Tahuata wisten een geit te schieten én 20 vissen met een harpoengeweer. Dat harpoenvissen is een hele kunst. Men duikt, met z'n 9 kilo lood om de middel het water in, zonder zuurstoffles. Met zuurstoffles doe je dit niet. Dat is niet netjes ten opzichte van de vissen. Op diepte probeert een persoon een vis te schieten. ndertussen zwemt er nog iemand bij om te zien of er geen haai in de buurt is. Anders is het visje weg en misschien ook nog een stuk been of zo van die persoon. Dan weer, nog steeds met 9 kilo lood om de middel, naar boven zwemmen. Een derde persoon, die met een bootje in de buurt drijft, neemt de vis aan en is standby voor het geval er wel haaien komen. 

We zijn nog een dagje langer gebleven op Tahuata want een gezellig feestje is nooit weg. De volgende nacht rond 02.00 uur vertrokken richten Ua Pou om zo met daglicht aan te komen. De Baju en de Aquamante blijven nog. Aquamante wacht weer op onderdelen voor de stuurautomaat. Daar hebben ze steeds problemen mee en beide automaten, ze hebben er 2, doen het niet meer. In Panama hebben ze ook al 3 maanden gelegen vanwege problemen met die dingen. Wij zijn dan ook erg blij met tante Bertha, onze windvaan die geen electra nodig heeft.
De maan scheen helder en duizenden sterren twinkelden aan de hemel. Met de sterrenkaart in de hand geprobeerd het Zuider Kruis te vinden. Er stonden echter zo verschrikkelijk veel sterren dat me dat niet is gelukt. Gelukkig hoeven we tegenwoordig niet meer op de sterren te navigeren. De GPS (voor niet zeilers: dit is een electronische satelliet bepaling die precies aangeeft waar de boot zich op de aardbol bevindt) is toch heel wat gemakkelijker.

Ua Pou

Tegen de middag verrezen de bergtoppen van Ua Pou zich als een eeuwenoud kasteel aan de horizon. Het ruwe aanblik van de oostzijde van het eiland is geweldig. Verder is nergens een teken van leven, slechts wolkjes, hangend tegen de hoge toppen van Ua Pou. Met een zacht windje voeren we naar de Hakahau Bay van Ua Pou. Bij het kleine haventje in de baai laten we ons anker vallen. Vlakbij is een dorpje. Hier kunnen we weer wat vers voedsel inslaan. Eindelijk weer diverse soorten kaas, vlees en andere lekkere dingen. We letten maar even niet op de prijs, het is namelijk hartstikke duur, en kopen waar we zin in hebben.

Na een paar dagen Ua Pou het anker weer opgehaald. De ankerplaats was erg windering en we lagen constant te draaien. We zijn verder gevaren naar Nuka Hiva en liggen nu in de Baie du Controleur, helemaal alleen. Bij het strandje een stukje verder moet wel weer een dorpje zijn. We zijn er nog niet geweest. Vermoedelijk gaan we daar morgen even rondneuzen.

En helaas geen internetverbinding. We versturen onze berichten maar weer via de SSB-radiozender en de foto's komen wel een keer. Het is overigens wel bijzonder dat we zonder internet toch onze stukjes kunnen verzenden en eventuele belangrijke berichten kunnen ontvangen.

Donderdag, 22 september 2011

Bij de Baie du Controleur hebben we een wandeling gemaakt naar een vroegere offerplaats. We liepen eerst verkeerd maar toen we de weg vroegen hebben die mensen ons met hun autootje naar het punt gebracht vanwaar we omhoog moesten klimmen. Die mensen verstonden geen Frans, ze spraken alleen de taal van hier maar ze begrepen wat we wilden. De weg omhoog ging door dicht struikgewas en bomen. Tussen de struiken hoorden we geknor. Even later staken een paar wilde zwijnen ons pad over. De offerplaats was niet zoveel bijzonders. Zoiets als de hunnebedden bij ons met wat grote stenen ertussen die met veel verbeelding op mensen lijken. Hier worden dat Tikis genoemd. De wandeling zelf was leuk. Hier wordt eindelijk weer eens gewerkt. Ze verbouwen wat groente, houden paarden, maken kokosdingen.


Fruit verbouwen ze niet, dat groeit overal vanzelf aan de bomen. Het is steeds prachtig weer en we zien de prachtigste bloemen. Op de terugweg van de wandeling bij een klein winkeltje in het dorpje Taipivai boodschappen gehaald. Na wat gebabbeld te hebben werden we uitgenodigd de volgende dag koffie te komen drinken. En dat hebben we gedaan bij Simon en Astride. 
Na de koffie met lekkere koek erbij kregen we een hele vracht pompelmoenen, een stok met 73 groene bananen, 20 rijpe bananen en papaja's mee. Verder hebben zowel Henk als ik een halsketting, die hier ook als souvenier op de toeristenmarktjes liggen, van ze gehad. Ze hadden nog meer fruit maar dat hebben we niet meegenomen. Deze voorraad zal al moeilijk zijn om op te krijgen. Ze wilden er niet voor betaald worden. Ze hebben ons met hun vrachtautootje weer naar ons bijbootje gebracht omdat het teveel was om te dragen. We werden nog weer uitgenodigd om 's avonds te komen eten. Dat hebben we niet gedaan. Niet omdat we dat niet wilden maar het is hier om 18.00 uur stikdonker en dan met het bijbootje naar het strand toe varen is nogal gevaarlijk als je helemaal alleen bent. Omdat het strand nogal steil omhoog loopt staat er een grote swell. Hierdoor is het zeer moeilijk om droog en zonder brokken aan land te komen of weg te varen. We hebben ze dat uitgelegd en gelukkig begrepen ze dat. Maar het is allemaal ontzettend aardig.

Simon en Astride zijn op zoek naar een paar vrienden van hen. Deze vrienden, George en Anne Thung, zijn enige jaren geleden naar Nederland vertrokken met hen zeilboot "Kvan Yin". Zij zouden een adres hebben in Heiloo, op de Oudsburgerlaan 49. Ook hadden ze een telefoonnummer maar als ze dat belden dan kwam er niets. Ze zijn bang dat hen vrienden wat is overkomen. Mocht toevallig iemand deze mensen en/of boot kennen laat het dan weten. Wij zullen het ze dan doorgeven. Veel hoop hebben we niet, ze kunnen overal zijn blijven steken maar wie goed doet, goed ontmoet. We hebben beloofd een oproep te doen.


Maandag, 26 september 2011


De Marquesas eilanden zijn prachtig. Toen Onze Lieve Heer de Marquesas schiep was hij vermoedelijk een beetje dronken. Hij heeft er in ieder geval iets bijzonders van gemaakt. 
Nu liggen we in Taiohae, een paar mijl naar het westen bij een wat groter dorpje. We hopen hier gas te kunnen bijvullen. Het begint op te raken en we moeten toch koken.
Een paar dagen geleden liep al slingerend een boot binnen in de baai van Taiohae op Nuka Hiva. Het bleek onze buurboot (Demara uit Engeland) te zijn. In Panama lagen ze vlak bij ons. Deze boot had er 40 tot 50 dagen over gedaan om in een ruk vanaf Panama naar hier te komen. Ze waren zo moe dat ze niet meer wisten wanneer ze vertrokken waren. Zij zijn op de enige walvis gevaren die nog in de oceaan aanwezig is. Wij en ook andere zeilers hebben geen enkele walvis gezien. Hun motor werkte niet meer, het roer zit los en de windvaanstuurinrichting is stuk. De accu's hadden half in de olie gestaan en een week na de aanvaring met de walvis was er tot overmaat van ramp ook nog een grote golf met zout water de kajuit ingekomen. Alles was vet, nat en zout. Ook konden ze geen berichten versturen waar ze waren en wat er aan de hand was. Ze waren dolblij eindelijk op een ankerplek te liggen. We hebben ze 50 liter water gebracht om te kunnen schoonmaken. Dat zout moest z.s.m. weg want dat is funest in een boot en inmiddels hebben ze via onze SSB-mail berichten doorgezonden dat ze aangekomen zijn. Zie je maar weer. Je moet de pech maar hebben.

Nadat de buurtjes de boel weer een beetje onder controle hadden zijn wij naar de Hakatea baai vertrokken. Vanaf zee is deze baai niet te zien. Men ziet alleen rotsen en een ruwe zee. Dankzij de GPS en de electronische kaarten hadden we de moed hier in te varen. De opening is smal en ineens vaar je in kalm water, de baai is volledig omsloten door hoge bergen. De eerste nacht lagen we helemaal alleen in de baai. Op het strand staat een oud keetje waar een paar mensen wonen.

Zaterdag, 1 oktober 2011


We zijn nu op weg naar de Tuamotus eilanden. Een 30-tal dolfijnen hebben zonet een spetterende show opgevoerd. Verder staat er een pittige wind maar dat gaat in de loop van de dagen afnemen. Over een paar dagen staat hier geen wind meer volgens de gribfiles (windverwachtingen). We hopen dat we er dan zijn maar dat is afwachten.

Zaterdag, 8 oktober 2011


De Tuamotu Archipel is de grootste archipel van Frans Polynesië. Het bestaat uit 78 eilanden en koraal atollen verspreid over enkele honderden kilometers ten oosten van de Stille Oceaan.
Atollen zijn platte, ringvormige koraaleilanden, midden in de oceaan. Zo een ringvormig eiland zie je niet van ver, het zijn een aantal palmbomen en een streepje strand of koraal. Een groot deel van die ring ligt meestal net onder water. Daarbij staan hierbij verradelijke stromingen en de zeekaarten (ook de electronische zeekaarten) zijn zelfs nu nog niet geheel betrouwbaar. Om in het atoll te komen moet je door een nauwe pas. Naar gelang de eb of vloed kunnen hier sterke stromingen staan. Tenslotte moet de zon boven of achter je hoofd staan om de koraalrotsen , die hier her en der verspreid liggen, onder water te kunnen zien. Daarom werden deze eilanden eeuwenlang gemeden. Sinds de komst van de GPS durven toerzeilers tussen de Tuomatu eilanden te varen.


Het Ahe atoll

Wij zijn het Ahe atoll binnengevaren. Met de electronische kaart,de GPS en de gegevens uit de pilot (boekwerk met overzichten en positiegegevens van havens en ankerplaatsen etc.) leek alles te kloppen. De invaart door de nauwe pas viel reusachtig mee. Een atoll is veel groter dan dat we ooit zelf hadden bedacht. Het Ahe atoll is 23 km x 8 km. Om op de ankerplaats te komen voeren we door een brede, redelijk betonde geul en nu liggen we op de rustigste ankerplek sinds maanden. Volgens de pilot een van de best beschermde ankerplaatsen van de Tuomatus. De golven van de oceaan worden door het rif rondom de lagune tegen gehouden. Onze ankerplaats is weer een lagune binnen de grote lagune. Het water is hier vlak, het strand wit, wuivende palmbomen en azuur blauw water.

In het hierbij gelegen dorpje is het ook rustig. Er valt eigenlijk niets te beleven. A hoewel dit atoll een van de grootste zwarte parel producenten van de Tuamotus moet zijn is er weinig van te merken. Alles ziet er armoedig uit, er zijn nauwelijks jonge mensen en er is geen zwarte parel te zien. Momenteel is er geen brood te koop. Morgen, als de boot uit Papeete (Tahiti) weer komt, is er weer even brood en vers groente te koop. Dit komt in Frans Polynesië regelmatig voor. Ook op de Marquesas moesten we een week wachten op verse yoghurt. De eilanden worden hier meestal maar een keer in de 2 weken bevoorraad. Is er te weinig besteld dan gewoon wachten op de volgende boot en hopen dat het dan er wel bij zit.

Als de windverwachting goed is gaan we morgen verder naar een volgend atoll waar hopelijk iets meer te beleven valt.
Toen we op Ahe aankwamen was ik ziek. Een zware verkoudheid en bijholtes ontstoken. Ik kon niet meer uit mijn ogen kijken. We hebben het Geneeskundig Handboek voor de Scheepvaart erop nageslagen, de adviezen opgevolgd en inmiddels gaat het wel weer wat beter. Helaas kan ik niet snorkelen.

We zijn wat langer blijven liggen dan dat we van plan waren op Ahe. Geen wind en dan gaan we niet weg. Zodoende nodigde zaterdagmiddag een inwoner van Ahe (Armand) ons uit om samen met hem en zijn kinderen vissen te gaan vangen in zijn fishtrapp. Wij natuurlijk mee, niet wetende hoe, wie of wat. Met zijn snelle visboot voeren we in 10 minuten naar de andere kant van het atoll. Armand heeft hier nog een (vakantie)huisje en zijn fishtrapp (visfuik). De fuik is gebouwd van een aantal palen en kippengaas. Door een smalle opening zwemmen de vissen erin en er zelden weer uit.
In de fuik zwommen o.a. twee haaien, twee grote egelvissen, een grote napoleonvis en zeker wel een 50-tal papegaaivissen. Allereerst ging Armand de fuik in om de grootste haai eruit te vangen. Met een groot schepnet, ook weer van kippengaas, heeft hij dat beest snel gevangen en wordt weer buiten de fuik losgelaten. Dan mogen Henk en de kinderen de fuik in om alle vissen te bekijken. Ik zelf doe niet mee vanwege mijn nog aanwezige verkoudheid en alle ongemakken die daar bij horen. Henk helpt de vissen vanuit het schepnet weer aan boord te gieten. Binnen korte tijd zijn er een groot aantal vissen gevangen en is de visbak tot de rand toe gevuld.
 Daarna wordt ook de tweede, iets kleinere haai, nog gevangen en weer vrijgelaten. Weer terug bij onze boot krijgen wij een emmer vol met vis. Wij hoeven 3 dagen lang geen eten meer te kopen. Tijdens het schoonmaken van de vis, als de viezigheid over boord gaat, komen er al snel een drietal haaien rond de boot zwemmen. Deze beestjes lussen dit wel.


's Avonds is het hier stil, heel stil. Op het atoll horen we kinderen lachen, een paar honden blaffen en verder horen we alleen het ruisen van de golven die tegen het buitenrif rollen aan de oceaanzijde. Er is geen wind. We liggen in een grote, rimpelloze vijver. Op de kant branden hier en daar wat lichtjes. Sterren staan aan de hemel, de maan staat recht boven ons. Af en toe horen we een grote plons, dat zijn manta's die zich uitleven. Ook manta's springen net als dolfijnen en walvissen, af en toe uit het water. We gaan vroeg slapen. Het is hier heerlijk rustig, geen golven, geen branding, heerlijk vlak water.

Zaterdag ,15 oktober 2011


De Marquesas eilanden hebben ons een bittere nasmaak gegeven.
Toen wij hier op Rangiroa kwamen kregen we een verschrikkelijk bericht. Het heeft misschien in de krant gestaan. Hier was het voorpaginanieuws. Het is helaas waar en realiteit. Het blijft opletten wat je doet. Ik hoop dat ook andere zeezeilers hier lering uit weten te trekken.
Met Baju, Aquamante en nog een paar boten hebben we een leuke tijd gehad op de Marquesas eilanden. Wij zijn eerder vertrokken van de Marquesas dan zij. Ze wilden de mensen nog beter leren kennen. We zeiden "tot op de Tuomatus of Tahiti. Daar zien we elkaar weer". Dat zal niet meer gebeuren. Stefan van de Baju is afgelopen zaterdag gaan jagen met een lokale inwoner van Nuka Hiva (in de Hakatea baai). De lokaal is later teruggekomen met het verhaal dat Stefan gewond was en in het bos lag. Heike, zijn vriendin, is met de man meegegaan om Stefan op te halen. In het bos is Heike overvallen door de man maar uiteindelijk heeft Heike weten te vluchten. Ze is naar de baai teruggegaan en heeft zwemmend weer en andere boot bereikt die ook in de baai lag. Stefan is nooit meer terug gekomen. De Aquamante is een dag later daar aangekomen en hebben Heike aan boord genomen. Maandag zijn er 22 politiemensen uit Papeete overgevlogen naar Nuka Hiva voor een zoektocht. Gisteren zijn er lichaamsdelen van Stefan gevonden. Hij is vermoord. De vermoedelijke dader is nog voortvluchtig. Deze man moet waanzinnig zijn. De mensen op de Marquesas zijn zo aardig. Helaas is Stefan de verkeerde tegengekomen. Het zal lang duren voordat we dit vergeten zijn en het zal een andere stempel op onze reis zetten. Zullen we ooit nog onbevangen met anderen meegaan?

Nu liggen we op Rangiroa. Rangiroa is het grootste atoll van de Tuomatus. Ons  IJsselmeer past hier helemaal in. We liggen voor een peperduur resort. Er staan een 10-tal waterbungalows. Deze kosten 1.300 euro per nacht. Het is hier mooi maar we voelen ons vreemd en hebben geen lol. Gelukkig liggen we hier niet alleen. De Odin met Berthel en Ute (uit Duitsland) liggen hier ook en kenden Stefan ook. We kunnen het er samen over hebben.

Samen met de Odin van Bertel en Ute zijn we vanaf Rangiroa vertrokken richting Tahiti. De hele dag houden we de Odin in het zicht maar tegen de avond raken we elkaar dan toch kwijt. Logisch, Odin gaat naar de zuidkant van Tahiti via de oostkust en wij varen rechtstreeks naar de westkust, richting Papeete. We moeten reparaties aan de boot uitvoeren en hopen in Papeete verder geholpen te kunnen worden.

Woensdag, 26 oktober 2011


We zijn aangekomen in Tahiti. 200 Mijl in 31 uren. We hadden een 24-uurs gemiddelde van 165 mijl. We zouden een rustig windje hebben, Beaufort 4. I.v.m. de breuk in de stag leek ons dat wel een gunstig windje. Het was echter niet waar. We hadden steeds zo'n 5/6 en soms 7 Beaufort. Het ging weer snel en we schoten goed op. Alles is heel gebleven. Nu op zoek naar mensen die het kunnen repareren. We nemen er de tijd voor. Voorlopig blijven we in de buurt van Tahiti en Moorea.

We liggen nu bij Maevo Beach. In het noorden waterbungalows, in het oosten een krottenwijkje met de bergen van Tahiti op de achtergrond, in het zuiden allemaal boten aan een mooring en een jachthaven en in het westen het buitenrif met branding ertegen van de oceaan met Moorea op de achtergrond. We liggen niet in Papeete, er leek niets te doen te zijn en het schijnt heel duur te zijn. Dit gaan we nog natrekken. We hebben de tijd.

Gisteren met de bus naar Papeete geweest. Papeete is een levendige, bruisende stand. Aan de boulevard gezellige terrasjes waar men heerlijk kan eten of een linkere pint kunt kopen. De boulevard ziet er gezellig uit.

Wij zijn op zoek geweest naar een nieuw onderdeel voor de schroefasafdichting. Helaas niet gevonden en van het kastje naar de muur gestuurd. Op de terugweg, helemaal moe van het zoeken, een heerlijke pint genomen ondanks de prijzen die ze hier vragen. We hebben een aantal goedkope maanden achter de rug, nu is het weer duur. Moet kunnen.

Vlakbij de ankerplaats is een hele grote supermarkt. We kunnen hier werkelijk weer van alles kopen en weten bijna niet wat we nu zullen kopen. Onze Albert Heyn past hier wel 4 maal in en het is een feest weer van alles wat lekker is te kunnen kopen. Alleen daarvoor wil je al een poosje blijven liggen.

Donderdag, 3 november 2011


Tahiti is het grootste eiland van de Sociéte-archipel. Dit archipel is de meest bekende eilandengroep van Frans Polynesië en is de plek waar het grootste deel van de bevolking leeft. Tahiti staat bekend als een bounty-eiland. De bergen van het eiland zijn groen en tot zo'n 2000 meter hoog. Het eiland wordt omsloten door een rif. Op slechts enkele plekken kunnen we door een nauwe pas door het rif varen. Wij liggen in een baai achter het rif. Het rif beschermt de baai voor de krachtige golven vanuit de oceaan. De rotskust wordt aan de westzijde van het eiland op vele plaatsen onderbroken door lange, zwarte zandstranden, die ontstaan zijn uit vulkanisch gesteente. De reisgidsen geven vaak een vertekend beeld. Men laat alleen de witte stranden zien en die zijn er weinig. Zwarte stranden zijn meestal niet mooi. De zeilboten liggen bij Tahiti dan ook zelden bij een wit strand, ook hier niet. Verder de zon schijnt hier niet iedere dag. Het regenseizoen komt eraan en het regent nu al 3 dagen achtereen. Het is miezerig en lijkt Hollands. Alleen de temperatuur is wat warmer maar Henk heeft voor het eerst sinds maanden weer een lange broek aan. Zo warm is het dus niet. Ook de mooie meisjes met rieten rokjes en bloemenkransen hebben we nog niet gezien. Als er een bloemenkrans is te zien hangt die meestal om de nek van een erg dikke, meestal oudere vrouw. De mensen van Frans Polynesië houden van dikke mensen en die zie je hier veel. De rieten rokjes hangen wel op de markt maar niemand loopt erin.

We zijn met onze boot een halve mijl verder gaan liggen aan een mooring bij de jachthaven. Dit is de duurdere buurt. Voor een mooring betalen we 25 euro per week. Het ligt lekker rustig en we hebben het er voor over. Ook de krottenwijk waar wij tegenaan keken heeft plaats gemaakt voor een mooiere villawijk.

Papeete

We hebben de overdekte markt van Papeete bezocht, een plek waar je geweest moet zijn. Overal kraampjes met kleurrijk fruit, groente, vis en andere snuiserijen. Buiten werden op die dag nog meer kramen opgebouwd. Enkele dagen later, 31 oktober waren we weer in Papeete en werd het duidelijk waarvoor er nog meer kramen waren. 1 November is All Saints´Day (dag ter herdenking van de doden). De graven op de kerkhoven worden die dag schoongemaakt en met bloemen bedolven. Al deze kraampjes stonden vol met bloemen voor de graven. Het was een kleurrijk gezicht.

Woensdag ,16 november 2011


We zijn op stap geweest naar de Vaipahi-i-atehiti  watertuin en park.  In de park is een mooie waterval en kunnen een paar wandelingen worden gemaakt. Om er te komen heeft ons nog wel wat moeite gekost. De bus naar Papeete loopt regelmatig  maar Vaipahi is de andere kant op en soms komt de bus niet. Waarom niet? Dat weet niemand te vertellen. De derde keer kwam de bus wel en het park en de wandeling waren de moeite waard.

Waar wij onze tijd mee verdoen hier? Met wachten dus op de bus. Omdat we  afhankelijk zijn van het busvervoer neemt dit veel tijd in beslag.
Gelukkig is de supermarkt op loopafstand.  Verder zijn we begonnen met een klussenlijst op te stellen. Deze wordt steeds groter. Inmiddels is de electrische waterpomp vervangen. We hebben weer stromend water. Onze kussens voor buiten moesten  hoognodig gerepareerd worden. De  gaten vielen er helaas in en we hebben ze weggegooid. Dat hebben we kunnen schrappen van de klussenlijst. De romp van de boot moet vrijwel iedere week schoon gemaakt worden. Dat is een wekelijks terugkerende bezigheid. Ook zijn we nog steeds op zoek, nu via internet, naar het onderdeel voor onze schroefasafdichting en we hebben offertes  opgevraagd voor nieuwe zeilen. We hebben aanbiedingen voor nieuwe zeilen uit Nieuw Zeeland, Australië, China en Nederland.  Nieuwe zeilen kunnen hier zonder  BTW ingevoerd worden. Dat levert wel wat papierwerk op maar het is de moeite waard.
  
Gisteren zijn we met onze Franse buurman (Michel) op stap geweest naar de jachtwerf in Papeete en enkele watersportwinkels. In Papeete kunnen we in januari 2012 de kant op maar dan moet het onderdeel dat we nodig hebben er wel zijn.  Zoniet, dan is het veel te duur om het daar te laten doen en moeten we wachten tot we in maart 2012 in Raiathea (90 mijl naar het westen) de kant op kunnen. Ondanks de inspanningen van Michel, die ons probeert te helpen, zijn we daar nog niet verder mee.
Michel ligt hier al vier jaar op zijn mooring naast ons en gaat voorlopig nog niet weg. Hij heeft een oude auto op het haventerrein staan en is niet, zoals wij, afhankelijk van het openbaar vervoer.  Gelukkig maar, zijn dochter van veertien moet iedere dag naar school en met de bus is dat ook weer lastig.

In deze ankerbaai komen we regelmatig bekenden tegen die we eerder hebben ontmoet.  Simone en Erik van de Sur L’eau kennen we nog van de Marquesas. Erik is Frans en Simone Australisch. Zij weten een hoop van de regeltjes waar we ons aan moeten houden, zowel van Frans Polynesië als van Australië en zo komen we een hoop te weten.  Vaak zien we ook andere zeilers die we al ontmoet hebben in Panama of eerder. Altijd leuk om weer bekenden terug te zien. Het blijft een varend dorp.

Donderdag,1 december 2011


We zijn aan onze klussenlijst begonnen. Het vervelenste werk, het lakken van het interieur van de Mirus, hebben we er bijna opzitten. Het ziet er weer netjes uit.

Inmiddels hebben we ook nieuwe zeilen besteld. De nieuwe zeilen worden geleverd door een Nederlandse firma. Deze firma maakt de zeilen in Thailand en zodoende zijn de verzendkosten nog redelijk betaalbaar. Gezien het feit dat we geen BTW (19%) hoeven te betalen,  crisis- en winterkorting (15 + 10%) hebben gekregen en als JACHT  IN TRANSIT hier geen invoerrechten betalen  zijn we met deze firma in zee gegaan, ondanks aanbiedingen vanuit Nieuw Zeeland, Australië en China. Een paar dagen geleden hebben we onze neus bij de politie in Papeete laten zien. We zijn nu 3 maanden in Frans Polynesië en dan wil de politie je even zien. Waarom? Ook weer onduidelijk. Men vertelde dat het ging om het feit of we kredietwaardig zijn maar er werd niets gevraagd. We hebben in ieder geval weer een officieel papiertje erbij met de nodige stempels en kunnen hier voorlopig blijven. 

Ondanks de drukke werkzaamheden hebben we gisteren toch nog een schildpad langs zien komen. Het beest was zeker 1 meter lang. Geweldig om te zien. Hij of zij was helaas te vlug weg om op de foto te zetten. Jammer.

Zondag ,18 december 2011


We hebben het lakwerk erop zitten. Het interieur van Mirus ziet er weer goed uit. Het was een warme en tijdrovende klus. 
We hebben nu weer tijd om op pad te gaan. Rondom het eiland loopt langs de kust één weg. Over deze weg rijdt het openbaar vervoer en heel veel auto’s. De rest van het eiland is bergachtig en moeilijk bereikbaar. Het verkeer rondom Papeete is hartstikke druk. Meer naar het zuiden wordt het iets rustiger maar het is geen goed wandelgebied. Altijd rijden er auto’s langs ons heen. De enkele wandelwegen in de bergen zijn alleen bereikbaar met  vierwiel aangedreven vervoermiddelen.  Om in conditie te blijven zwemmen wij nu, ´s morgens voor het ontbijt, 20 rondjes rond de boot. Eén rondje is 25 meter. We gaan dat nog opvoeren en willen minstens op een  kilometer komen te zitten.

Tahiti is in kerstsfeer. In de winkeltjes is van alles te koop. Westerse luxe goederen, oosterse plastic spulletjes, heel veel zwarte parels, prachtige schelpenkettingen en Polynesische snuiserijen.  In de stoffenwinkels zijn vrijwel alleen kleurige stoffen met allerlei  motieven en/of bloemen te krijgen. Voor een donker, effen stofje moet je niet in Polynesië zijn. De modewereld zou er goed aan doen hier eens goed rond te kijken. De kleuren maken de mensen vriendelijk en vrolijk en zijn een lust voor het oog.

In de bus komen we weer allerlei bijzondere mensen tegen.  Henk moet opletten. Soms enkt hij een mooie meid te zien. Eenmaal dichterbij blijkt het weleens een man te zijn. Traverstieten zijn in Polynesië heel gewoon. Er worden zelfs jaarlijks  “Miss Traverstiet” verkiezingen gehouden en uit de foto’s die wij daarvan hebben gezien blijkt echt niet dat dit mannen zijn.
We hebben goede berichten ontvangen. Van de jachtwerf in Raiatea, waar we eerder pas in maart 2012 terecht konden, hebben we bericht gekregen dat er vanaf 5 januari  plaats is. Als we de nieuwe zeilen hebben ontvangen kunnen we daar heen en de boot uit het water halen.  Vriend Wijnand heeft onderdelen voor de schroefas weten te vinden en zal ze binnenkort hierheen of naar Raiatea sturen. Dat ligt eraan waar we dan zijn. Voor we naar Raiatea gaan willen we eerst nog Moorea bezoeken. We krijgen het weer druk.

Vrijdag ,30 december 2011


Onze nieuwe zeilen  zijn binnen. Vanuit Thailand hebben ze er 6 dagen over gedaan om op Tahiti te komen. De zeilen zijn verstuurd via UPS. We konden via internet  de zeilen volgen via hun trackingnummer en wisten wanneer ze ongeveer aan moesten komen. Het trackingnummer hadden we van de zeilmaker doorgekregen. Alles liep zoals was afgesproken. Wij kregen een telefoontje van UPS Tahiti dat de zeilen gearriveerd waren en dat zij onze scheepspapieren nodig hadden.  UPS heeft een kantoor op het vliegveld en dat is niet ver vanaf de marina waar we nu liggen. Wij naar het vliegveld en nadat de papieren waren ingevuld (10 minuten werk, geheel verzorgd door UPS) konden we na het betalen van zo’n 12 euro fee  weer terug naar de marina om te wachten op het pakket. We hebben zelf niets hoeven te regelen. Het pakket met zeilen werd een kwartiertje nadat we zelf terug waren op de marina afgeleverd. In Nederland had het vermoedelijk niet zo snel gegaan. Het was in ieder geval super geregeld.

De zeilen zien er voor het oog heel netjes uit maar we hebben ze nog niet gehesen. Omdat we straks in Raiatea de wal op gaan halen we daar onze oude zeilen er van af en als we weer verder gaan kunnen dan de nieuwe zeilen erop. Om de nieuwe zeilen al die tijd in de zon te laten staan lijkt ons geen goed plan. De zon is funest voor de zeilen.


Wij hebben ook nog een tochtje naar de oostzijde van het eiland gemaakt. Daar zijn 3 watervallen die de moeite waard zijn om te bezoeken. Een leuke wandelingetje, niet te lang en een prachtige natuur. Helaas waren er erg veel muggen bij de watervallen waardoor we er toch weer snel van weg zijn gegaan. En we hadden een keer geluk met de bus. Slechts 5 minuten wachten en net voor een hele beste regenbui zaten we weer in de bus. Wat een geluk want binnen een paar tellen ben je hier door en doornat.

In Papeete hebben we nog het Zwarte Parel museum bezocht. Hier liggen werkelijk prachtige parels en parelsnoeren. De prijzen liegen er niet om. Er lagen een paar snoeren van zo’n 500.000 euro en.. Verwonderlijk is het echter dat er bij de deur geen bewaking of wat aanwezig is. In Panama stond bij iedere winkel of mooi huis wel bewaking maar hier bij zo’n museum waar best wat te halen is, is het blijkbaar toch niet nodig.

Volgende week vertrekken we voor een paar dagen naar Moorea alvorens we verder gaan naar Raiatea. Moorea ligt 15 mijl van hier. We moeten nu nog even wachten op een volle gasfles voordat we weer verder gaan. Omdat je nooit weet wanneer er weer gas gevuld kan worden is het belangrijk de flessen zoveel mogelijk gevuld te houden. Het waait momenteel ook erg hard en we liggen hier, ondanks de harde wind,  heel rustig aan onze mooring. Het komt eigenlijk wel goed uit dat we nog even moeten wachten. Bovendien schijnt het Nieuwe jaar hier uitbundig gevierd te worden. Daar kunnen we dus nog even van meegenieten.

Zondag,1 januari 2012


Wij wensen jullie allen een heel gelukkig Nieuwjaar toe.

Maandag, 9 januari 2012


Onze gasfles zou binnen 3 dagen terug zijn en dan zouden we verder gaan naar Moorea en Raiatea. Na 5 dagen te horen  “Sorry, de fles komt morgen, hij is vergeten” zijn we hem zelf bij de gasfabriek in Papeete gaan ophalen. Dat zijn dingen waar waar we nog steeds niet aan gewend zijn. We zijn waarschijnlijk te Hollands en zullen er vermoedelijk ook nooit aan wennen.  
In Papeete lag een heel groot cruiseschip.  Alleen als er een cruiseschip ligt wordt er bij de touristeninformatie een en ander georganiseerd. Nu stond hier een bandje Polynesische muziek te spelen en mooie dametjes en een prachtige heer vermaakten de touristen met hun dansen. Dit alles om hier hun snuiserijen te kunnen verkopen. Wij hebben er van mee genoten. 
We hadden al afscheid genomen van  Michel. Michel is onze buurman die hier al vier jaar ligt met vrouw en kind. Zijn vrouw werkt hier, zelf is hij al gepensioneerd vanaf zijn 46e. Hij heeft in het leger gezeten en kon na 25 jaar werken met pensioen. Niet gek. En Michel is een lieverdje. Ondanks het feit dat een vriend van hem graag op onze mooring wil liggen (de vriend ligt nu in de veel duurdere jachthaven) kwam hij vertellen dat we toch maar niet naar Moorea moesten vertrekken. Hij had de weerberichten bekeken en die zagen er niet goed uit. Harde noordwestenwind en in het noordwesten ligt Moorea.  Wij hebben natuurlijk zelf ook de gribfiles erbij gehaald en inderdaad, hij had gelijk. We liggen dus nog steeds op onze mooring. Als we verder gaan zullen we zijn vriend een seintje geven dat de mooring vrij komt. Er zijn hier weinig mooringen en ze zijn heel gewild. Meestal zijn ze weer heel vlug bezet. 


Inmiddels is het zondag, 8 januari en nu liggen we hier voor de 3e dag in heel veel regenbuien met af en toe zware windstoten er tussen door. We hebben het koud, ondanks het feit dat het 25 graden is, en onze pantoffeltjes opgezocht. Eindelijk ook weer eens wat meer kleren aan. De komende dagen blijft dat zo, waarschijnlijk gaat het nog harder waaien. We zullen hier nog minstens zo’n 3 dagen moeten blijven. Daarna kunnen we pas weer verder.

Na een 4-tal dagen slecht weer (nog steeds op Tahiti) konden we weer verder. Het heeft 4 dagen geregend met soms harde windstoten er tussen door. Van 2 boten om ons heen is de zonnetent helemaal aan flarden gewaaid en bij een tweemaster is een van de masten naar beneden gekomen.  Bij ons is alles overeind en heel  gebleven.

In verband met de wind hebben we Moorea niet bezocht. We moeten rekening houden met de wind, niet te veel  omdat we een breuk in een want hebben en niet te weinig omdat we de motor zo min mogelijk willen gebruiken.  Na een lekker dag en nacht gevaren te hebben zijn we in Raiatea aangekomen. Op het zeil de lagune in en tot de jachtwerf gezeild. Het was een fijn tochtje.

Maandag, 16 januari 2012


Inmiddels zijn we uit het water voor het onderhoud. Ondanks dat het vrijdag de dertiende was is alles goed gegaan. De jongens van de werf zijn heel vriendelijk en hulpvaardig. Het roer is al verwijderd en als de onderdelen komen kunnen we aan de slag met de schroefas.

De jachtwerf

De jachtwerf valt tegen. We hadden zoiets verwacht als in Trinidad maar dan kleiner. Dat is niet zo. De boten staan kris kras door elkaar. Op de hellig staat een oude veerpont. Er onder ligt allemaal oude rommel en vermoedelijk komt de veerboot daar  ook nooit meer weg. Ook op de rest van het terrein ligt allemaal oude rommel.  Gelukkig is de douche en het toilet schoon. We hebben aan een kant uitzicht op Tahaa, de andere kant uitzicht op Raiatea en  achter ons staat een andere boot. Die belemmert het uitzicht op Bora Bora. Voor ons staat de GABBER, een boot uit Harderwijk. Deze mensen hebben we eerder al eens ontmoet in Noorwegen. Ze zijn nu niet aan boord. Ze zijn voor een paar maanden terug naar Nederland.

Raiatea is het één na grootste eiland van Frans Polynesië en veel rustiger dan Tahiti. Raiarea betekent “hemel met zacht licht”. Ruim 1000 jaar geleden was dit het centrum van de religie en cultuur van Frans Polynesië.  Tahaa ligt hier vlak bij in dezelfde lagune als Raiatea. Bora Bora ligt op  55 kilometer afstand 

Laura Dekker is rond de wereld gezeild!

Hoera, Laura Dekker is met haar zeilboot  “GUPPY”  de wereld rond. Ze heeft het gered.  Geweldig knap van Laura en toch schijnen er in Nederland nog mensen commentaar over te hebben. De schoolprestaties waren niet al te best.  Maar als Laura op deze leeftijd alleen de wereld weet rond te zeilen dan komt de rest van haar leventje ook wel goed. Waar maken die mensen zich druk over? Het zou toch leuk zijn als ze trots op deze prestatie waren maar helaas, ze moeten wat te zeuren hebben. Heel jammer.

Wij zijn de wereld nog lang niet rond. Ons onderdeel voor de schroefas komt eraan. Het is onderweg en hopelijk ontvangen wij deze spoedig. Maar het kapotte want is zo maar nog niet vervangen.  De gids  “Landfalls of Paradise, Cruising Guide to the Pacific Islands” schrijft over onze werf  dat ze boten uit het water halen, tuigerij, verven etc..  Boten uit het water halen klopt maar helaas is er op het hele eiland geen enkele tuigerij te vinden. En dus moet ons want waarschijnlijk uit Nieuw Zeeland komen maar voordat het besteld is ben je alweer een heel eind verder. We zijn hier nu anderhalve week en het is, ondanks vele malen navragen, nog steeds niet gedaan.

De werf is rommelig en erg ongeorganiseerd. Bootjes worden steeds weer verplaatst en waarom is ons geheel onduidelijk. Er zit geen lijn in. Als er wat gedaan moet worden is het beter dat zelf te doen, dan weet je wat er gebeurd.
Wij zijn, net als sommige andere mensen, zelf aan het werk. David, een Fransman vlak bij ons, werkt de hele dag hard  aan zijn boot, ondanks de hitte. Wij doen het rustig aan. Het duurt toch nog even. Ook David is weer een lieverd. Wij mogen zijn autootje gebruiken voor de boodschappen. Vorige week lang Isabelle naast ons, deze haalde ´s morgens vers brood voor ons. Zo komen we overal weer vriendelijke mensen tegen en ondanks de tegenslagen houden we er zo de moed toch in.

Ook de Gabber uit Harderwijk is jammer. Met deze boot is Jimmy Lengkeek de wereld rond geweest. Daarna is deze boot verkocht en schijnt nu al  anderhalf jaar hier te staan en er wordt niets aan gedaan. Hij begint er verwaarloost uit te zien en als hij nog een jaar zo staat kan hij, net als vele andere boten hier, op de schroothoop.  Jimmy heeft over de eerste wereldreis van deze boot een boek geschreven. Het doet dan pijn om te zien dat de boot er zo triest bij ligt.

Donderdag, 9 februari 2012


Eindelijk, na heel veel oponthoud zijn onze onderdelen binnen.  Wijnand is heel druk geweest met de verzending van de onderdelen. Het oponthoud lag niet bij Wijnand maar om de een of andere reden ging alles traag. Allereerst was het al een kunst om de onderdelen te vinden. Nadat ze gevonden waren moesten ze betaald en opgestuurd worden. Het betalen ging snel maar toen bleek de leverancier kerstvakantie te hebben. Ook daarna kwam het toch niet zo snel als verwacht.  Gelukkig is dankzij de goede samenwerking tussen Wijnand en Dick Loos het onderdeel uiteindelijk toch bij ons terecht gekomen en is inmiddels in de boot gezet. Het ziet er goed uit. Nu wachten we nog op een nieuw want die besteld is in Nieuw Zeeland en vorige week al hier had moeten zijn.  Als die er weer op staat kunnen we weer het water in. Ook Marjon en Niek Visscher hebben nog een pakketje (een nieuwe batterij voor de PC) hier heen gestuurd. Hopelijk komt die ook snel binnen. 

Ondertussen maken we tussen de werkzaamheden door af en toe een wandelingetje en hebben iedere middag een zwemuurtje.  Wel zullen we blij zijn als we weer in het water liggen. Het is hier niet de meest ideale plek om uit het water te gaan maar bij gebrek aan beter liggen we hier.

Vrijdag ,17 februari 2012


Mirus ligt weer in het water te dobberen. Nog wel bij de jachtwerf want we wachten nog op een pakketje uit Nederland.

Het is prettig weer met Mirus in  het water te liggen. We kunnen ’s morgens weer onze rondjes zwemmen en als het te warm wordt dan springen we even in de zee om af te koelen.  We genieten weer van het prachtige uitzicht, het briesje over het water, de rust en stilte in de nacht.

Het onderhoud

En dan de vraag die ons vaak wordt gesteld: Waarom zoveel onderhoud?
Tot nu toe heeft Mirus een afstand van 28.570 zeemijl  (52.912 kilimeter) afgelegd. Een zeemijl is 1,852 kilometer. Daarvan was 16.070 zeemijl al afgelegd vóór vertrek van onze wereldreis. Dat betekent dat we sinds onze reis 12.500 zeemijl (23.150 kilometer) hebben gevaren. Voor een zeilboot is dat aardig wat. Een zeilboot die de wereld rondvaart kun je een beetje vergelijken met een vrachtauto. Die boten zijn allen helemaal volgeladen met diesel, water, voedsel etc. en vervoeren de mens van de ene plek naar de andere plek over de zee. De zee is meestal niet glad. Als er geen wind is staat er vaak wel deining. Dan slaan de zeilen alle kanten op en ook de verstaging krijgt flinke klappen. Ieder zeiler wordt daar gek van, wij ook. Dit én de zon is superslecht voor de zeilen en voor de boot. Als het te lang duurt gaat de motor aan. Als er wel wind staat dan staat er meestal veel (bij ons in ieder geval). Dan dendert Mirus over en door de golven en wordt overspoeld met zout water. Ook zout is funest voor een boot. Het zout kruipt in ieder hoekje en gaatje en vreet aan alles wat van metaal is. Roestvorming is ondanks het roestvrij staal toch niet ongewoon. De laatste 5.000 mijl, vanaf Panama, hebben we vrijwel altijd heel  veel  wind en zon gehad. Onze tocht over de de Pacific vanaf de Galapagos tot aan de Marquisas (zo’n 3.000 mijl achtereen, 24 etmalen) ging hard, heel hard. Stoppen voor een onderhoudsbeurt en reparatie is daar niet mogelijk.  Op de Marquisas en de Tuamotus is vrijwel niets te krijgen en toen we dus in Tahiti aankwamen konden we de reparaties en het onderhoud eindelijk aanpakken. Omdat we toch al op onderdelen en een nieuwe stag moesten wachten hebben we de rest ook maar aangepakt. We leven al bijna 2 jaar intensief op de boot en daardoor gaat er weleens wat mechanisch kapot en het lakwerk slijt. Dit alles is heel gewoon. Vrijwel iedere wereldreiziger heeft last van dit soort dingen. Inmiddels is alles opnieuw gelakt, het onderwaterschip staat weer in de antifouling en alles wat hier te repareren was, is gedaan. We hopen de eerste tijd zonder problemen voort te kunnen gaan.

Maandag, 27 februari 2012


Tahaa ligt zo’n 3 mijl vanaf Raiatea. Er landen hier geen vliegtuigen. Dit eiland is alleen per boot bereikbaar. Het is hier dan ook bijzonder rustig. Vrijwel geen auto’s, af en toe een bromfiets of een gewone fiets. Helaas lijkt dit eiland dood te bloeden. De reisgids van het voorgaande jaar gaf een aantal bezienswaardigheden die nu al weer verdwenen zijn. Zo liggen wij nu aan een mooring bij een voormalige jachtclub. De jachtclub kon het ook niet meer volhouden. Een voor een verdwijnt er weer een activiteit.

Tahaa heeft in tegenstelling tot de vele andere eilanden hier wel mooie witte strandjes. Er staan prachtige bungalows maar daartussen staan ook nog kleine hutjes van golfplaten. Deze hutjes worden bewoont door de lokale bevolking.

Wij liggen nu alweer een dikke week in het water en varen  hier een beetje heen en weer. Er zijn helaas weinig echt goede ankerbaaien. De meeste baaien zijn erg diep en bovendien moet er rekening gehouden worden met de windrichting. Komt de wind van oost dan lig je het beste aan de westzijde. Komt de wind van west dan kun je beter aan de oostzijde gaan liggen. Tot nu toe was de wind steeds oost ons en liggen wij dus aan de west zijde.

Vandaag op bezoek geweest bij een zwarte parelfarm. Men legde uit hoe een en ander te werk ging maar het stelde niet veel voor.  Het was natuurlijk de bedoeling dat we wat zouden kopen. Gezien de prijskaartjes die aan de hangertjes hingen hebben we dat maar  
 niet gedaan.  Opvallend was wel dat die parels gewoon in een kast werden opgeborgen terwijl het een vermogen waard moet wezen. Alles stond open. De bewaking bestond uit 2 gansen en 2 honden. Volgens de eigenaar wordt op Tahaa niet gestolen. Hopelijk houden ze dat zo.

Dinsdag, 6 maart 2012


We hebben een tijdje in Faaroa Bay gelegen aan een mooring. Een prachtige plek maar eenzaam. Er lag slechts een andere zeilboot in de buurt. Hier zijn we de Faaroa River opgevaren met onze bijboot. Deze rivier is de enige rivier in Frans Polynesië die gedeeltelijk bevaren kan worden. Hiervan een deel uit  mijn logboek. ”Vanmiddag de bijboot van dek gehaald en te water gelaten. Het is prachtig weer en we gaan de rivier verkennen. Voorzichtig varen we de rivier op,  we moeten uitkijken voor boomstronken, takken en rotsblokken. Het is er vrij donker. Hier lijken geen mensen te wonen maar her en der liggen wat oude bootjes. Ze zullen er dus wel zijn. De rivier is op sommige plekken erg ondiep maar het water is helder en kunnen we de bodem goed zien. Vissen schieten voor ons weg als we in de buurt komen.  Naast ons staan grote varens, prachtige bloemen en dikke bomen. De rivier wordt steeds smaller. We lijken alleen op de wereld maar ik voel me bespied. Dan, vlak naast ons, staan aan de kant van de rivier een paar mensen naar ons te kijken. Honderd jaar geleden zouden dit inboorlingen geweest zijn met pijl en boog.  Nu zijn het gewoon mensen die het land hier achter bewerken op een plantage. Ze kijken ons verbaast aan. Wij doen hetzelfde maar voor we aan de praat kunnen komen barst er een tropische regenbui los.  Wij zoeken een schuilplaats onder de varens en de bewoners van dit land gaan weer de plantage in. De bui duurt erg lang en we worden, ondanks de grote bladeren van de varens, tot op ons hemd toe nat. We besluiten terug te gaan. Achter ons volgt een eenzaam figuur in een kano aan de rand van de rivier ons bootje. Hij blijft op een afstandje alsof hij wil zien dat we zijn domein echt wel verlaten. Eenmaal terug in de baai is de man verdwenen. Wij zijn blij weer veilig aan boord te zijn en droge kleren aan te kunnen trekken.”

Enkele dagen later liggen we in Uturoa, de hoofdstad van Raiatea. Hier liggen momenteel slechts 2 andere zeilboten. Er zitten vreemde mensen op. Allereerst hebben we Robbie, een Pool. Hij woont al 40 jaar op zijn boot, een mooie Taiwan Clipper van 13 meter lang, en is al 3,5 x de wereld rond geweest. Deze boot heeft in tegenstelling tot vrijwel alle wereldzeilers geen dieselmotor maar een electrische motor. Verder hebben we nog een Canadees die in Hongarije is geboren. De Canadees heeft geen geld meer en moet eigenlijk weg want hij mag maar 3 maanden in Frans Polynesië zijn als Canadees. Nu probeert hij weer een paspoort uit Hongarije te krijgen zodat hij hier, als Europeaan,  langer kan blijven. Zijn motor doet het niet en de rest van zijn boot ziet er ook niet al te best uit. Robbie wilde helpen met de reparatie maar de Canadees stond teveel in de weg. Dan moet de Canadees het zelf maar zien en Robbie vertrekt weer. Er lopen vreemde snuiters in de (zeilers)wereld rond.

Zondag, 18 maart 2012


We lanterfanteren een beetje tussen Raiatea en Tahaa. Al naar gelang het weer en de wind bezoeken we diverse baaitjes. In Uturoa op Raiatea halen we onze boodschappen. De supermarkt ligt tegen de kade en dat is erg  gemakkelijk. Af en toe gaan we terug naar de mooring van de jachtwerf voor internetverbinding, vers water en de was. Robbie, de Pool die wij in Uturoa al tegenkwamen, ligt hier ook bij de jachtwerf. Hij dacht zijn houten mast binnen een week gerepareerd te krijgen. Helaas, de eilanden hier zijn weelderig begroeid met allerlei bomen maar het hout dat Robbie nodig heeft voor zijn mast is niet verkrijgbaar. Het moet worden overgevlogen vanuit Nieuw Zeeland en Robbie zal vermoedelijk nog wel even bij de jachtwerf  liggen. Wij willen eigenlijk wel weer verder naar Bora Bora maar wachten nog op nieuwe zeillatten. Onze leverancier van de nieuwe zeilen (Sailselect) liet  op het laatste moment weten dat zeillatten verzenden per vliegtuig wel  heel veel vrachtkosten zou gaan betekenen. We hebben de latten half januari bij de zeilmaker alhier besteld maar ze moeten per schip vanuit Amerika komen  en dat duurt volgens zeggen zo’n 1 à 2 maanden. In Frans Polynesië moet men geduld hebben. Alles duurt langer dan men zegt en wij wachten dus nog maar even.

We hebben ons ondertussen aangemeld voor de Darwin Rally (voor belangstellenden: zie www.sailindonesia.net). De naam doet denken aan een wedstrijd maar het betreft een georganiseerde zeiltocht in samenwerking met de Indonesische overheid en het toeristenbureau. Dat betekent dat we begin juli in Darwin moeten zijn. We hebben vanaf hier tot Darwin nog zo’n 4500 mijlen voor de boeg. De Rally start op 28 juli en eindigt half oktober bij Singapore. Gezien het feit dat men voor Indonesië een speciale vergunning moet hebben (CAIT), dit land nogal wat  bureaucratische regeltjes heeft die vaak veranderen en niet geheel veilig is, lijkt het ons prettig met deze georganiseerde tocht mee te varen. We hebben er zin in.

Donderdag, 29 maart 2012


We liggen op Bora Bora, 25 mijl vanaf Raiatea. We gaan terug naar Raiatea als de zeillatten binnen zijn.  Bora Bora lag al weken naar ons te lonken en nu liggen we  bij de Yacht Club van  Bora Bora. Wie had ooit kunnen denken dat wij hier terecht zouden komen. Dat leek een droom maar het is toch echt waar. 
Het is nog niet druk. De enige bekende die hier ligt is Robbie (de Pool) waar we al afscheid van hadden genomen. Robbie zou terugkeren naar Costa Rica maar kreeg pech met zijn energievoorziening en is omgedraaid naar Bora Bora. We waren dus heel verbaast Robbie hier weer te treffen maar het is wel gezellig.
We zijn bezig met de hoognodige was en hebben zodoende de gelegenheid even internet bij te werken bij de jacht club. Lang niet overal zijn verbindingen en als je die hebt dan moet je er gebruik van maken. 

Bora Bora staat bekent als een van de mooiste eilanden van de wereld. Volgens ons ziet het er wel mooi uit maar het wint het niet van de Marquesas eilanden met Fata Huva en Oa Pou. We beginnen  verwend te raken en worden kritisch. De hoogste berg op Bora Bora is de Mt. Otemanu met een hoogte van 727 meter. Bora Bora is net als alle andere eilanden in Frans Polynesië groen. Hier zijn vele dure resorts met witte stranden en vol gebouwd met waterbungalows. De meeste Frans Polynesische eilanden zijn van oorsprong vulkanisch en op de deze eilanden zijn maar weinig witte stranden te vinden. Op Bora Bora zijn er veel. In de lagune zijn veel motu's, ook met witte strandjes, waar we achter kunnen ankeren.

Maandag ,2 april 2012


Bora Bora hebben we weer verlaten. We hebben daar een weekje vertoefd. De oostzijde van het eiland is prachtig. Veel motu’s met parelwitte stranden. Helaas zijn vrijwel al die stranden volgebouwd met waterbungalows en bijna niet meer te zien. Heel jammer. Wij lagen daar op ons eigen anker met 3 meter water onder ons en spier wit zand. Het water in de lagune is azuurblauw. Nu kunnen we ons voorstellen dat  Bora Bora ”de parel van de Grote Oceaan”  wordt genoemd.
Morgen kunnen we onze nieuwe zeillatten ophalen in Raiatea,  z´n 3 mijl van hier. Dan gaan we de nodige boodschappen doen en vertrekken in de loop van de week naar Tonga, 1300 mijl verder. We gaan Frans Polynesië binnenkort verlaten. Frans Polynesië heeft van ons de naam “het land van de kraaiende hanen” gekregen. Iedere morgen hoorden we die beesten. Adieu hanen.


Onze laatste blik op Bora Bora.

Zaterdag, 7 april 2012


Dinsdag, 4 april 2012 vertrokken we met Mirus vanaf Tahaa (Frans Polynesië) naar Tonga. De weervoorspellingen gaven weinig wind voor de komende tijd. Toch wilden we gaan en de eerste twee dagen liep Mirus redelijk door. Nu maken we afstanden van 68 mijl en als dieptepunt 47 mijl per dag en het schiet niet op. Motoren is geen optie, we hebben niet voldoende diesel om de afstand te overbruggen. Soms dobberen we slechts met een zeil voort op de stroom. Zodra er iets wind komt zetten we meer zeil. Gelukkig hebben we, i.v.m. de weervoorspelling, de oude zeilen op de boot laten staan. Deze zijn veel slapper dan de nieuwe, stugge en nog zware zeilen en vangen daardoor eerder een vleugje wind. Zelfs de genaker wordt erbij gehaald. Deze geeft iets meer voortgang. De genaker lag al sinds de Atlantische oceaan in de mottenballen. Tot Raiatea en Tahaa hebben we steeds veel wind gehad en dat ding niet nodig gehad.

Tante Bertha, onze windvaan, weigert. Te weinig wind. Af en toe motoren we een uurtje om de energievoorziening voor de electrische stuurautomaat op peil te houden. Deze doet nu het werk. Wij luieren wat, lezen en boek, luisteren naar ons Ipodje, spoelen het dek voor wat koeling en zijn druk met eten koken. Soms speuren we de horizon af naar een squall. Daar moeten we altijd op bedacht blijven want die geven regen en soms heel veel wind. Meestal maar even. De zee heeft geen tijd om hiermee golven op te bouwen.

De nachten zijn prachtig, een schitterende sterrenhemel. Het Zuiderkruis, die we sinds kort herkennen, staat links van ons. Het is volle maan en het wordt niet donker. Een spoor van fluoriserend water loopt achter ons schip. Het is goed weer op zee te vertoeven.

Zondag, 8 april 2012


Oeps, ik was gisteren vergeten de exacte positie te melden. Ja, 100 mijl boven de Cookeilanden maar er zijn én Noorderlijke en Zuiderlijke Cookeilanden. Voor alle duidelijkheid: het zijn de Zuiderlijke Cookeilanden.

We hebben 24 uur lang de genaker op gehad. Dit een een ballonzeil van parachutestof, 120 vierkante meter. Heel langzaam maar zeker hebben we wat snelheid gekregen en net een uurtje geleden hebben we hem weer ingepakt. Het ging even te hard. Vandaag dus geen nieuw dieptepunt gehad. We zijn uiteindelijk toch nog 85 mijl opgeschoten.

Donderdag, 12 april 2012


We worden geteisterd door windstiltes met af en toe een flinke squall. 8 April, eerste Paasdag hebben we geprobeerd wat hoogte te halen omdat later in de week de wind naar het noorden zal trekken. Tegen de avond komt ons een gitzwarte wolk tegemoet. Hij doet er lang over. Hij lijkt te loeren of en wanneer hij ons zal pakken. Wij loeren ook, blijven alert want hij ziet er angstaanjagend uit. Na een dik uur is het zover. Binnen 2 minuten vanaf windkracht 2/3 naar windkracht 8 Beaufort. En regen, niet een klein beetje maar een wolkbreuk. Dat was even hard werken en helaas de verkeerde kant op. Alle hoogte was binnen een half uurtje verdwenen. Na een squall volgt vaak weer windstilte. Zo ging het een nachtje door. Af een toe een squall, gelukkig met wat minder wind en regen, dan weer windstiltes. Na een nachtwacht in de regen gezeten te hebben was ik sinds tijden weer blij met de warmte binnen in de boot.

De laatste dagen vrijwel geen wind maar ook geen squalls die ons treffen. We schieten niet veel op en moeten nog zeker zo'n 500 mijl voordat we er zijn. Met dit tempo kan dat nog wel een week duren. Gisteravond de motor aangezet. Vanmorgen even 3 uur gedobberd, zonder motor in de hoop dat er weer wat wind zou komen. Inmiddels de motor maar weer aan. De zee lijkt zo glad als een spiegel maar de boot schudt alle kanten op. We worden er gek van.

Woensdag ,18 april 2012


We zijn de internationale datumgrens op 172.30 graden West, net voor Tonga, overgevaren. Aan boord van een schip gebruikt men 2 tijden. Voor de navigatie, weerberichten enz. gebruikt men Universal Time (UTC). De Universal Time ligt op de nul graden. Tussen de 172.30 Oost en de 172.30 graden West ligt de andere kant van de wereld op Oost 180 graden West. Omdat we van oost naar west varen gaan we met de zon mee. Om een goede locale tijd aan te houden moeten wij sinds ons vertrek uit Nederland ons uurwerk iedere 15 graden naar het westen een uur achteruit draaien. (De wereld is rond en heeft 360 graden. Een dag heeft 24 uren. 360:15= 24, een volledig etmaal). Vandaag hebben we, volgens internationale afspraken, de klok 12 uur vooruit gezet t.o.v. de Universale Time en geven zodoende een hele dag terug en houden nog een halve dag tegoed. Vanaf nu zetten we iedere 15 graden weer verder naar het westen de tijd een uurtje terug. Tegen de tijd dat we weer op de hoogte van Nederland op 07.30 graden Oost zijn loopt onze klok weer gelijk. Wij hebben de dag van 17 april 2012 in feite niet meegemaakt. Dit blaadje hebben we samen met het blaadje van 16 april van de kalender gescheurd.

We zijn vandaag ook betrekkelijk dicht langs ondiepten, de Capricorn Tablemount met een diepte van slechts 227 meter, welke worden gevormd door toppen van onderwaterbergen gevaren. Even verderop zijn weer dieptes van soms wel 9 tot 10 kilometer. De verschillen tussen de bergtoppen hier onder water zijn nog groter dan de verschillen tussen de bergtoppen boven water. Er moet zich hier onder water een werkelijk onvoorstelbaar landschap bevinden. Mirus vaart err rustig overheen en bekommert zich hier verder niet om. Het enige waar zij zich druk over maakt is de wind en die is er niet.

Vrijdag, 20 april 2012


Na een tocht van 14 etmalen  (1324 mijl in 336 uren waarvan 91 gemoterd) krijgen we eindelijk land in zicht. Totaal anders dan Frans Polynesië. De oostzijde van de Vavau groep heeft hoge en aan de bovenzijde vlakke kliffen. Het lijkt een  beetje op de Algarve in Portugal maar toch weer anders.  Via de westzijde van de groep komen we tussen talloze eilandjes terecht waar wij tussen door een weg moeten vinden naar Neiafa, de hoofdstad van deze eilandengroep. Hier kunnen we inklaren. We zijn blij met de elektronische kaart op de laptop a hoewel deze wel afwijking vertoont als we eenmaal liggen. We zijn op sommige stukken, volgens de kaart, over land gevaren. Het blijft oppassen en het is onverstandig om ’s nachts onbekende gebieden binnen te varen. We  manoevreren voorzichtig tussen de eilanden door en pakken rond 12.00 uur een mooring op bij Neiafa. Het is hier te diep om te ankeren en de moorings zijn voor niet teveel geld te huur. 

Tonga is een koninkrijk dat bestaat uit 170 eilanden waarvan er 134 onbewoond zijn.  Deze eilanden zijn weer verdeeld in 4  groepen. Wij zijn aangeland in de Vavua groep. In 1616 kwamen de eerste Europeanen, Nederlandse zeevaarders, in de Tonga archipel aan. Het hoofdeiland, Tongatapu, is het eerst bezocht door de Nederlanse onderzoeker Abel Tasman in 1643. Pas in 1773 bezocht de Britse kapitein James Cook deze eilanden. Hij gaf deze eilanden de naam Friendly eilanden vanwege de vriendelijkheid van de oorspronkelijke bevolking.

De wereld loopt hier nog  enige jaren achter. De schooljeugd heeft nog uniformen, zowel de jongens als de meisjes hebben rokken aan. De varkentjes lopen los over straat en de mensen worden nog per vrachtwagen vervoerd. Alles gaat hier nog rustig.
Niemand heeft haast.



Donderdag, 26 april 2012


In de baai is het gezellig. Er is hier een “netje”. ’s Morgens om half negen wordt via de marifoon het weer besproken, noodgevallen kunnen gemeld worden, hulp kan ingeroepen worden bij problemen en soms wordt er wat leuks georganiseerd. Gisteravond hebben we een traverstietenshow gehad. 


Via het netje worden dit soort dingen gemeld. Maar toch vertrekken we morgen  naar Fiji. We hebben het hier wel gezien. We vinden het hier vies. Overal ligt rommel, zelfs in het Nationale park. Er is geen 10 meter te vinden waar geen rommel ligt. Bierblikjes, plastic, glas, papier etc. We vinden het niets. Ongetwijfeld zijn de eilanden waar resorts op gevestigd zijn wel schoon maar waar de bevolking woont is dat niet. Verder ziet alles er zeer armoedig uit. Vrijwel alle huizen moeten nodig  in de verf gezet worden. Soms weten we niet of iets een huis is of een varkenskot. Er lopen hier meer varkens dan honden. En alle varkens lopen los. Dit is het smerigste eiland dat wij tot op heden hebben bezocht. Jammer, hopelijk is het in Fiji beter.

Nieuw Zeeland.

Wij gaan niet naar Nieuw Zeeland. Dit hebben we uit ons reisplan geschrapt. Nieuw Zeeland wordt in de maanden november tot en met april aangedaan, als het daar zomer is en men het cycloonseizoen dat hier dan heerst wilt ontwijken.  Eind april gaat men dan pas weer verder. Als wij daar heen zouden  willen dan moeten we hier nog tot oktober in de Stille Oceaan blijven en daar hebben we geen zin in. Wij gaan door naar Darwin en hebben dan weer alle tijd om leuke plekken aan te doen. We zijn er al lang achter dat we de hele wereld niet in 4 jaar kunnen bekijken. Omdat we geen zin hebben om alles in haast te moeten doen hebben we deze keuze gemaakt. 

Zondag, 29 april 2012


We zijn over de helft van onze reis. De afstand tussen Nijkerk en Mirus was gisteren nog zo'n 11.181 mijl. Nu wordt de afstand weer minder. We zitten nu op 11.054 mijl. We komen vanaf gisteren weer steeds dichter bij. 

We hebben Tonga achter ons liggen en zijn nu op weg naar Fiji. Tonga deed ons uitgeleiden met een zware donderbui en een heerlijk windje. We lopen zo'n 5 á 6 mijl per uur met een zuidoostelijk windje. Het is nacht en er is een vogel op ons zonnedak neergestreken. Het beest zal wel moe zijn. Morgenvroeg zal het wel weer vertrekken.

Tanta Bertha, onze windvaan, doet het gelukkig weer. Vroeger, tijdens haar leven, was tante Bertha een vriendelijke, behulpzame en zuinige tante. Helaas was ze zeer slechtziend. Sinds ze gereïncaneerd is in onze windvaan heeft ze nukken. Ze is nog steeds zuinig en slechtziend, ze doet alles op gevoel. Zonder wind weigert ze. Er is dan geen land met haar te bezeilen en met weinig wind slingert ze. Ze houdt van wind, veel wind en dat laat ze merken. Wij zijn dan ook hartstikke blij als ze er weer zin in heeft. Het waait nu niet al te hard en dus slingeren we wat maar we hoeven op deze wijze geen stroom te gebruiken. Daarom blijven we, ondanks haar nukken, toch van der houden. 

Zaterdag, 5 mei 2012


In Tonga hebben we belastingvrije diesel getankt, 180 liter. Hiervoor hebben we, via het marifoonnetje, samen met 4 andere zeilboten en tankwagen laten voorrijden bij de kade. Alleen als je uitgeklaard was en er meer dan 300 liter werd afgenomen dan konden we belastingvrij tanken. Tesamen met de andere uitgeklaarde boten lukte dit. Gelukkig hebben we de diesel op weg naar Fiji niet nodig gehad.

We hebben er 4 etmalen over gedaan. De laatste nacht alleen op het fokje gezeild om niet met donker aan te komen. Rond 8 uur liepen we Suva binnen en hebben we ons anker bij de Royal Suva Yacht Club neergelaten. Hier moesten we wachten op het bezoek van de gezondheidsdienst, douane en immigratie. Na heel, heel veel papierwerk mochten we aan land om geld te pinnen. Dat vele papierwerk kostte ook veel geld en dat hadden we nog niet. Ze hadden wel tijd om er op te wachten. Daarna moesten we zelf naar de Fijian Affairs Board in Suva om een cruisers permit te halen. Dit kostte geen geld en waarom men dat niet meteen geeft is ons een raadsel. Misschien is het om mensen aan het werk te houden want we hadden in ieder geval een taxi voor nodig om er te komen. Daarna weer naar de douane om nog weer een paar papiertjes in te vullen en een paar stempels te krijgen en uiteindelijk was dan toch alles geregeld. We mogen een poosje in de Fiji wateren ronddobberen. 

De Royal Suva Yacht Club is gevestigd in een gebouw met tuin, in Brits koloniale sfeer. Het is er gezellig en hier hebben we een paar dagen gelegen. De club ligt in een hoek van de grote haven van Suva, vol roestige schepen. Suva is een drukke stad met een mengeling van allerlei rassen. Schoenmakers staan langs de weg, een overvolle markt. Kruiers liggen in hun kruiwagen te slapen. Talloze krakkemikkige eetstalletjes en dure kantoorgebouwen. Het was weer even leuk in een drukke stad te zijn. 

Nu liggen we op Mbengga, een eilandje op 20 mijl afstand van Suva. In de baai varen nog echte, oude vissersbootjes. We wanen ons vele jaren terug in de tijd. Vanmorgen werd dat beeld weer wreed verstoord. 6 Waterscooters draaiden een paar rondjes door de baai. Ook hier staat de tijd niet stil. 


Donderdag ,10 mei 2012


We liggen bij het eiland Malolo Lailai in een prachtige baai bij het resort Musket Cove. Musket Cove is een polulaire ankerplek voor wereldreizigers en deze reizigers kunnen gebruik maken van de faciliteiten van het resort. We hebben een formulier ondertekend en onze visakaart door de glijder gehaald. Vanaf nu kunnen we tot ons vertrek gebruik maken van alles wat  Musket Cove ons te bieden heeft zoals de coctailbar, winkeltje, zwembad etc.  Achteraf mogen we afrekenen. 



Musket Cove is een pretpark. Op een eilandje vlak bij de ankerplaats staan naast de bar een aantal barbeques. Mosket Cove zorgt voor alles, het hout, de tafels, de stoelen en het servies. Ze wassen het zelfs voor je af. ’s Avonds is iedereen bij de barbeque te vinden en we kwetteren wat af als we onze koteletjes staan te bakken. We genieten er van en houden dit nog wel een paar dagen vol. 

Zondag, 20 mei 2012


Sinds lange tijd hebben we weer eens een paar duiken gemaakt. In Musket Cove is een duikshop en we werden door de duikboot bij onze eigen boot opgehaald en teruggebracht. Dat was wel heel gemakkelijk. Het duiken was niet echt spectaculair maar weer leuk om te doen. 
Na een heerlijke week op Musket Cove zijn we weer doorgegaan naar Lautoka op het hoofdeiland Viti Levu van Fiji. Hier wilden we afgelopen donderdag gaan uitklaren. Toen wij 's morgens de gribfiles (windverwachting) nog eens bekeken hebben we besloten nog even te wachten. Ten noorden van onze route was nauwelijks wind. Ten zuiden van onze route gaven de gribfiles 3 volle strepen. De ervaring heeft ons geleerd dat de gribfiles meestal te laag worden aangegeven en het zou dus heel goed mogelijk zijn dat we windkracht 8 of meer Beaufort zouden krijgen. We hebben inmiddels een ontzettende hekel aan geen wind maar ook teveel wind is niet leuk. We wachten tot aanstaande maandag en hebben alle tijd om het stadje Lautoka te bekijken. 

Lautoka is heel anders dan Suva, de hoofdstad van dit eiland. In Suva lopen nog veel Europeanen, in Lautoka niet. We vallen op als we op de straat lopen. Er lopen hier ontzettend veel verschillende rassen door elkaar. Het is een mengelmoes met van alles en nog wat maar geen blanken. We zijn hier bijzonder. De mensen zijn heel vriendelijk. Heel vaak begroeten ze ons met "bula". Dat betekent zoiets als goedendag. De hele weg naar de stad wordt dit om ons heen geroepen, uit huizen, uit auto's en de voetgangers. Het woord "bula" vergeten wij niet meer. Er zijn ontzettend veel chinese en indische winkeltjes en natuurlijk weer een levensgrote overdekte markt met allerlei vreemde groentes en dergelijke. Wij weten niet wat we er mee moeten doen en kopen het maar niet. Het levensonderhoud is hier heel goedkoop. Een tros bananen van 20 stuks kosten slechts 0,90 euro. Ook de hapjes bij de eethuisjes zijn spotgoedkoop.

De ankerbaai is rustig. Het is zaterdag en in- of uitklaren kost op zaterdag extra geld. Op zondag wordt hier helemaal niets gedaan. Daar hebben zeilers een hekel aan en dan wachten ze tot maandag om weer te komen. Als alles goed gaan vertrekken wij dan richting Vanuata en Australië.


Vrijdag ,25 mei 2012


Maarten Keja van de Aletis (net zoals ik opgegroeid in het kleine dorpje Achterveld) vaart ook weer in de wateren rond Fiji. Maarten kwamen we al eerder tegen op de Galapagos eilanden en de Marquesas. Helaas hebben we elkaar niet ontmoet in Fiji. Omdat wij meenden dat wij al eerder goed weer zouden hebben om te vertrekken richting Vanuata en Australië hebben we Musket Cove verlaten op de dag dat hij daar aankwam. Hadden we geweten dat we langer in Lautoka zouden blijven i.v.m. de wind dan hadden we ook best nog even in Musket Cove kunnen blijven. Het is altijd leuk zeilers te spreken die je eerder gezien hebt en ervaringen uit te wisselen. Heel jammer dat we deze ontmoeting hebben gemist.

Maandag, 22 mei 2012 zagen de weerberichten er goed uit. We konden vertrekken uit Lautoka, Fiji. Het uitklaren kostte hier weer de nodige tijd. Alle (veel onnodige en onbelangrijke) gegevens die eerder in Suva op papier waren gezet moesten hier de computer in. Gelukkig was zowel de immigratie als de douane in een kantoor gevestigd. Dat scheelde weer wat tijd. Nadat we dan toch eindelijk uitgeklaard waren werd ons medegedeeld dat we maximaal één uur de tijd hadden om te vertrekken. We mochten niet meer aan land komen en niet meer ankeren in de wateren rondom Fiji. Zo erg hebben we het nog niet meegemaakt.

Eenmaal op weg leken de natuurelementen het er niet mee eens te zijn. Op weg naar de 25 mijl verderop gelegen pas om de lagoon uit te gaan wakkerde de wind flink aan. Bij de uitgang door het rif stond er een wind van 7 tot 8 Beaufort. We vlogen de pas uit. Grommende golven liepen achter het schip langs. Enkele, te omstuimige golven, liepen door de kuip. Met het grootzeil drie keer gereefd en het fokje varen we nu al zo'n 3 etmalen richting Australië. De wind is wat afgezwakt maar het waait nog steeds stevig door.



We hebben nog geen tijd gehad om ons te vervelen. Na het eerste, nogal woelige etmaal, bleek de boot zout water binnen te krijgen. We dachten dat de overspoelende golven en een lekkende deksel hiervan de oorzaak waren. Alles onder het bed in de logeerkamer bleek zout en nat. Na veel water hozen, opruimwerk, drogen etc. leek alles onder controle te zijn. Helaas, de volgende ochtend weer hetzelfde euvel. Toen serieus op zoek gegaan naar het lek. Na heel lang zoeken hebben we het probleem gevonden. Toen we in Raiatea bij de jachtwerf Raiatea Carenage Service (prutsers, ze zeggen alles te kunnen maar in werkelijkheid kan er niets!) op de kant stonden hebben we het manchet rond de roerkoning vervangen. Dit rubbere manchet was daar niet voorradig maar ze konden het namaken. Het nagemaakte manchetje bleek niet zo heel goed nagemaakt te zijn maar het oorspronkelijke manchet hadden ze verpest. Om de maten op te nemen hadden ze het maar door midden geknipt en weggegooid. Toch leek het nieuwe manchet te passen. Tot Fiji hebben we redelijk rustig weer gehad zonder veel golven. Nu is het erg woelig en de golven slaan regelmatig tegen de achterzijde van de boot met als gevolg dat er water door het niet goed sluitende manchet loopt. Henk heeft, ondanks de woelige zee, onderin de boot een aanpassing gemaakt. De boot lekt gelukkig niet meer. Doordat alles wat in de bakskist was opgeborgen nu enige tijd buiten in de kuip stond hadden we ietwat weinig ruimte. Met als gevolg dat ik mijn teen heb gebroken tegen een uitstekend stoelpootje. Iedere zeiler weet dat hij of zij niet zonder schoenen aan dek moet lopen. Toen Maarten Keja van de Aletis op de Galapagos eilanden twee van zijn tenen brak heb ik hem nog heel liefjes verteld dat dat niet zo slim was. Nu was ik zelf de ezel. Desondanks loop ik (en zover ik weet doet Maarten dit ook) nog steeds op blote voeten.

Vannacht zijn we tussen de Vanuata eilanden doorgevaren en we hebben de Stille Oceaan achter ons gelaten. We doen deze eilanden niet aan maar varen in een keer door naar Thursday eiland in Australië. Sinds wij de lagoon bij Fiji verlieten zagen we tot vannacht geen enkele boot. Hier tussen de eilanden voeren er twee op grote afstand langs. Nu is er weer niets, we lijken wederom alleen op de wereld en hebben nog ruim 1500 mijl voor de boeg.

Donderdag, 7 juni 2012


We hebben een zware tocht gehad. Harde wind op de kont en hoge golven hebben het ons niet gemakkelijk gemaakt. Wit schuimende golven stormden achter ons aan. Wat dichterbij vielen ze meestal met donderend geraas ineen. De spiegel wordt in zo'n geval opgetild, de boeg duikt dan naar voren. Overal om ons heen spoot water. Wij voeren dan met grote snelheid over de surfende golven. Een enkele woeste golf waagde het om zijn energie in de kuip van Mirus te ontladen. Schoten en vallen lagen in het klotsende water dat door de loosgaten weer wegstroomde. Kussens werden nat en onze voetjes moesten even omhoog om ze toch maar droog te houden.

Dit is geen fijne koers. Om zo prettig en snel mogelijk te varen besloten we alleen met de (nog oude) kluiver te varen. Op deze wijze bleef Mirus meestal net voor de golven uit surfen. Enkele dagen geleden, het woei zo'n 6 tot 7 Beaufort, hield de kluiver het voor gezien. Pats, in een klap vloog het zeil naar voren. Het oog waaraan de schoten bevestigd waren was van het zeildoek afgescheurd. De versterkingsbanden en het zeildoek zijn nog heel. De stiksels waarmee het oog was bevestigd aan het zeil zijn in één klap allemaal stuk gegaan. Vermoedelijk door invloed van het zonlicht, het zoute water en ouderdom. Gelukkig net voor donker. We konden met daglicht het zeil nog bergen. Alleen met de fok verder gegaan. 
Inmiddels is het een dag rustig weer geweest. We hebben de nieuwe kluiver aan kunnen slaan en kunnen deze weer gebruiken. Meestal staat er teveel wind en varen we met slechts de fok en het grootzeil. Ook het grootzeil kan niet meer volledig worden gebruikt. Onderin zit een schuur en we varen steeds met één reef. Gezien de windsnelheden is dit geen ramp. Wel is duidelijk dat dit het laatste tochtje is geweest met de nog oude zeilen. Straks, als we op Thursday Island zijn, worden alle nieuwe zeilen aangeslagen.

Nu, donderdagochtend 7 juni 2012 om 07.00 uur, varen we op de Torres Strait. Vroeger, zonder GPS, was dit een van de gevaarlijkste gebieden van de wereld. Nu, met GPS en elektronische kaarten, is het een stuk gemakkelijker. Ik las een boek waarin werd vermeld dat varen op de Torres Strait nu net zoiets is als varen op het Grevelingenmeer in Zeeland. Naar mijn mening dient men daarbij wel te bedenken dat de zandbanken hier harde puntige koraalformaties zijn. Nu vaar ik liever niet met windkracht 6 Beaufort op de Grevelingen, liever ook niet bij nacht en zeker niet met de wind op de kop. Wij hadden dat vannacht wel en het was weer hard werken. Een half uurtje geleden hebben we de neus van Mirus kunnen richten op Twin Island en varen we met een backstag wind (4 à 5 Beaufort) richting Thursday Island waar we vanmiddag hopen te arriveren. Hier moeten we inklaren. We zullen blij zijn als we daar zijn en weer eens een rustige nacht achter ons anker kunnen slapen. 

Zaterdag, 9 juni 2012


Donderdagmiddag, 7 juni 2012 aangekomen op Thursday Island in de Torres Strait, Australië. Op weg hier naar toe werden we al gespot door de Australische douane in een helicopter. Waar we heen gingen en hoe laat we aan zouden komen? Nogal moeilijk te plannen met een zeilboot maar we hebben maar een gokje gewaagd en het klopte redelijk. We lagen nog niet voor anker en alweer de douane, nu vanaf Thursday Island zelf. Zolang de officials nog niet geweest waren mochten we niet van boord. Gelukkig duurde dat niet te lang, 4 personen. Natuurlijk wilden ze weer van alles weten en ook welke medicijnen we aan boord hadden.  Na afgifte van onze medicijnenlijst bleek dat we morfine (oftewel drugs) aan boord hadden, voor noodgevallen op zee. Gelukkig deden ze niet moeilijk maar het moest wel  verzegeld worden.  Dat weten we weer. Vanaf nu ligt de morfine ergens ver weg, niet bij de andere medicijnen en staan niet meer op papier. Veel te lastig.

Thursday Island is een klein eiland in de Torres Strait. Alle dagen van de week hebben een eiland. De zee is hier prachtig blauw. In de baai staat momenteel veel wind. Het is lastig aan land te komen want behalve wind staat er ook nog heel veel stroom. In het dorp is weinig te beleven maar het is even lekker om hier te liggen naar een lange zeetocht. We vermaken ons nog wel een paar dagen.

Zondag, 17 juni 2012


We zijn op weg naar Darwin, 830 mijl vanaf Thursday Island.

Maandagochtend, 11 juni 2012 hebben we eerst bij onze Italiaanse buurman Michael de zeekaart van deze zee bekeken. We hebben van deze zee geen papieren kaart en voor het overzicht is dat toch echt gemakkelijker. De ondieptes waar we rekening mee moesten houden genoteerd en de plattegrond van Darwin nagetekend. We hebben geprobeerd op Thursday Island nog wat kaarten te bemachtigen. Ze hadden slechts één bruikbare kaart voor ons. Het was gelukkig wel de belangrijkste. Zoals op alle eilanden die we het laatste jaar bezocht hebben zijn hier nauwelijks nautische kaarten, pilots of iets aanwezig. Eigenlijk moet je alles al bij je hebben als je Europa verlaat.

Nu varen we met wind 5 a 6 Beaufort op de Arafurazeee. We hebben onze nieuwe zeiltjes op en kunnen weer wat wind hebben.

De Arafurazee is niet diep en het water heeft een groene, fluorescerende kleur. De zon schijnt heerlijk. We liggen boven het eiland Bathurst. Als we een beetje gunstige wind houden komen we morgen in Darwin aan. In Darwin blijven we tot 28 juli liggen. We stoppen met mijlenvreten en gaan ons voorbereiden voor de Darwin Rally (
www.sailindonesia.net). We hopen hier weer alle noodzakelijke maritieme zaken te kunnen krijgen en de boot weer op orde te krijgen voor ons zeiltocht naar Indonesia, eind juli. 

Zondag ,24 juni 2012



Dinsdag, 19 juni 2012 aangekomen in Darwin. We wilden een tijdje in een marina liggen maar dat had nogal wat voeten in aarde.  Als men in een marina in Australië wilt liggen moet eerst het onderwaterschip gecontroleerd worden op een diertje (mossel) die soms aan de onderkant van de boot leeft.

De bio-inspectie komt met een duiker. Deze doet (gratis) metingen. Indien blijkt dat het mosseltje aanwezig is moet het schip het water uit om allereerst het onderwaterschip te reinigen. Gelukkig waren wij vrij van dit diertje en konden we op weg naar de marina. Ook dient het schip WA-verzekerd te zijn voor maar liefst 5.000.000 Australische dollars. Bij het binnenvaren van de sluis - er is hier een getijverschil van z’n 8 meter – wordt dit gecontroleerd. Indien het bewijs niet aanwezig is wordt men echt niet binnengelaten.  Wij waren niet voldoende verzekerd en dat moest dus vlug geregeld worden hetgeen lastig is zonder internet. Via onze SSB-zender hebben we onze verzekeringagent  Wijnand van Essen weten te bereiken. Wijnand heeft even supersnel  onze verzekering in orde gebracht en de stukken weer naar ons toegezonden.  Binnen een paar uur was dit geregeld vanaf de andere kant van de aarde en werden we toegelaten tot de marina.

We zijn samen met de Franse zeilboot “Charléne”binnengekomen. Samen hebben we de bio-inspectie doorstaan. Hiervoor moesten we een nacht  overnachten bij inspectiesteiger. ’s Morgens voordat we naar de marina gingen hebben we samen even diesel  getankt. Dit is de enige plek waar we konden tanken en als je er toch bent is dat  net zo gemakkelijk. Alles bij elkaar heeft dat tanken ons minstens een uur gekost. "Charlene" is niet zo heel handig. Berhard, de eigenaar van 68 jaar oud, kan niet varen en is super onhandig. Zijn vrouw, Michelina is 78 jaar oud, is niet zo heel vlug meer. En dan 10 jerrycans vullen met een slang die teveel diesel afgeeft is niet gemakkelijk. We hebben ze maar geholpen want anders hadden ze er nog gelegen. Wij ook, ze lagen tegen ons aan en wij konden niet weg. Als dank hebben ze ons die avond een diner aan boord van hun schip aangeboden. Bernhard kan goed koken.

Nu nog een paar weetjes waar we vragen over kregen:
De manchet van onze boot is weer dicht. Henk heeft het lek verholpen met vulkaniserende tape (of zoiets).  Het manchet zit boven water en als we stil liggen lekt het niet. Alleen als het woelig water is kan het gaan lekken. We gaan er van uit dat deze reparatie  voorlopig houdt. We hebben voor alsnog geen nieuw manchet en bovendien zouden we dan weer het water uit moeten.  Daar hebben we niet veel zin in.

Mijn gebroken teen is weer redelijk genezen. Een gebroken teen geneest vlugger dan een gekneusde teen en dus had ik eigenlijk gelukt.  Helaas is op Thursday Island  de poot van onze mobiele buitentafel op mijn andere voet gevallen en nu is die nogal gevoelig. Ik hoop andere schoenen te kunnen kopen want dit wordt een langdurig proces is me verteld door iemand die dit zelfde is overkomen.


We zijn in Darwin om alles voor de Rally  (zeiltocht door Indonesië) te regelen en de boot weer tiptop in orde te maken. We weten nog niet of we veel tijd hebben om hier rond te kijken. Dat hangt af van de voortgang van de werkzaamheden want er is weer een lange klussenlijst. Je blijft bezig met een boot. Veel mensen denken dat we een lange vakantie hebben maar we moeten toch ook werken. Ook tijdens een lange oversteek zijn we druk. Allereerst moeten we om de beurt slapen. Verder moeten we zelf brood bakken en dat is een tijdrovende klus. Ook het eten koken is vaak een moeizaam proces. Zeker op woelige oversteken zoals we de laatste twee hebben gehad. De wereld rondzeilen is geen vakantie. Het is een manier van leven en soms, zoals in Fiji, is het echt vakantie. Het is overigens wel een leuke manier van leven. 

Maandag, 2 juli 2012


We hebben het naar ons zin in Darwin. Darwin  is in 1974 verwoest door een orkaan. Voor die tijd stelde Darwin niet veel voor. Nadien is Darwin uit het niets herrezen tot een moderne stad.  Er zijn heel veel grote winkels, supermarkten, restaurantjes en terrasjes. Het is er gezellig.  Ook het openbaar vervoer is hier geweldig geregeld en kost voor hetgeen ze bieden niet veel.

Momenteel is het winter.  Dat houdt in dat de nachten en de ochtenden koel zijn. Later op de dag stijgt de temperatuur naar zo’n 30 graden. Het regent niet. Ook de avonden hebben weer een hele prettige temperatuur.

In de haven liggen veel permanent bewoonde boten. Een daarvan,  de Warna Carina , behoort aan Jack Schreurs en zijn vrouw Ilse.  Jack is op zijn 20e vanuit Den Bosch naar Australië gegaan en woont hier  nog steeds. Hij en Ilse hebben al 3 maal de wereld rondgezeild.  Voor ons heel handig. Zij weten welke problemen een wereldzeiler kan hebben. Een daarvan is het altijd maar weer zien waar de gasflessen gevuld kunnen worden. Jack heeft  gelukkig allerlei koppelingen. Overal op de wereld gebruiken ze verschillende koppelingen. Ook mogen gasflessen niet in een bus of taxi vervoerd worden.  Het is dus lastig. Zij hebben  ons in hun auto even naar een gasvulbedrijf  gebracht.  Ook een klein schroefje die we voor de rolstag nodig hebben was op deze wijze snel gekocht. Met Ilse naar de  supermarkt en de markt geweest. Het is geweldig zulke mensen in de buurt te hebben.

Er worden hier wekelijks markten gehouden. Op al deze marktjes kun  je groente, fruit, souveniertjes en vooral heerlijk eten kopen.  Er staat van alles en het is lekker.  Wij moeten hier niet te lang blijven. We groeien dicht.

Maandag, 9 juli 2012


We zijn druk geweest. Gelukkig zijn de meeste werkjes van de klussenlijst afgestreept. Alle noodzakelijke schoten en andere versleten of ontbrekende dingen voor de boot zijn weer gekocht. Nu krijgen we weer tijd om leuke dingen te gaan doen.

Zo hebben we de zonsondergang bekeken op Mindil Beach  Sunset Market. Die moet men gezien hebben. Het was er dan ook ontzettend druk. Verder vermaken we ons in de winkels en de vele eetgelegenheden in Darwin. Ook hebben we een klein reisje naar het binnenland van Australië in het vooruitzicht. Woensdag gaan we op pad naar Alice Springs en omgeving.

Donderdag, 19 juli 2012


We zijn op pad geweest naar het rode hart van Australië. Jack en Ilse brengen ons ’s morgens om 5.30 uur naar het busstation. De stadsbussen lopen nog niet en de taxi’s zijn niet betrouwbaar. Geweldig deze mensen.
In een oude gammele bus zijn we naar Alice Springs gereden.  9 Backpackers, de chauffeur en wij. In geen maanden zijn we Nederlanders tegengekomen. Hier in de bus treffen we 3 Nederlandse studentes.  Het is een gezellige groep en al gauw schalmt het lied “het dondert en het bliksemt en het regent meters bier” van Guus Meeuwis door de bus.  Alle andere nationaliteiten zingen in volle borst mee. Het is een gezellige club.

Het landschap is vlak met veel struiken, termietenheuvels en dor gras. Hier en daar lopen magere koeien .  Australië is groot, de weg is oneindig lang, de vrachtauto´s zijn groot en lang, heel lang.
Onderweg  naar Alice Springs (afstand 1493 km vanaf Darwin) stoppen we bij de bezienswaardigheden.  Zo zagen we de Mataranka Hot Springs waar we een verkoelend (34 graden) bad hebben genomen.  Ook zien we de Devils´s Marble, een groep van wonderbaarlijk grote stenen midden in een vlak landschap,  en Ti Tree, een standbeeld van de grootste aboriginal  vrouw die hier geleefd heeft.


Na 2 dagen arriveren we bij Annies Place in Alice Springs. Hier overnachten we om de volgende ochtend weer heel vroeg verder te gaan met onze kampeer- en wandelvakantie.  Nu zijn we met 20 personen, weer allerlei nationaliteiten. We bezoeken de Kings Canyons waar we een schitterde wandeling tussendoor maken. Moe maar voldaan bereiken we ’s avonds onze kampeerplek in de bush op de grootste kamelenfarm van Australië. Deze farm is groter dan Nederland, groter dan België en iets kleiner dan Zwitserland. Als je België in het midden vastprikt en ronddraait dan raakt het de buitenste grenzen niet.  Australië is dus echt enorm  groot. Australië is dan ook het grootste exportland van kamelen.

Op onze kampeerplek  is niets.  Alleen een vuurplek voor het kampvuur.  Onderweg hebben we hout gesprokkeld en omdat het koud is wordt er een groot vuur gemaakt. Op de barbeque worden saucijsjes en hamburgers gebakken, er worden wat salades gemaakt  en het smaakt allemaal prima. Na een gezellige avond gaan we naar bed. We slapen in een swag. Een swag is een buitenslaapzak van canvas. Daarin wordt je eigen slaapzak gelegd en dat is het. Geen tent, geen luchtbed of wat dan ook, alleen de swag en je eigen slaapzak. Rond het kampvuur onder de blote sterrenhemel . Plassen doe je in de bush.  ’s Morgens als we opstaan (05.00 uur) is het 3 graden benden nul.  Niemand zeurt, we zijn druk en zodra het ontbijt op is gaan we weer verder. Zo maken we deze dagen wandelingen door  de Valley of the Winds in Kata Tjuta,  langs de Uluru/Ayers  Rock en de zien Mount Conner, een tafelberg vanuit de verte. Opvallend is dat al deze stenengroepen verschillend zijn maar de kleur is rood. Centraal Australë bestaat uit zandsteen. Omdat het vol zit met ijzer is het aan de buitenzijde rood verkleurd (verroest).


Inmiddels zijn we weer terug in Darwin. Met de Greyhound (bus) vanaf Alice Springs in een ruk terug naar Darwin. We zijn moe maar hebben genoten. Het was een bijzondere vakantie.

Dinsdag ,24 juli 2012


We zijn al ruim een maand in Australië, het land van de krokodillen, slangen, kangoeroes en spinnen maar we hebben nog gen krokodil gezien. We hebben dus een toechtje geboekt in de buurt van Darwin en genoten van alle beesten in de wetlands van Australië. Prachtige vlinders, vogels, eenden en uiteindelijk ook de korkodillen. Een prachtig tochtje.




Maandag, 30 juli 2012


We hebben in Darwin een hele fijne tijd gehad. Als we jonger waren geweest hadden we hier misschien wel willen blijven. Maar oude bomen moet je niet meer verkassen. We zijn nu dus op weg naar Timor. Ilse en Jack hebben ons zaterdagochtend uitgezwaaid. Ondanks het feit dat de opening van de Olympische Spelen op de TV waren stonden ze toch op onze steiger om de touwen los te gooien. Het zijn echte schatten.

Om 11.00 uur werd de Darwin Rally gestart. Er varen in het totaal 132 boten mee, allerlei nationaliteiten. Helaas waren vele boten al vertrokken en lagen er maar weinig op de startlijn. Gelukkig stond er een beetje wind en we gingen als een van de eersten over de lijn. Nu liggen we allang niet meer in het voorfront. De wind zakte 's middags in en velen hebben de motor gestart. Wij, eigenwijs als we zijn, natuurlijk niet. Gelukkig kwam na een paar uurtjes de wind weer terug en sinds die tijd kunnen we heerlijk zeilen.

Een week geleden hebben we een kennismakings-BBQ gehad. Toen hebben we de meeste andere Nederlandse zeilboten met bemanning leren kennen. Alle deelnemers van de Rally liggen verspreid door Darwin heen en hier waren alle Rallygangers aanwezig. Het was een gezellig avondje. Vrijdag tijdens het uitklaren bij de douane, wat heel goed georganiseerd was, hebben we afgesproken een radionetje via de SSB-radio te houden. Nu hebben we ieder ochtend en avond even contact met z'n 5 boten om de posities, het weer en de omstandigheden door te nemen. Ook via de marifoon horen we vaak andere bekenden in de buurt. Het lijkt hier nu een beetje op het IJsselmeer. Geklets over de marifoon, andere zeilboten in de buurt. Niet zo veel als op een mooie zondagmiddag maar dit hebben we sinds ons vertrek uit Nederland niet meer meegemaakt.

We maken lekker voortgang. Als het een beetje blijft doorwaaien dan komen we misschien morgen nog net voor donker aan. Gezien de verwachting zal dat waarschijnlijk een wens blijven. De wind gaat minder worden. Gelukkig is het volle maan. Vermoedelijk kunnen we langzaam doorvaren naar het ankergebied en nog een paar uurtjes slaap pakken voordat de Indonesische douane, immigratie etc. aan boord komen.


Dinsdag , 2 augustus 2012

In Kupang, West Timor, Indonesië, S 10.09.566 E 123.34.436

Dinsdag, 31 juli 2012 aangekomen in Kupang, Indonesië. Het was weer een snelle overtocht met een stevig windje.  En toen begon het wachten.  Men  mag niet van boord voordat de gezondheidsdienst en douane aan boord is geweest en die kwamen pas  de volgende dag om 11.00 uur in de morgen. Daarna nog eens naar de kant met alle papieren en heel veel kopietjes van bemanningslijsten , CAIT, paspoort etc. etc. Wat een bureaucratie hier. Zoveel onzinnig papierwerk en zoveel mensen die overal een stempel op zetten of een stempel  wilden hebben. We hadden gelukkig een scheepsstempel in Darwin laten maken. Die hebben we inmiddels al  minstens 15x gebruikt. Het is echt ongelooflijk maar we hebben het overleefd en kunnen nu gaan rondkijken.

In Indonesië zijn meer dan zeventien duizend eilanden en bestaat uit ongeveer 2000 kilometer van noord  naar zuid en 5000 kilometer van oost naar west. Er is geen andere plek op de wereld  die meer vulkanen heeft dan dit land.  Hier zijn meer dan 500 vulkanen en er zijn nog 129 vulkanen aktief.  Er wonen meer  dan 237 miljoen mensen in Indonesië en veel daarvan zijn moslim.

Het is ongelooflijk.  Tussen Australië en Timor ligt slechts 500 mijl, een paar etmalen varen. Australië is een welvarende staat. Hier zijn we weer terecht gekomen in een derde wereldland. En dat is te zien. Overal rommel.

We  hebben met een 4-tal andere zeilers en een gids  een rondrit gemaakt  in de omgeving van Kupang.  Het taxibusje met gids kosten ons zessen slechts 50 euro tesamen. Daarvoorzijn we vanaf 10.00 tot 18.30 uur rondgereden. Het kost hier dus niet veel. 

Allereerst een soort “apenheul” bezocht. Hier was niet veel aan maar het zat erbij. Vervolgens een weeshuis bezocht waarin kinderen uit rampgebieden ondergebracht zijn. Deze kinderen hebben geen ouders of familie meer. Hier wonen  52 jongens en 40 meisjes. De jongens hebben slechts één slaapkamers met een stuk of 10 stapelbedden. Daarin slapen ze dan met 3 tot 4 jongens. Enkele slapen gewoon op de grond. De meisjesafdeling heeft iets meer privacy maar ook dit is krap en ook hier slapen enkele op de grond. Het is werkelijk onvoorstelbaar dat dit nog mogelijk is. Het eten wordt nog op een houtvuurtje bereidt. Toch lijken de kinderen het naar hun zin te hebben.  Het blijkt een particulieren instelling te zijn. 

De regering geeft nauwelijks geld en alle inkomsten bestaan uit liefdadigheidsgeld.  De instelling heeft zelf enkele rijstvelden. Daarin werken alle familieleden van de oprichters  van de instelling. De rijst wordt weer gebruikt voor het weeshuis en in een goed rijstjaar kan er zelfs nog wat verkocht worden.  De kinderen gaan naar school en  hele goede leerlingen proberen ze zelfs naar een universiteit te krijgen. Daarvoor is echter geld nodig en daarom vinden ze het heel fijn dat de zeilers  het weeshuis bezoeken. Meestal kunnen die nog wel wat missen. De oudere leerlingen proberen tevens een gesprek aan te knopen om zodoende hun  Engels in praktijk te brengen. Het was erg leuk te zien en te horen  hoe het in het weeshuis reilde en zeilde. 


Op de terugweg nog een dorp bezocht waar een cultureel festival plaats vond. Hier werden we verwacht. Dit wisten we overigens zelf niet en het was een verrassing. Eenmaal daar kregen we voor bij het podium een plaats toebedeeld en het festival kon geopend worden.  Er werd voor ons gezongen en gedanst, de gouveneur hield een (te lange) toespraak. We leken hele belangrijke mensen te zijn. De camera’s en filmtoestellen werden constant op ons gericht en we hebben veel handen geschud.  Gelukkig konden we na een foto met de gouveneur en een uurtje later weer weg. Het was grappig maar die toespraken hoeven van ons niet.

Terug in Kupang konden we weer aanschuiven bij het diner dat ter ere van de zeilers werd gegeven. Na een gezellige dag en  avond gingen we dan ook moe maar voldaan terug naar de boot. 

Dinsdag ,7 augustus 2012

In Kalabahi, Alor S 08.13.25 E 124.31.39

We hebben Kupang verlaten. Kupang was een grote stad met veel verkeer, lawaai en rommel.

Na een een 32 uur varen zijn we in Alor gearriveerd. Het laatste stuk ging traag. De sterke stroom stond zwaar tegen. Uiteindelijk ook nog een ander zeiler op sleep genomen omdat hun motor weigerde en zij i.v.m. de sterke stroming geen koers meer konden houden. Het scheelde niet veel of ze waren op de rotsen beland.


In Alor wachtte ons weer een warm welkom. Er was weer een welkomparty met dans en toespraken. Men lijkt enorm blij te zijn met de zeilers die Indonesië bezoeken. Ook vanavond hebben we weer een galadiner bij de gouveneur van dit eiland.


En de wereld is klein. Gisteravond ontmoetten wij hier in de baai de zus (Jacquelien) van Hetty van Oorschot uit Nijkerk. Hetty en haar man Ad hadden jaren geleden een juwelierszaak in het centrum. De zus van Hetty is getrouwd met Peter Schneider uit Oostenrijk en zij doen als wij mee met de Rally, net als wij. Wat een toeval.

Er zijn hier heel veel kinderen. De kinderen komen in kleine, gammele boomkano's langs de zeilboten en vragen bij alle boten om pennen en papier. Geef je de kinderen in zo'n boot wat dan volgen er nog een stuk of 3 boten, volgeladen met kinderen. Maar ze zijn er blij mee. We geven zolang we nog hebben.

Maandag, 13 augustus 2012

In Lembata, het eiland Lomblen, S 08.22.153 en E 123.24.490

In Alor hebben we nog het traditionele dorp Takpala bezocht. De organisatie van de Rally had een dagtrip samengesteld met o.a. dit dorp en nog veel meer onzin waar we geen zin in hadden. We hebben zelf een bemo (kleine taxi) geregeld met behulp van een studente engels uit Alor. Het meisje hielp bij de onderhandelingen over de prijs van de taxi en ging mee naar het traditionele dorpje. Zelf was ze er ook nog nooit geweest. Voor weinig geld hadden wij én een tolk én een taxi. In het dorp werd ons koffie aangeboden in een van de oorspronkelijke huizen van dit gebied. Ook werden er dansen uitgevoerd voor de grote groep zeilers van de grote bus. Wij hebben een poosje meegekeken maar na enige tijd hadden we het wel gezien.  Zulke uitstapjes zijn te vergelijken met het openlucht museum in Enkhuizen en Arnhem. Eigenlijk is het poppenkast maar voor ons wel grappig om eens te zien.

Na Alors zijn we in een etmaal doorgevaren naar Lembata op het eiland Lomblen (Kawula). Nu liggen we aan de voet van een van de vele vulkanen die in Indonesië zijn. Dit is een nog werkende vulkaan. De gehele dag staat de vulkaan te roken. Gelukkig ruiken we hem niet. 
Hier worden eveneens  weer festiviteiten voor ons geregeld. Het is prettig met de Rally mee te varen.  Overal is water en diesel te krijgen, we kunnen de was laten doen  en we kunnen ons inschrijven voor dagtripjes.  Het is een gezellige drukte op de kant.  Zonder de Rallyzeilers zou het hier erg eenzaam zijn.

Vandaag de lokale weekmarkt bezocht. We hadden geluk. Gerjan, een Nederlander die ook met de Rally meevaart,  had een vrachtwagentje geregeld. We konden met datzelfde wagentje mee  en we werden gratis naar de markt vervoerd. Daar boodschappen gekocht, een supermarkt hebben we nog niet kunnen vinden in het dorp. Terug zijn we vervoerd in een driewielbromfiets. 


Vrijdag 17,augustus 2012


We hebben genoten van de openingsceremonie op Lembata. Het was prachtig. In de middag dansend met de bevolking naar het dorp en in de avond weer een lekker diner met dans. Men doet van alles om het ons naar het zin te maken.

Verder hebben we het walvisjagersdorp aan de zuidzijde van het eiland bezocht, 49 kilometer vanaf de ankerplaats. De weg was erbarmelijk slecht en de rit duurde dan ook 3,5 uur. Maar op deze wijze zien we tenminste wat van het eiland. Het is duidelijk dat de mensen hier arm zijn. Volgens een inwoner van dit eiland (weer een student engels) doet de regering niet veel voor deze eilanden hier. Het is te ver van Djakarta en er wonen te weinig mensen. Ze zijn niet belangrijk. Het is te zien. De mensen zijn echter enorm vriendelijk. Ook de kinderen zijn leuk. Ze komen niet zeuren om snoepjes of pennen. Wel komen ze op ons af rennen en geven ons de "five" (opgeheven hand). Ze zijn leuk.

Straks, over 2 uurtjes komt er (vermoedelijk) weer wind. Dat is iedere dag zo. Dan vertrekken we weer. We gaan naar Flores.

Zondag, 26 augustus 2012


We hebben het naar ons zin.  Maandag, 20 augustus 2012 lagen we al vroeg in de ochtend voor anker in Mausambi. We dachten met 3 bootjes te liggen maar tegen 15.00 uur verschenen nog een 10-tal bootjes aan de horizon.  Twee uurtjes later was het druk op in de ankerbaai.  In Mausambi  was weer een engels sprekende inwoner (Vincent) die , ondanks het feit dat dit geen trefpunt van de Rally was, even gauw wat organiseerde. In de avond hadden we weer een welkomsparty met de dorpsoudste en iedereen die erbij hoorde. Het was een leuke danspartij met de inwoners. Ook hier kregen we weer een, nu eenvoudige, maaltijd met de bevolking van het dorp. Het was een leuk feest. De volgende dag de groentetuinen van het dorp bezocht en alle bruikbare groentes opgekocht. In de avond had we weer een barbeque. We heben het niet al te laat gemaakt want de volgende dag had Vincent alweer een tochtje georganiseerd naar de vulkaankraters met de 3 kleuren meren.
We vertrokken om 04.15 in de morgen. Het was nog koud en de omgebouwde vrachtauto waarin we vervoerd werden bood daarvoor geen bescherming. Zodra de zon op kwam werd het gelukkig warmer en we waren enigzins berekend op het feit dat de nachten hier koel zijn. We gingen naar een hoogte van zo’n 1.000 meter en dan wordt het eveneens koeler.  Maar het was geweldig. Een prachtige tocht door dorpjes die net ontwaakten, marktjes die net begonnen, de rijstterrassen van Flores en uiteindelijk de vulkaankraters. Heel erg mooi. In de avond nog een verjaardagsfeestje bij een van de Amerikaanse zeilers. We gingen erg moe te bed.
Na een dag rust, de tocht naar de vulkaankraters en terug duurde 11 uur en we vonden dat we rust nodig hadden, zijn we weer doorgezeild naar de volgende ankerplek, slechts 11 mijltjes verder.  Weer dikke pret. Zo’n 6-tal bootjes en weer lekker borrelen.  De volgende dag maar weer rust genomen en pas in de avond in aktie gekomen. Even rijst koken en daarmee naar de buurvrouw.  Evelyne, onze Oosterrijkse buurvrouw, had nu weer viscurry gemaakt voor alle zeilers en wij zorgden voor de rijst. De zeilers nemen allen hun eigen drankjes mee.

Inmiddels zijn we weer een dag verder en liggen in de buurt van Riung op een van de vele prachtige ankerplekken en nu genieten we echt van onze rust. Het is, ondanks het feit dat hier nu nog 10 andere bootjes liggen, rustig. Iedereen is vermoedelijk moe. Wij ook.

Vrijdag, 31 augustus 2012


In de buurt van onze  ankerplek bij Riung hebben we een paar keer gesnorkeld.  Onder water troffen we een prachtige koraaltuin aan. Allerlei verschillende koralen en met nog veel kleur. Voor het eerst van ons leven hebben we hier zeepaardjes tussen het gras aangetroffen.  Jammer dat we geen onderwatercamera meer hebben om dat te kunnen vastleggen.
We varen langzaam maar zeker varen we naar het westen. We maken slechts dagtochtjes van zo’n 30 tot 40 mijl. Er liggen in zee veel  visnettenen en  die netten zijn nauwelijks zichtbaar. Soms zijn ze wel een kilometer lang. Daar willen we niet in terecht komen. Er is vaak geen wind en dan  hebben we de motor aan. We hebben geen zin in een net in de schroef. Bovendien valt de wind, als die er is, in de avond altijd weg. We vertrekken in de ochtend vroeg en zeilen of moteren naar een volgende ankerplek om daar  rond 15.00 uur zijn. Dan hebben we nog  voldoende zonlicht om een weg tussen de riffen door te zoeken voor een geschikte plek om het anker te laten zakken. Er liggen hier in deze zee geen bakens om een vaarweg of ankerbaai aan te geven. 

Nu liggen we aan de westzijde van Gilli Bodo. Het is druk in de baai vanwege de Rally. Iedereen probeert in dagtochten verder te komen met als gevolg dat velen dezelfde ankerbaai opzoeken. Maar gezellig is het wel. En er  lopen hier apen op het strand.Het is voor het eerst dat we echte, wilde apen hier in Indonesië zien.

Donderdag, 6 september 2012


We liggen al een klein weekje in Labuan Bajo. Dit is de hoofdstad van de West Manggarai Recency en omvat ook de Komodo eilanden, Rinca eiland en enkele minder bekende eilanden.
Labuan Bajo is een trefpunt voor de Sail Indonesia zeilers. Hier zouden weer festiviteiten plaats vinden maar de bewoners hebben geen geld gekregen van de overheid en dus is er niets georganiseerd. Het is niet erg, we vermaken ons goed. We hebben de tijd genomen om weer even voorraden in  te slaan voor zover dat hier mogelijk is. Lang niet alles is te koop. Vlees in blik is hier niet, ook slagers zijn niet te vinden. Slechts een magere kip is op de markt te koop. Die beestjes laten we maar liggen. Ook de watervoorraad en diesel is weer aangevuld.  De plaatselijke bootjes  brengen  water en diesel aan boord.  Deze bootjes, heel  smal  en wel 12 meter lang, brengen ons  ook naar het dorp. We liggen te ver van het dorp om onze bijboot daarvoor te gebruiken en de bevolking hier kan weer even wat geld verdienen aan de zeilers.

Op Rinca en de Komodo eilanden leven Komodovaren oftewel draak- hagedisachtige beesten. Als men hierin de buurt  is geweest moet men die beesten toch wel gezien hebben. Met een aantal andere zeilers hebben we een excursie naar Rinca gemaakt. We kunnen er met onze eigen boot heen varen  maar er staat veel stroom en geen wind. Dit is wel zo gemakkelijk en gezellig. De draken zijn carnivoren en eten desnoods ook mensen. Ze blijken echter heel lui te zijn en lijken niets te doen. Maar als ze honger hebben dan kunnen ze vlug zijn. De gidsen hebben dan ook stokken bij zich om de beesten eventueel van de toeristen weg te jagen. Een leuke tocht met een gezellige groep mensen en de lekkerste lunch die we tot nu toe in Indonesië hebben gehad. Omdat de mensen  zo arm zijn, zijn de maaltijden die hier bereid worden ook  armzalig. Veel rijst en soms een klein kippeboutje of vis. Het kost niet veel maar het is ook niets. 

Vrijdag, 14 september 2012


We zijn via een paar kleine eilandjes verder gevaren naar Lombok. Soms toch maar een nachtje doorgevaren. Onderweg zien we vaak dolfijnen. Op de ankerplekjes liggen altijd wel weer een paar bekenden en het is dan meestal ook weer erg gezellig. Nu liggen we bij Medana Bay Marina in Lombok. Hier laten we onze visum verlengen en dat kost nogal wat tijd. We zullen hier nog wel een tijdje zijn. Vrijwel iedereen verlengt zijn visum hier en het is druk. De (kleine) marina is vol, de moorings zijn allen bezet en we liggen  weer op ons eigen anker. De ankergrond is hier niet al te best en we hopen een mooring te pakken te kunnen krijgen. Of het lukt moet nog blijken.

Donderdag,20 september 2012


Het grootste deel van de bevolking van Lombok is moslim. Dat zou niet zo heel erg zijn ware het niet dat wij ´s morgens om half 5 wakker worden van het gezang of wat er op moet lijken uit de moskee. De moslims beginnen dan met hun gebeden en gezang. Boven op de moskee staat een luidspreker en de hele omgeving kan “meegenieten”. Gelukkig hebben we nog oordoppen en met die dingen in mijn oren hoor ik het iets minder.  Verder duurt dit niet de hele dag maar we horen ze helaas wel veel en vroeg. Dat is een van de vervelende dingen van Indonesië. Een ander vervelende ding is dat de mensen hier nog steeds alles van zich af gooien.  Overal ligt hier plastic en rommel en op veel plekken is het een zooitje. Maar verder is Indonesië prachtig en  de mensen zijn vriendelijk.


We liggen alweer een week in Medana Bay Marina. We zijn  druk met alle noodzakelijke dingen om de boot drijvend en schoon te houden en van voldoende water en voedsel te voorzien. Dit lijkt voor landrotten heel eenvoudig maar bij wereldzeilers neemt dat veel tijd in beslag. We liggen nu aan een mooring. Als we naar de kant gaan moet dat met de bijboot. De was moet met de bijboot naar de  marina gebracht worden. Water en diesel  moet met tankjes op de kant gehaald worden. Het vullen van de gastanks heeft al een dag in beslag genomen. De aansluitingen van gasflessen zijn per werelddeel verschillend. Het is soms een klus om de gastanks  weer gevuld te krijgen.  Met veel improvisatie en samenwerking tussen de zeilers lukt het meestal  wel weer maar het kost tijd. De boodschappen kunnen we op de markt, 4 kilometer verder op, kopen. Daar moeten we heen met de bemo (openbaar vervoer) of een paardenwagentje. Een goede supermarkt is alleen in Mataram, een uur rijden met de taxi. Mataram is de hoofdstad van Lombok en zoals alle steden in Indonesië erg druk en met heel veel lawaai. Veel kleine rommelwinkeltjes, toeterde auto’s en ontzettend veel bromfietsen.  We hebben samen met 4 andere zeilers Mataram bezocht om onze visum te verlengen en de supermarkt te bezoeken. Samen in de taxi is gezellig en het drukt meteen de kosten.  In de buurt van Mataram bleek ook de heiligste tempel van Lombok te zijn. Die ook nog even bezocht. Helaas was de tempel niet spectaculair maar als je er niet bent geweest kun je dat ook niet weten. Zodoende hoefden we gelukkig niet de hele dag in Mataram te verblijven.

Tussendoor hebben we allerlei feestjes van de zeilers en feesten van de Rally. Overal kan feest van worden gemaakt en dat gaat de zeilers goed af. Gisteravond hadden een Blues Night. Een buffet en een band die eindelijk eens westerse muziek speelde. En die muziek was goed. Lekker eten en dansen op het strand en onder de palmbomen.  Een latertje dus en dan is het niet leuk wakker te worden van de moskee. Maar het hoort erbij en we genieten van Indonesië.

Zaterdag ,9 september 2012


We zijn gisteren  in Lovina Beach, aan de noordzijde van Bali aangekomen.  We hebben nog niet veel gezien maar Bali is duidelijk veel kleurrijker dan de andere Indonesische eilanden. Het merendeel van de bevolking is Hindoestaans.  Ook Bali heeft weer bergen en vulkanen en prachtige tempels.  We blijven hier zeker een week liggen en gaan het binnenland in om de tempels te bezoeken.

Op het strand liggen prachtige bootjes. ’s Morgens gaan de toeristen hiermee dolfijnen spotten. Verder worden deze bootjes gebruikt om te vissen en de zeilboten van water en diesel te voorzien.

Maarten Keja van de Aletis uit Nederland heeft ons weer ingehaald. Maarten hebben we voor het laatst gezien op  Hiva Oa op de Marquesas eilanden. Hij heeft het orkaanseizoen in Nieuw Zeeland doorgebracht. Wij lagen toen nog op Tahiti met motorproblemen.  Lange tijd heeft hij achter ons aan gereisd en af en toe leverde wij hem informatie aan. Hij wil binnenkort oversteken naar Zuid Afrika. Hij kan ons straks informatie verstrekken want wij gaan volgend jaar pas naar Zuid Afrika.

Op Bali hebben we een paar prachtige tempels bezocht en een van de vele heetwaterbronnen.  Allemaal prachtig en heel leuk om te zien maar na enige tempels gezien te hebben geloofden we het wel weer. Ze lijken allemaal veel op elkaar. 

Ook heb ik me op Bali heerlijk laten masseren.  Er zijn hier bijzonder veel massage salons en ook op het strand kun je je laten masseren.  Voor ongeveer € 12 heb ik een massage van anderhalf uur gekregen. Niet op het strand maar in een salon, zonder zand. Heerlijk. 

Het is  jammer dat Bali tegenwoordig erg toeristisch is. Er zijn veel souvenierswinkeltjes een iedereen wil dat je binnenkomt.  Men  vraagt iedere dag weer: “How are you?” en daarna “Please, come and look in my shop”. Na een paar dagen waren we dat goed zat en besloten we weer verder te gaan  naar een rustiger gebied.

Zondag, 7 oktober 2012


Gelijk met  Han en Carla van de Esperanza (ook Nederlanders) zijn we vertrokken naar Karimun Jawa. Dit  is een eilandengroep  in de Java zee, zo’n 45 mijl vanaf het hoofdeiland Java. Hier liggen 27 eilandjes bij elkaar. Slechts 5 daarvan zijn bewoond. 

Na 3 etmalen varen kwamen we rond 9 uur in de morgen binnen. We hebben slechts 17 uur gemotord en dat is voor Indonesië niet slecht.  Het ankergebied is diep. Gelukkig kwam er net een mooring vrij en wij liggen daar nu lekker op. Gisteren het dorpje even bezocht. Er valt zo te zien niet veel te beleven. We wilden een biertje nemen  bij een leuk restaurantje. We moesten wachten tot de ferry kwam. Het bier was op en de ferry nog niet binnen.  We hebben maar een biertje aan boord genomen. Ook lekker.

Sinds 5 maanden hebben weer regen gehad. Vannacht kwam het eerste buitje over ons heen. Het regenseizoen komt eraan. Dat lijkt lekker maar dat is het niet. Het is hier in het regenseizoen erg warm. Als het regent moeten de ramen dicht. Het wordt dan bloedheet binnen. Hopelijk valt de regen de komende tijd mee. We wachten het maar af.
Zaterdag,20 oktober 2012


We hebben langere tijd op Karimun Jawa gelegen. Daar hebben we samen met Han en Carla van de Esperanza en 8 Franse medezeilers een rondrit gemaakt over Java. Met een ferry vanaf Karimun Java naar Solo, Yogyakarta en Semarang om de highlights van Java te bezichtigen. Een bloedstollende tocht met een autobus over Java. Het verkeer is hier chaotisch. Alles rijdt door elkaar. Er zijn nauwelijks snelwegen en bijzonder veel motorfietsen. Gelukkig, want als alle motorfietsen auto’s waren stond het verkeer hier zeker vast. Nu doen we over 90 kilometer al minstens 3 uur.  Vaak moet de bus een noodstop maken. Soms staat er zomaar ineens wat stil en af en toe wordt de weg gerepareerd. Helaas wordt dit niet vooraf aangegeven met als gevolg dat er ineens  een weg 30 centimeter hoger voor je ligt. Die weg is dan nog niet af is. Gelukkig bereikten we na een trip van 4 dagen weer veilig onze boot.

We hebben  o.a. het prinselijk paleis in Solo bezocht. Een kaal en weinig zeggend paleis. De bevolking van Java vindt het prachtig. Onze smaken verschillen.

Vervolgens een batikfabriek bezocht. Hier wordt nog handmatig batik gemaakt in zeer ongezonde omstandigheden. In het daarbij behorende museum is daar niets van te merken. Alles ziet er duur uit maar achter in de fabriek is dat anders. Het stinkt naar was, het is heet en geen airco. Hier zijn beslist geen arbowetgevingen hetgeen heel jammer is voor de werkers in de fabriek. De nodige ongevallen zullen zeker plaatsvinden.

Eveneens hebben we de Prambanan tempel  ( de grootste Hindoetempel op Java)  bezocht en de Borobudur tempel  ( de grootste Boeddhistische tempel op Java). Beide tempes zijn prachtig en hebben veel beelhouwwerk. De tempels zijn beiden uit lavastenen opgebouwd.


De Borodudur is gebouwd in de 9e eeuw. Dit monument bestaat uit 6 vierkante platforms met daarop 3 ronde platforms en is versierd met 2.672 reliëf panelen en 504 boeddhabeelden. Dit  is zowel een heiligdom van de Heer Boeddha en een plaats voor Boeddhistische bedevaart.  In oktober-november 2010 is deze tempel nog getroffen door een uitbarsting van de nog steeds actieve vulkaan Merapi, zo´n 18 kilometers vanaf de tempel. De tempel was bedekt met 2,5 centimeter vulkaan as en is 3 maanden gesloten geweest voor schoonmaakwerkzaamheden. Het is een indrukwekkend  bouwwerk.

De reis over Java heeft 4 dagen en 3 nachten in beslag genomen. We hebben overnacht in prachtige hotels waaronder het voormalige verbijf van de prins van  Solo. Dit verblijf is tegenwoordig een prachtig hotel. Onze kamer daar was dan ook 9 meter lang en 5 meter breed. Een prinselijk verblijf. De maaltijden waren vrijwel altijd culinaire hoogstandjes.
De avond van onze terugkomst vanuit Java hebben we weer, samen met de andere Sail Indonesiazeilers,  een galadiner gehad met de gouveneur van het eiland. De regering en bevolking stellen het steeds erg op prijs als de zeilers hun eiland aandoen. Ook hier kregen we weer kadootjes aangeboden.  Na weer een gezellige avond zijn we uiteindelijk moe maar voldaan naar onze boot terug gegaan.

Tot slot van ons verblijf op Karimun Jawa hebben we nog even een paar lokale mensen op bezoek gehad. Een Nederlands sprekend dametje (Siti van Kampen, geboren in Indonesië en nu  getrouwd met een Hollander) heeft hier een hotelletje en kwam even langs (www.escapekariman.com). De bemanning van het bootje waarin zij voeren waren erg geïnterreseerd in onze boot. Wij hadden nog een oud grootzeil liggen dat voor ons niet meer onbruikbaar is. We hebben het ze meegegeven. Daar zijn ze erg blij mee en wij zijn er van af. Ons oude grootzeil zal vermoedelijk weer nuttig gebruikt worden.

Inmiddels zijn we weer doorgevaren naar Manggar op Belitung. We liggen weer voor anker en het regent momenteel pijpenstelen. Het regenseizoen is begonnen. De laatste dagen hebben we regelmatig regen en onweer. Hoe het hier verder is weten we nog niet. 

Zondag, 21 oktober 2012


Manggar is geweldig. We liggen buiten tussen de riffen. Ons schip heeft jammer genoeg te veel diepgang om de rivier bij het dorp op te varen. Daar liggen ondiepstekende boten erg rustig. Wij liggen op zee en het is nogal onbestendig weer. Soms windstil en dan ineens heel veel wind, onweer, regen en golven. Maar het door de overheid georganiseerde feest t.b.v. de zeilers maakt alles goed. Het is werkelijk ongelooflijk.

We zijn met de bijboot de rivier opgevaren. Eenmaal bij het dorp werden we opgewacht door een gids.  Het was rond 13.00 uur en lunchtijd. We wilden naar de superm arkt maar  werden in een auto gezet en met gids naar een restaurant gebracht waar de Sail Indonesiazeilers een lunch kregen. En dat blijft zo. Ieder dag kunnen we (gratis) een ontbijt, lunch en diner komen halen.  Met een bus of taxi  worden we iedere keer weer naar het desbetreffende restaurant  gebracht.

Na onze eerste lunch toch maar even gevraagd waar we  de supermarkt konden vinden. Dat was gemakkelijk. We hoefden niet te zoeken want weer werd er een gids en auto opgetrommeld en even later ging de gids met ons alle noodzakelijke boodschappen halen die we maar konden verzinnen.Was het in de ene winkel niet dan gingen we gewoon door naar de volgende. We hoeven maar te kikken en er wordt wat geregeld. Verder zijn er iedere dag activiteiten. Er was onder andere  een gevecht met een voodoo voorafgaand aan de visvangst. Daarna werd de vis op  traditionele wijze voorbereid en in de grond gestoofd. Wij kregen ondertussen voetmassages, een nieuwe telefoonkaart met T-shirt en babbelen met de bevolking. We kunnen dansvoorstellingen (als V.I.P.) bijwonen. We krijgen de beste plaatsen aangeboden. 

Gisteren was er een landenwedstrijd tussen Malaysië, Singapore, Thailand en Indonesië van Liondansen. Een prachtig schouwspel. Twee jonge atleten springen verkleed als één leeuw over palen van verschillende hoogtes op de maat van de hierbij behorende muziek. Een gevaarlijk kunststuk. Een van de atleten  maakte een noodlottige val en brak helaas zijn been. Dat kan dus gebeuren maar het schouwspel is prachtig. De dagen vliegen hier voorbij want steeds is er weer wat anders waar we wel of niet aan kunnen deelnemen. 

En de pret kan niet op. Het is onbegrijpelijk maar we krijgen  hier zelfs 100 liter brandstof voor de boot. Ook water wordt gratis aangeboden. Tijdens ons diner gisteravond zou men de zeilers 2 grote flessen Bintang (bier) per persoon aanbieden. Om de een of andere reden lukte dat niet. Vermoedelijk waren er teveel moslims in de buurt en die drinken normaliter geen alcohol. Toen  we ’s avonds weer met de bus naar de haven worden gebracht kregen we de beloofde flessen mee naar de boot. Ze houden woord.  Het is te gek om los te lopen maar ze doen het.

Vrijdag ,26 oktober 2012


Aan alles komt een eind en zo ook aan onze tocht door Indonesië. We zijn vanaf Manggar in 26 uur naar dit prachtige bounty eiland gevaren. Vrijwel geen wind en 24 uur gemotord. Maar geen nood, ook hier krijgen we weer 100 liter diesel.
Ons visum voor Indonesië loopt over enkele dagen af. Hier op het eiland wordt geheel gratis onze uitklaring geregeld. We hoeven zelf niets te doen, de organisatie van Sail Indonesia heeft deze taak op zich genomen.
Op dit eiland wonen geen mensen.  Het is een weekend eiland voor de bewoners van Bangka. Nu, voor de Sail Indonesiazeilers,  is dit eiland omgetoverd tot een prachtig bounty eiland en worden hier weer diverse evenmenten ten behoeve van ons georganiseerd.  We genieten hier nog even van. Morgen of overmorgen vertrekken we richting Malaysië.


Zaterdag, 3 november 2012


Samen met Carla en Han van de Esperanza  zijn we richting Maleisië vertrokken. Een tocht van 310 mijl door een windstil gebied met veel riffen. Zowel Esperanza als wij vonden het prettig om in geval van motorpech of een ander noodgeval iemand in de buurt te hebben. Ook de oversteek bij Singapore Strait (volgens de verhalen is het daar hartstikke druk en gevaarlijk)  leek ons het samen opvaren op deze wijze veiliger. Er is hier vrijwel geen wind en als de motor weigert heb je een probleem. De Esperanza is een Breehorn 37 en Han en Carla hebben vrijwel hetzelfde vaargedrag is wij. Hierdoor is het gemakkelijker om bij elkaar in de buurt te blijven.
Het eerste uur van onze tocht konden we zeilen. Daarna viel de wind voor vele uren weg om later toch weer even op te steken. En jawel, onze motor startte dus niet.  Gelukkig hebben we een bypass liggen naar de service accu. Na 5 minuten knutselen hadden we de motor gelukkig weer aan de praat. Hieruit blijkt toch dat er zomaar wat onverwachts kan gebeuren. Niets had ons geattendeerd op het feit dat de accu het zou begeven en erg oud was hij ook niet. We hadden gewoon even  pech en het gevoel dat er bekenden in de buurt waren voor eventuele  hulp was erg fijn.
Vrijwel de hele tocht gemoterd. Alleen in een onweersbui midden in de nacht krijgen we een half uur lang 32 tot 38 knopen wind over ons heen.  Er is hier óf geen wind óf teveel wind.

30 Oktober 2012 passeerden we gelijktijdig met Esperanza weer de evenaar. Nu gingen we van zuid naar noord. Neptunus liet zijn neus ook even zien. De sufferd zag er raar uit en had zijn drietandvork vergeten.


31 Oktober, ’s morgens om 06.00 uur waren zowel Esperanza als Mirus dan bij de Singapore Strait. De oversteek kon beginnen en viel gelukkig reusachtig mee. De vaargeul bij Rotterdam is lastiger.

Na  51 uur motoren arriveerden we tegen de middag in Danga Bay Marina in Maleisië . Singapore ligt aan de andere kant van het water. Hier liggen we voor slechts € 4,00 per etmaal. De laatse week hoeven we niet te betalen want we hebben ingeschreven op “Sail Malaysia”, een zeiltocht zoals de Darwin Rally (oftewel Sail  Indonesia) maar nu langs de westkust van Maleisië. Veel zeilers van vorige tocht doen mee. Het lijkt weer een gezellige tocht te worden. 

Vrijdag ,9 november 2012


Het dondert en het bliksemt en het regent  meters bier. Dat zong Guus Meeuwis tijdens een van zijn concerten in Nederland maar ook hier in Maleisië dondert , bliksemt en regent het vrijwel iedere dag. Geen bier en dat is jammer maar bakken vol met water. Tegen een uur of twee horen we de donder al in de verte en na een uurtje is het dikke pret. Vaak gepaard met enorme windvlagen.  Het is dan fijn om in een marina te liggen en niet eenzaam en alleen achter het anker. Rond een uur of vijf knapt het weer meestal weer op en kunnen de ramen weer open. 


Tijdens een fotosessie van een bruidspaar op onze boot bouwen de wolken zich al op voor een naderde tropische regenbui.

In Danga Bay bood het toeristenkantoor de Sail Malaysiazeilers  een bustocht door de omgeving aan.  We hebben o.a. een van de parlementsgebouw bezocht, het ananasmuseum en  een mangrovebos . Dit alles met voldoende hapjes tussendoor. Een dag later bood de marinadirectie de zeilers nog een  coctailparty en een verrukkelijk welkomsdiner aan. Ook hier in Maleisë worden we weer verwend. 

Veel zeilers gaan vanuit Danga Bay een of enkele dagen naar Singapore. Vanaf Danga Bay ben je daar in een klein uurtje en dat schijnt heel goedkoop te zijn. Verder vertelt iedereen dat Singapore zelf verschrikkelijk duur en druk blijkt te zijn. Niemand zegt echter  dat ze er enorm van hebben genoten. Wij hebben besloten Singapore te laten voor wat het is en zijn na een weekje in Danga Bay marina nu  verder gevaren naar Admirality Marina, in de buurt bij Port Dickson.  Dit is een luxe jachthaven met daarbij een hotel, restaurant, zeilersbar  en  een prachtig zwembad waar wij  gratis gebruik van kunnen maken. Aangezien het drukkend warm is, is dat niet tegen dovemansoren gezegd en we maken daar dan ook dankbaar  gebruik van. Het is verrukkelijk. 

Donderdag,15 november 2012


Maleisië is totaal anders dan Indonesië. Indonesië is heel mooi maar  erg armoedig en vies. De wegen zijn verschrikkelijk druk en overal is herrie. In Indonesië  zouden ze de toeters van de auto’s moeten slopen en de luidsprekers van de moskee.  Maleisië is het tegenover gestelde. Hier  is duidelijk welvaart.  Er wordt veel gebouwd, er zijn veel grote, moderne winkelcentra en het is schoon.  De wegen zijn breed, de auto’s toeteren niet! We zien of horen geen enkele moskee met een luidspreker.  Dit schijnt voort te vloeien uit een van hun grondprincipes: heb respect voor elkaar. Het is in ieder geval een verademing eens geen toeters  of moskeekabaal te horen.

Het stadje Melaka

We gedragen ons hier als echte toeristen. Zo maken we een bustocht met vrijwel alle Sail Malayasiazeilers naar Melaka, een stadje met nog wat invloeden vanuit de V.O.C.tijd.  Hier bezoeken we o.a. een chinees tempeltje.  Chinese tempels zijn bijzonder kleurrijk en de kunstenaars die dit ontworpen hebben, hebben een levendige fantasie. Wij vinden de Chinese tempels  in ieder geval prachtig.

In de stad zijn nog overblijfselen van een oude stadspoort. Deze poort  zou zo uit Elburg kunnen komen. Er zijn oude kanonnen overgebleven die nu hier als toeristische attractie staan opgesteld. De huizen hebben wel wat weg van onze vroegere huizen maar zijn minder mooi dan onze oude pakhuizen in onze stadjes aan het IJsselmeer.

Dan de city Kuala Lumpur

Eveneens  hebben we  Kuala Lumpur bezocht. In vergelijking met Meleka is dit echt een “city” zoals ik me New York, Chicago, Toronto  en dat soort steden voorstelt.  Kuala Lumpur is prachtig. We zijn hier slechts één dag geweest maar we hadden ons hier best wel twee dagen kunnen vermaken. 

Ook hier hebben we een Chinese tempel bezocht. Deze tempel is gebouwd in een limestone grot. In deze grot passen twee F-16 vliegtuigen. Aan het eind van de grot is een gat waardoor weer daglicht naar binnen schijnt. Door dit gat kan eventueel een helicopter  naar binnen. De grot is prachtig. Prachtige kunstwerken met heel veel kleur. We hebben onze ogen uitgekeken.
Kuala Lumpur heeft oud en nieuw met elkaar verenigd. 



Vanuit de grot zien we de moderne stad liggen.  We hebben de Petronas Twin Towers  en de Meraru Kuala Lumpur, een mast zoals onze Euromast, bezocht. Deze bouwwerken zie je eigenlijk vanuit  vrijwel elk punt van de stad. De mast staat iets hoger dan de Twin Towers en is 421 meter hoog. Ter vergelijking: onze Euromast is slechts 185 meter hoog.  Het paleis van de koning ziet er indrukwekkend uit maar konden we niet van binnen bewonderen en ook de oude binnenstad is een bezoekje waard. We hebben genoten.


Zondag ,18 november 2012


Gisteren ontvingen we het bericht dat mijn moeder is overleden.  Eind december zou ze 89 jaar geworden zijn. Ze is in haar slaap gestorven en is heengegaan zoals ze dat zelf wilde. Het was schrikken en het voelt raar aan geen moeder meer te hebben.  Ik zal er toch aan moeten wennen.

We gaan niet terug voor de crematie. Sommige mensen zullen dat vreemd vinden. Maar mijn moeder is dood en zij wordt er niet meer levend van.  Er verandert niets aan als we terug zouden komen. We doen dat niet.  In een kist kijken helpt mij niet. Ik hou de gedachte aan mijn moeder zoals ik haar kende. Blij met haar autootje waarin ze tot de dag voor haar overlijden nog in reed, blij als je op bezoek kwam en soms  mopperend  over van alles en nog wat dat haar niet beviel.  Onze buurtjes hier in de marina (ook Nederlanders) gingen zonet naar de kerk en zouden voor ons moeder bidden. Ik denk dat dat niet nodig is. Ze vloekte wel eens maar desondanks denk ik dat Petrus haar die hemelpoort wel binnen laat (als die er tenminste is). Het is goed zo.

Dinsdag,27 november 2012


Tijdens de rouwdienst van mijn moeder voeren wij in de nacht over zee.  Ik had wacht en in gedachten was ik bij haar. Later ontvingen wij ( via internet)  de tekst en van de rouwdienst. Daarin sprak een van mijn broers de volgende woorden:  “Onze moeder was best wel een bijzondere moeder, een niet alledaagse moeder.” En dat was ze. Ik hield van haar en we zullen mijn moeder nimmer vergeten.  Sterker dan de dood is de herinnering, en die blijft.
Het leven gaat voort en we hebben de draad weer opgepakt.  We zijn verdrietig maar ook dat verdwijnt.

Nu zijn we in Pangkor. Hier hebben we de Cameron Highlands bezocht.  Hoogte 1.829 meter boven zeeniveau.  In de Highlands is het aangenaam weer. Niet te warm en ook niet te koud. Een temperatuur waarbij alles groeit. Om er te komen maakten we een tocht met een touringcar  door de jungle. Er is een weg aangelegd om bij dit vruchtbare gebied te komen en te kunnen exploiteren. Het is een smalle weg  die veel onderhoud  nodig zal hebben. Zonder onderhoud zal deze weg binnen de kortste keren overwoekerd zijn met planten, stuiken en bomen. Hier bezochten we o.a. een theeplantage en een vlindertuin.  De omgeving is prachtig.

In de jungle bevinden zich nog dorpen van de oorspronkelijke bevolking. Langs de rand van de weg bezochten we even  zo´n dorp. Hier is de tegenstelling groot met de rest van het deel  van Maleisië dat we inmiddels al bezocht hebben. De mensen hier wonen nog gewoon in hutten met golfplaten en leven nog van de alles wat de jungle hen geeft. Volgens onze gids  hebben deze mensen geen geld nodig. Dit zal vermoedelijk niet lang meer duren met zoveel toeristen. Dieper in de, na onze mening een vrijwel ondoordringbare jungle,  zullen zulke mensen zeker blijven. De mensen van het dorp dat wij bezochten zien  echter teveel van de moderne  wereld om dit voort te kunnen zetten.

Pangkor Island

We hebben een drukke agenda. De volgende dag een bezoek gebracht aan Pangkor Island. Een klein eiland aan de overkant van de marina. Hier bezochten we overblijfselen van een fort uit de vroegere VOC-tijd, een visdrogerij en een tempel met een  miniatuur Chinese muur. Bij de visdrogerij blijkt dat hier niets zomaar wordt weggegooid. Alle vis die niet op de lokale markt  kan worden verkocht, komt bij de visdrogerij binnen. De vis wordt gedroogd (slechts één dag in de zon is voldoende) en wordt vervolgens weer verkocht voor consumptie.

Vandaag hebben we een dag “rust”. De kapotte koelkast wordt gerepareerd, we hebben tijd voor de was, de site bijwerken, de mail bekijken en de route voor het volgende punt vastleggen. We willen niet in de nacht varen. Er zijn teveel  vissersboten in de nacht. Vaak hebben ze geen licht op en wel netten uit. Ze vliegen alle kanten op en het is niet duidelijk welke richting ze opvaren.  Ondanks onze rustdag zijn we druk.

5 december 2012, Sinterklaas in een ankerbaaitje bij Langkawi
Zwarte Piet brengt  zwemmend een geschenkje met gedicht. Het luidt als volgt:

Jullie hadden zeker niet verwacht
dat Sint jullie een bezoek bracht.
Met de Mirus al ruim twee jaar op onderweg
maar nu toch reuze pech.
De Ananda door de bliksem geraakt
daarbij ook e.e.a. bij jullie stuk gemaakt.
Stuurautomaat, S.O.G. en windmeter stuk
dat is toch een vervelend ongeluk.
Ook de koelkast heeft het begeven
nu moeten jullie zonder koude biertjes leven.
Gelukkig hebben jullie een goede buur
die hadden nog in de koelkast en de schuur.
Drink maar gauw op want ze zijn nu op temperatuur
waarschijnlijk smaken ze op dit uur.
Breng een toast uit op de Sint
die een biertje ook lekker vindt.
Hopelijk wordt alles snel gerepareerd
voor jullie hem met Mirus weer smeert.
Wij wensen jullie tot besluit
behouden vaart met jullie schuit.

Dit gedicht van Sinterklaas zegt voldoende. Die domme  Sint en Piet hadden het gedicht en de koude biertjes per ongeluk bij Esperanza afgeleverd maar Han van de Esperanza kwam dat zwemmend brengen toen we in een baaitje voor anker lagen.  Wat een schatje.Bij Penang (op dit eiland ligt de stad George Town) waar we een paar dagen voor anker lagen, hebben we een vreselijke onweersbui gehad. Onze Franse buurboot  “Ananda” heeft blikseminslag gehad en alle apparatuur is stuk. Ook een andere buurboot, de “Singhla Li”, heeft inslag gehad en onze boot heeft eveneens een tik meegekregen.  Onze autopilot, het multi-instrument en de windset werken niet meer. Bij het verzenden van een berichtje via de SSB-zender blijkt  deze eveneens niet meer te werken zoals het hoort en de koelkast doet tot slot ook niets meer.We zijn zonder autopilot en overige kapotte meters naar Langkawi gevaren. Han en Carla van de Esperanza voeren bij ons. Deze boot heeft eerder al eens blikseminslag gehad en wist te vertellen dat achteraf steeds meer schades naar voren komen.  Het is fijn om op zulke momenten vrienden in de buurt te hebben. De tocht was gelukkig op te delen in twee stukken. We hebben een nacht achter een klein eiland geankerd zodat we de tweede dag slechts 40 mijl hoefden af te leggen. De tweede dag konden we sinds weken eindelijk weer zeilen. Er was een lekker windje. Bij een van de meest zuidelijke eilandjes van Langkawi weer geankerd.

Zaterdag, 8 december 2012


Inmiddels liggen we in Telaga marina op het hoofdeiland van Langkawi. Helaas geen reparatiemogelijkheden. Daarvoor moeten we naar de hoofdstad.  Het is nu weekend. In de loop van de week gaan we verder naar Kuah, de hoofdplaats van deze eilandengroep, en hopen hier iemand te vinden die onze apparatuur kan repareren. 

Zondag, 16 december 2012


We hebben dagen zitten denken, internet geraadpleegd en geprutst aan de instrumenten. En gelukkig, de belangrijkste instrumenten werken weer. Alleen de dieptemeter en de windmeter zijn stuk. Ook de SSB-radio hebben we met hulp via internet van de leverancier Shiptron in Nederland weer aan de praat gekregen.  Reparaties aan apparatuur kunnen hier niet worden uitgevoerd. Vermoedelijk zullen we nieuw moeten kopen.  Het is hier een belastingvrij eiland en volgens kenners niet duur. We gaan op informatie uit.



Langkawi met haar eilanden 

Inmiddels ook een rondrit over een deel van het eiland gemaakt. Langkawi is een weelderige jungle met warmwaterbronnen, rijstvelden en prachtige stranden. Langkawi ligt voor de noordwestkust van het Maleisische schiereiland, tegen de grens van Thailand en bestaat uit 99 eilandjes waarvan er slechts enkele bewoond zijn. Het legendarische eiland Langkawi is volgens de legende betoverd geweest door prinses Mahsuri, die ten onrechte ter dood werd gebracht op verdenking van overspel.

Ook  Ria en André van der Hoff zijn betoverd, misschien wel door dezelfde prinses. Ria en André hebben gelijktijdig met ons hun boot “Panta Rhei” gebouwd bij Klaas Bood in Nijkerk. Zij zijn eveneens met de boot op reis gegaan en zijn hier in Lagkawi blijven steken. Het eiland heeft hun hart gestolen en ze hebben hier een prachtig resort (Sunset Valley) opgebouwd. Inmiddels is dit resort weer verkocht en nu hebben ze een top van een berg gekocht waar ze nu een huis bouwen voor de rest van hun leven. ‘s Avonds, toen wij daar op bezoek waren, hebben we genoten van de het spectaculaire  uitzicht dat ze daar hebben. Het is onvoorstelbaar wat deze mensen in een korte tijd hier hebben opgebouwd. 
Verder was het natuurlijk bijzonder hier mensen te ontmoeten die we geheel uit het oog verloren waren. Maar de zeilerswereld is klein en toen eenmaal bekend was zij op Langkawi verbleven was het niet meer moeilijk ze te vinden. Het was heel gezellig. Ria en André hebben  minstens 7 jaren rondgetrokken en inmiddels is de Panta Rhei aan een Zweeds echtpaar verkocht. Ze missen het zeilen beslist niet. Zo kan het dus ook.

Dinsdag, 25 december 2012


We liggen nu  in Rebak marina op het eilandje  Rebak, 12 mijl vanaf Kuah. We moeten op het nieuwe onderdeel (masttopunit) wachten tot begin januari. Dan gaan we weer terug naar Kuah. In Rebak marina liggen veel  kennissen om Kerst en Oud- en Nieuwjaar te vieren. Het is dus heel gezellig. Het is een hele beschutte marina met een luxe resort erbij en een prachtig strand en zwembad. 
We hebben een geweldig kerstavonddiner gehad. Kerstdag werd weer gezellig geopend met ontbijt en champagne met de zeilers. Het is hier goed toeven en we vermaken ons.

31 December 2012

Nog steeds in Rebak marina

Verder wensen we alle familieleden, vrienden, kennissen, (oud)collega´s en volgers een hele fijne jaarwisseling en veel geluk in het nieuwe jaar.


Rebak marina was een geweldige plek. We hebben er genoten. Eigenlijk is er niets behalve twee restaurantjes, zwembad en een  resort. Er is een winkeltje maar die verkoopt weinig. Om toch soms gewoon zelf eten te koken gingen we met de (gratis) ferry van het resort naar het hoofdeiland. Op vrijdagmorgen,  als de ferry van 8.45 uur daar arriveert,  staat er een Chinese koopman met bevroren vlees, vis, verse groente, eieren etc.  Al deze artikelen zijn opgestapeld in een kleine bestelbus. Iedereen helpt de kratten en dozen uit de auto te halen. Het wordt keurig in rijen opgesteld en men kan zijn  etenswaren zelf verzamelen in de gereed staande manden. Het is ongelooflijk wat er uit de bestelauto komt en heel bijzonder zoals het gaat. De chinees zit achter in zijn bestelbusje met weegschaal en opschrijfboekje. Hij weegt, schrijft alles op en er wordt afgerekend. En de levensmiddelen zijn veel beter dan dat we in een grote supermarkt hier ooit gezien hebben.  Alleen daarom moet men eigenlijk al eens een tijdje in Rebak marina zijn. Verder zitten er wel enge beesten. Zo werd er onlangs een slang bij het zwembad weg gehaald. Ook andere rare beesten zijn hier te zien. 

Donderdag, 3 januari 2013


Inmiddels hebben we Rebak marina weer verlaten. We liggen nu  in de ankerbaai bij Telaga marina, een prachtige plek. Uitzicht op de hoge bergen van Langkawi met een prachtig wit strand ervoor.  Het miezert vandaag hetgeen een zeldzaamheid is. De laatste tijd is het weer duidelijk verbeterd. Nauwelijks nog onweersbuien en alleen tegen de avond af en toe regen. We houden momenteel de weerberichten goed in de gaten. Boven de Filipijnen zit een cycloongebied. Deze cycloon lijkt aan de andere zijde van Thailand te blijven maar we moeten het in de gaten houden. Mocht hij toch hierheen komen dan moeten we een veilige plek zien te vinden.

Zondag, 13 januari 2013

De cycloon boven de Filipijnen is gelukkig aan de andere kant van Thailand gebleven. Hij is naar beneden,  richting Borneo gegaan waar hij uiteindelijk is opgelost. Hier in Langkawi hebben we er niets van gemerkt. Een week lang hebben de cycloon iedere dag gevolgd. Met de huidige weerberichten (o.a. via  www.passageweather.com)  is dat heel gemakkelijk. Deze site geeft duidelijk weer wat er de komende dagen zal gaan gebeuren in de verschillende delen van de wereld.  

Wij zijn weer in Kuah, de hoofdstad van dit eiland.  Aan boord hebben we een bloeddrukmeter en regelmatig controleren we onze bloeddruk.  Het ging even niet goed met de bloeddruk van Henk. We zijn hier naar de polikliniek gegaan en Henk werd meteen onder handen genomen. Zijn bloeddruk  en suikergehalte werden gecontroleerd en daaruit bleek eveneens  dat zijn bloeddruk  veel  te hoog was. Allereerst een medicijn, drie kwartier rust, opnieuw controleren en nieuwe medicijnen. Met de belofte om de komende 5 dagen terug te komen voor de dagelijkse bloeddrukcontrole mocht hij weer naar huis (boot Mirus).  Inmiddels gaat het weer wat beter met de bloeddruk. 21 Januari moet hij weer bij de arts terugkomen en daarna hopen we weer verder te kunnen. Onze visum loopt 28 januari af en we willen eigenlijk ook wel weer verder naar Thailand. 

Ook ik (Miranda) ben even naar de dokter in de polikliniek gegaan. De behandeling van Henk, inclusief medicijnen,  kost slechts RM 15 oftewel zo’n kleine 4 euro’s  aan inschrijfkosten en  aangezien ik weer eens een insectenbeet had  die maar niet genas leek me dat een goed plan. Zo zegt, zo gedaan en ook bij mij werd na betaling van de RM 15 de bloeddruk gecontroleerd en mocht ik een dokter raadplegen. Ook ik kreeg medicijnen en een zalfje voor de jeuk en dat allemaal voor nog geen € 4,00. Mijn bloeddruk is goed.

Vrijdag,18 januari 2013


Henk heeft zijn 5-daagse bloeddrukmetingen achter de rug. In afwachting tot het bezoek bij de dokter op 21 januari zijn we naar de noordzijde van Langkawi  gegaan, naar de “Hole in the wall”.

Op weg daar naar toe varen we langs kleine, felbegroeide eilandjes en rechte rotswanden van het moedereiland die tientallen meters hoog de lucht  inschieten met daarop tropische wouden tot aan het water. Bij laag water krijgen deze eilandjes de vorm van champignons die op hun steel uit het water steken.

De “Hole in the wall” doet zijn naam eer aan. Dit is een smalle kloof die diep het land in steekt tussen  imposante bergwanden.  Onderaan de bergwanden staan in het water mangrovebomen.  Hierin kan een boot bescherming zoeken in geval van een hurricane. Gelukkig hebben wij daar nu geen last van en vinden we in een van de zijarmen een plekje bij drijvende vissershuisjes en een paar restaurantjes.  We moeten met ons hoofd in de nek liggen om de kam van de omliggende bergtoppen te zien.  In de avond en de vroege ochtend is het heel stil. Af en toe ritselt het gebladerte, soms springen er een paar apen aan de oevers door de bomen.  Grote visarenden zweven door de lucht.
Tegen een uur of tien in de morgen wordt het druk met toeristenbootjes. Opvallend is dat echtparen waarvan de vrouw een burka draagt, altijd alleen in een bootje zitten. De vrouwen zijn van top tot teen in het zwart, alleen het spleetje bij hun ogen is onbedekt. De mannen echter zitten met blote benen en armen en zien eruit als alle andere toeristen. Het lijkt of de vrouwen geen contact mogen hebben met anderen.

In de nacht krijgen we  toch veel wind. 's Morgens bleek een van de vissershuisjes te zijn losgeslagen en deze dreef los rond.  Het "Hol" kan dan wel bescherming geven voor de golven en wind maar de drijvende huizen moeten dan toch ook goed vast gemaakt worden.  Op deze wijze heeft het geen zin om hier eventueel bescherming te zoeken. Wij liggen redelijk veilig tussen 2 mooringboeien maar de ronddrijvende obstakels moeten wel uit de buurt blijven.

Maandag, 28 januari 2013


Zeilersdiner

Iedere woensdagavond hebben we zeilersdiner in Kuah. Alle zeilers in Kuah kunnen daar komen. En velen komen daar dan ook. Een gezellige avond. Om 19.00 uur is vrijwel iedereen aanwezig. Eerst borrelen en daarna een lekker en uitgebreid diner. Bij binnenkomst pakt men een mandje. Drank (frisdrank of bier) pakt men zelf uit de koelkast. Glazen staan gereed om gepakt te worden. Als het blik leeg is legt men dat in het mandje. Aan het eind van de avond worden de lege blikjes geteld en samen met de maaltijd (maaltijd kost slechts € 3,80) afgerekend. Water is gratis en wil men wijn dan neem je dat zelf maar mee.

Bloeddruk

De dokter was helaas op 21 januari niet tevreden met de bloeddruk van Henk. De medicijnen zijn weer verhoogd en wéér iedere dag terugkomen.

Visum

Onze visum voor 90 dagen in Malaysia is bijna verlopen. Henk moet iedere dag naar de (poli)kliniek voor de bloeddruk maar eigenlijk moeten we weg uit Malaysia want ons visum is verlopen. We hebben echter een doktersverklaring dat we ons iedere dag moeten melden in de kliniek en denken daarmee ons probleem opgelost te hebben. Helaas, dat blijkt niet waar te zijn. Normaliter moet de personen, wij dus en niet de boot,  3 nachten uit Malaysia zijn en als men dan weer binnenkomt krijgt men weer een visum voor 90 dagen.  Na heel veel praten met een van de ambtenaren van de immigratiedienst, Mr. Lamzak, moeten wij “even” op en neer (op één dag) naar Thailand met de ferry om daar een in-  en uitklaringsstempel te krijgen van Thailand. Als we terugkomen krijgen wij weer onze visum voor 90 nieuwe dagen.
We hebben het gered. Naar de kliniek én naar Thailand, alles op een dag.
Het gaat weer beter en hopelijk kunnen we binnen een paar dagen verder.

De bloeddruk begint nu eindelijk te dalen. Henk hoeft pas 23 februari terug te komen. We gaan, als het weer zich goed houdt, morgen naar Thailand voor 3 weken. Daarna weer terug naar Langkawi en daarna zien we het wel. Als alles goed is vertrekken we dan richting Sri Lanka om vervolgens maar Mauritius te gaan. Als het niet goed is en we moeten weer blijven dan zullen we waarschijnlijk teruggaan naar Bali en via Cocos Keeling naar Mauritius varen en vervolgens naar Zuid Afrika. We zullen het wel zien. Gelukkig hebben we tijd en nog de keuzes om te bekijken hoe we dit gaan aanpakken.

Zondag ,10 februari 2013


Weer onderweg

De bloeddruk  van Henk is weer acceptabel en we zijn weer op pad. De laatste dagen kriskrasten we langs spectaculair mooie onbewoonde eilandjes en ankerden bij prachtige witte stranden. 


Deze eilanden hebben sprankelende namen zoals Ko Petra, Ko Lanta Yai en Ko Phi Phi. De baai van Ko Phi Phi, waarvan men zegt dat dit  de mooiste baai van de wereld is, was erg druk en zeker niet de mooiste baai van de wereld. We zijn  erin gevaren en meteen er weer uit. Aan de westzijde van het eiland vonden we een ander prachtig plekje voor de nacht. Het weer is de laatste tijd nogal onstuimig. In de nacht achter ons anker hebben we vaak windvlagen van 8 tot 9 Beaufort. Gelukkig houdt het anker goed.

Carla en Han van de Esperaza waren al vertrokken naar Thailand. Onderweg ontmoetten we nu  regelmatig andere zeilboten die ook met de Rally hebben meegedaan. Zo liggen we meestal niet alleen en het is gezellig bekenden tegen te komen.

Nai Harn Bay

We hebben ingeklaard in AO Chalong. In de baai stond weer veel wind en we hebben hier nog een paar onrustige nachten achter de rug. Inmiddels zijn we verhuisd naar Nai Harn Bay, net voorbij het meeste zuidelijkste puntje van Phuket. Hier hebben we ons anker weer uitgegooid en genieten nu van de rust om ons heen.  Scholen van kleine visjes voeren prachtig ballet voor ons op. Het water is hier weer glashelder. In Maleisië was het troebel. Hier durven we weer te zwemmen. In Langkawi was dat niet mogelijk vanwege de kwallen. Han van de Esperanza heeft een knuffel van z’n beest gehad. Grote brandplekken over zijn lichaam en later ontstekingen.
Dit deel van Thailand is geheel verwoest geweest tijdens de grote tsunami met Kerst 2004. Daar is niets meer van te zien of te merken. De stranden staan weer vol met ligstoelen met daarachter gezellige eethuisjes. Hier merkt je duidelijk het verschil met Indonesië en Maleisië. Sexy bikini, strings tussen de billen en topless dames. Dat hebben we in geen jaren meer gezien.

In Nai Harn Bay is ook het kleinere strandje Ao Sanne. Dit is veel rustiger en we kunnen met de bijboot veilig aan land komen. Slechts één eethuisje en veel minder strandstoelen. Dit is een prachtig plekje en hier kunnen we nog wel een paar dagen liggen.

Zondag, 17 februari 2013


Ban Nit

Na een paar lekkere dagen in Nai Harn Bay zijn we verhuisd naar Ban Nit in de baai bij AO Chalong. Ook hier is het weer geweldig. Strand, resort met vrij gebruik van zwembad met handdoek, douches, eethuisjes en om vijf uur Happy hour. We hebben een taxi gehuurd om benodigde spullen te gaan kopen. Zo hebben we Rolly Taskers Sails bezocht voor een nieuwe grootschoot. Bij deze zeilmaker zijn onze zeilen gemaakt die wij vorig jaar in Tahiti  hebben gekregen. Het was leuk dit bedrijf met eigen ogen te kunnen zien. Veel groter dan we verwacht hadden en het zag er professioneel uit. 

Veel zeilers huren een bromfiets  voor dit soort dingen maar daar wagen wij ons liever niet aan. Zo af en toe zien we wel eens een bromfiets de weg over schuiven en die ellende willen we niet hebben. De taxi’s hier zijn bovendien niet duur.

Afscheid

Han en Carla van de Esperanza zijn ook weer bij Ban Nit. Samen hebben we een afscheidslunch gehad. Tegen de avond wordt het laag water en met de bijboot slepen is dan niet echt leuk. De dag ervoor samen nog Happy hour op hun boot gehad. Het was weer gezellig hen weer  te zien. Helaas zullen we ze niet meer tegenkomen. Han en Carla zetten hun boot in Phuket op een vrachtschip (Sevenstar Yacht Transport, een Nederlands vervoerbedrijf) en laten  de Esperanza  vervoeren naar Marmaris in Turkey. Dit in verband met de piraten die hier in de Indische Oceaan boten aanvallen. Het kost een bom met duiten maar ze voelen zich daar fijn en veilig mee en hebben het geld ervoor over.  We zullen ze missen. Wij gaan op eigen kracht verder en hopen  zonder piraten te ontmoeten aan het eind van dit jaar in Zuid Afrika aan te komen. 

De laatste boodschappen

Nu liggen we voor de laatste boodschappen bij Ao Chalong. We moeten de weerberichten nog wel even bekijken maar denken dat we morgen gaan uitklaren en  onze reis dan  voortzetten richting Sri Lanka, zo’n 1.100 mijlen verder.

Zaterdag, 23 februari 2013


Afscheid van Thailand.
We zijn niet lang in Thailand gebleven. We vonden Thailand niet zo spannend. Het toerisme heeft er een grote stempel opgezet. Wel was het eten hier lekker en goedkoop. We hebben zelf nooit gekookt als er eethuisjes in de buurt waren. Tijdens ons verblijf in Thailand zaten ook mijn nekspieren vast en tijdens de twee hiervoor genomen thaise massages (een uur massage kostte slechts 8 euro) werd ik daarbij gratis gekraakt. In Nederland betaal ik daar grof geld voor en moet soms dagen wachten alvorens er een afspraak gemaakt kan worden.

Hier hebben we afscheid genomen van veel medezeilers van de zeiltochten door Indonesië en Maleisië. De meeste zeilers gaan even terug naar hun thuisland om vervolgens terug te komen en terug te keren naar Nieuw Zeeland of Australië of blijven hier nog wat rondhangen met de hoop volgend jaar weer door de Rode zee te kunnen varen, zonder piraten uit Somalië tegen te komen. Wij gaan verder naar Sri Lanka en moeten nog gebruik maken van de noordoostelijke moesson die ons naar het westen moet blazen, over de Bay of Bengalen. 

De Bay of Bengalen


Volgens de pilot zouden we, eenmaal uit de schaduw van Thailand, een aangename wind krijgen. Na 20 uren motoren was het zover. Inmiddels (5 etmalen verder) zijn we op de helft van onze tocht en de wind blijft lekker uit het noorden waaien, soms hard, soms zacht en we hebben redelijk voortgang. Er is hier nauwelijks scheepvaart. Sinds ons vertrek hebben we slechts 3 schepen op grote afstand van ons gezien. Er zijn gelukkig ook geen kleine vissertjes zonder verlichting op zee. In de nacht is het aardedonker en we zien geen hand voor ogen. Het lijkt alsof we in een donkere gat varen. Overdag zien we weer regelmatig dolfijnen. We genieten van de rust op zee.

We hebben onze koers op Dondra Head gezet, het meest zuidelijke puntje van Sri Lanka. Ten zuiden van ons is geen land meer tot ver in de ijskoude vlaktes van Antarctica. In de warmte hier is dat moeilijk voor te stellen.

Zondag, 24 februari 2013


Oeps, gisteren vergeten de positie te melden. We zijn over de helft. 

Zaterdag, 2 maart 2013


In 9 etmalen vanaf Thailand naar Sri Lanka, 1100 zeemijlen
We hebben 9 etmalen op zee doorgebracht. Het eerste etmaal op de motor en de laatste 6 uren op de motor. De laatste avond en nacht gedobberd. De haven van Galle mag ´s nachts niet worden binnengelopen. We zouden te vroeg aankomen als we wel eerder gemotord hadden. Verder konden we het gehele stuk zeilen en het was een prettige tocht.

De haven van Galle, Sri Lanka


Voordat we bij Galle arriveerden hebben we de scheepsagent op de hoogte gesteld van onze komst. Zonder scheepsagent wordt een jacht niet toegelaten.  Gelukkig werkte dat goed. We hoefden zelfs niet te ankeren om op de marine te wachten. Die komen eerst aan boord om te zien of je wel betrouwbaar bent. Pas dan kan men verder de haven in. Ook de overige formaliteiten werden afgehandeld door de scheepsagent. Het waren heel veel briefjes en heel veel stempeltjes. 

Nu liggen we samen met een Canadese boot en een Franse boot aan een gamel steigertje in een militaire haven. We kunnen douchen op het militaire terrein en water tappen. Als we het dorp ingaan moeten we een pasje tonen bij de in-uitgang van het terrein. Met de tsunami in 2004 is hier alles verwoest en dat is hier nog goed te zien. De steiger voor de bijboten is nog steeds niet gerepareerd.  Op de Canadese boot is een echtpaar met 2 kinderen. De Franse boot is momenteel onbemand. Verder is hier geen enkel jacht. Voor zover wij weten komen er nu nog 2 Zweedse jachten. Sinds de piraten uit Somalië overal en nergens in de Indische Oceaan opduiken durven veel zeilers hier niet meer heen.  Vrijwel alles blijft in Indonesië, Maleisië en Thailand hangen. Sommige Amerikanen en Europeanen gaan via Cocos Keeling  en Mauritius naar Zuid Afrika. Wij gaan vanaf hier naar Mauritius en verder.

Met de tuktuk, het plaatselijke vervoer

Inmiddels een rondje gereden met een tuktuk. De chauffeur sprak leuk engels en liet ons het tradiotionele paalvissen hier in het zuiden van Sri Lanka zien. Zelf heb ik ook even gevist. Het was een natte maar leuke ervaring. 

Vrijdag, 15 maart 2013


Het zeilersbureautje

We zijn zo´n 15 jaar geleden hier al eens geweest en hebben toen een rondreis gemaakt. Ook nu hebben we weer een paar dagen rondgetrokken.  Bij de haven zit een klein bureautje die reisjes verkoopt aan de zeilers en allerlei andere hand en spandiensten voor ons doet (www.ekkatours.com).  Ze regelen o.a. de was, als we een tuktuk nodig hebben dan staat hij klaar bij de uitgang van het haventerrein, ze hebben een dongel voor internet geregeld, een simkaart voor de telefoon etc. Als ze het kunnen regelen dan doen ze het. Voor ons rondreisje regelen ze voor  weinig geld een taxi, chauffeur, gids en de hotels. Zelf kunnen we aangeven waar we heen willen. Zij doen dan de rest.

Rondreis

Sabu, onze vaste tuktukdriver, is tevens onze gids tijdens ons reisje. Hij spreekt goed engels en kletst niet al te veel. Sommige gidsen blijven kletsen en dat vinden wij soms wat minder. We zijn erg blij dat Sabu alles regelt tijdens ons reisje. Hij is, evenals de chauffeur, een vriendelijke jongen.

Zo hebben we onder andere het olifantenweeshuis (Elephant Orphanage) bezocht, ook The Lion Rock (Sigiriya) met haar rotstekeningen en   The Rock Temple (Dambulla).Deze laatste tempel bestaat uit 7 grotten. Alle wanden van deze grotten zijn ook beschilderd met tekeningen en overal staan boedhabeelden. Hij is prachtig. Verder een prachtige rit, gedeeltelijk met de taxi en een deel met de trein,  door de theeplantages . 

Tot slot nog een safari gemaakt in een wildpark  in het zuiden van Sri Lanka en een spectaculaire zwempartij in  de zee. In het wildpark liepen 10-tallen pauwen, we zagen veel vogels, waterbuffels, wilde olifanten, herten, zwijnen etc. We hebben weer genoten.

Chagos

28 Maart vertrekken we naar Chagos. Dit is een eilanden groep in de Indische Oceaan, in een rechte lijn tussen Sri Lanka en Mauritius. Behalve een US Navy station is er niets. Dit is een Brits overzees gebied en om hier te mogen ankeren hebben we een speciale permit moeten aanvragen in London. Na heel veel papierwerk is de permit nu verstrekt. We mogen daar straks een maand blijven. Inmiddels liggen hier nu 6 boten. Al deze boten gaan naar Chagos. We  zijn we weer druk met proviand inslaan. Er wonen daar geen mensen, er zijn geen winkels en er is geen geen telefoon en geen internet. 

Dinsdag, 26 maart 2013


Security guards

In de haven van Galle is het rustig. Er varen wat militaire boten, soms wordt er een vrachtschip gelost. In vroegere dagen is het, volgens de foto’s die wij hier zien, veel drukker geweest maar nu gebeurd er nog weinig. Vermoedelijk is de haven te klein en te ondiep. Wel varen er dag en nacht meerdere bootjes rond voor personenvervoer. Wij begrepen in eerste instantie niet waar deze mensen heen gingen maar inmiddels is dat duidelijk geworden. Ten zuiden van Sri Lanka loopt de vaarroute van Singapore naar de Rode Zee en omgekeerd. De piraterij bij de Hoorn van Afrika (Somalië) begint hier problemen te vormen. Deze bootjes vervoeren nu constant security guards naar de vrachtboten die langs komen. Deze guards zijn opgeleid om te schieten en worden hier bij Galle in Sri Lanka aan boord genomen om de piraten eventueel de zee in te schieten. Ook worden ze hier van de  vrachtschepen weer afgehaald om te wachten op de volgende klus of om eventueel terug te vliegen naar het thuisland. De piraterij baart iedereen grote zorgen en men is er niet gelukkig mee.  Zeilboten gaan niet meer door de Rode Zee en weinig zeilers varen onze route. Hierdoor loopt de bevolking omzet mis. Deze  vervoersbootjes hebben er gelukkig baat bij. Zij hebben in ieder geval wel werk maar hopelijk komt aan deze ellende toch gauw een eind.

Bootoppassers

Inmiddels liggen we met 7 zeilboten. Mirus ligt met  vier andere zeilers (een Zweeds gezinnetje met twee kindjes, een Canadees gezinnetje met twee kindjes, een jong Frans stel, twee Franse mannen en wij) aan een pontoon.  De Franse mannen willen naar Maleisië en liggen hier al een half jaar. We vragen ons af of ze ooit nog wegkomen. De andere zeilers gaan allen naar Chagos. De Canadezen en het jonge Franse stel maken momenteel een rondreis. Wij zijn druk, we zijn bootoppasser en letten een beetje op de onbemande boten. Gelukkig is er weinig wind en blijven de boten goed liggen. Bij tijd en wijlen moeten we de bijbootjes leegscheppen. Het regent regelmatig en die bootjes moeten wel  blijven drijven.

Donderdag, 28 maart vertrekken we naar Chagos

De voorraden zijn zo goed als binnen en de boot is weer op orde. Alleen het onderwaterschip moet nog even schoon geveegd worden. Veel zin hebben we er niet in. Er zitten rare beesten hier in de haven maar de onderkant  van Mirus is weer aangezet en dat scheelt zeker één knoop snelheid. Vermoedelijk hebben we onderweg weinig wind en dan is ieder knoopje snelheid meegenomen. We gaan  het vanmiddag maar eens proberen.
Op Chagos hebben we geen internet. Via Sailmail kunnen wij nog wel berichten versturen maar de foto’s zullen voorlopig niet aangevuld worden. 
De mensen van hier vragen steeds of er nog meer jachten komen en hoeveel er nog in Thailand liggen. Eerder kwamen hier minstens 50 boten langs. Ook zij zijn niet blij met de piraten want dit scheelt ze veel omzet.

Dinsdag, 9 april 2013


Op zee leert men bidden

Het blijft bij schietgebedjes maar toch. Het begint met: "O God, wat nu weer", dan "nee toch" en vervolgens "HELP". Meestal moet er dan meteen aktie ondernomen worden en wordt het gebed verder vergeten. Zo ook onderweg van Sri Lanka naar Chagos. We vertrokken met weinig wind. Volgens de berichten wind uit de goede hoek en later zou die wat toenemen. De eerste dagen klopte dat. Alleen de eerste nacht de motor gebruikt, daarna konden we zeilen. Het was een prettige tocht, tot 31 maart 2013. Daarna veranderde alles! 

Rond 17.00 uur waren nog lekker bezig met de voorbereiding van ons diner, een maaltijdsoep van pompoen. Inmiddels was het wat harder gaan waaien en we hadden allebei onze handen vol. En dan.... een harde knal buiten. Op dat moment begon het: "O God" etc. We vlogen naar buiten. Een onderwant tuimelde op het dek. De bevestigingsterminal bovenin was geknapt. De zee was rommelig en de mast zwiepte van links naar rechts. We haalden zo snel mogelijk de fok binnen en lieten het grootzeil zakken. Het zwaaien van de mast verminderde. Vervolgens zocht Henk het mastbroekje en een sterk touw. Met gevaar voor ons eigen leven trok ik even later Henk de zwiepende mast in omhoog. Ook Henk zwiepte alle kanten op maar hij wist gelukkig een touw om de mast heen te bevestigen. Snel liet ik hem weer zakken en de mast was voorlopig weer gefixeerd. Vervolgens een oud onderwant opgezocht, ook niet helemaal goed maar niet gebroken. Henk weer omhoog, reservewant bevestigd en gauw weer naar beneden. Onderaan de terminal gewisseld en net voor donker stond de mast weer vast. Na van de schrik bekomen te zijn hebben we bedacht wat het beste was om te doen. Eigenlijk waren alle opties even slecht. Terug naar Sri Lanka was tegen de stroom in, naar de Malediven tegen de aanwakkerende wind in. Na lang nadenken zijn we gewoon verder gevaren, naar Chagos. Op geen van de plekken zijn reparatie mogelijkheden. We hopen in Chagos meer noodvoorzieningen te kunnen aanbrengen (mits we dat halen) en zo t.z.t. Mauritius te kunnen halen. En als het niet goed gaat dan kan de rest er ook nog wel bij.

In de nacht wakkerde de wind aan tot 43 knopen (9 Beaufort), storm! We voeren aan de wind en we hielden ons hart vast. Houdt de mast of houdt hij het niet? Dan knapt er weer wat, gelukkig minder hard. Het stuurtouwtje van tante Bertha (de windvaan) is gebroken. De boot stuurt gelukkig zichzelf verder. Henk heeft het roer vast gebonden en daarna liet hij de boot gaan zoals de boot dat zelf wilde. Half wakend, half slapend zijn we de eerste storm doorgekomen. De volgende dag was het weer iets beter maar later neemt de wind weer toe en het is wederom feest. De wind giert, de golven bulderen. Wij lieten het maar over ons heen komen en berustten in de omstandigheden. Maar aan alle ellende komt eens een eind en zo ook aan de onze.

Maandagochtend, 8 april 2013 om 06.00 uur kan de motor aan. Geen wind meer en Chagos op slechts 10 mijl afstand. Vermoedelijk hebben we Neptunes bij het passeren van de evenaar iets op zijn kop gegooid. Hij was ons in ieder geval niet gunstig gestemd. Tot slot kregen we nog een squall (harde windbui met regen, meestal niet lang) over ons heen. Deze keer duurde de squall wat langer. De laatste 10 mijl kostte ons 6 uur motoren. De boot kwam niet meer tegen de golven in. Als we dan eindelijk op 8 april Chagos binnenlopen liggen hier 4 zeilboten. We worden hartelijk ontvangen. De eerste woorden van de zeilers: "Welkom op Chagos, welkom in het paradijs”.




Zondag, 21 april 2013


Iddam,  Salomon Islands, Chagos

Ile ba

We liggen hier nu al een tijdje te luieren. We hebben een noodreparatie aan de mast gemaakt, de windvaan heeft weer nieuwe stuurlijnen en wij zijn weer uitgerust. Inmiddels zijn hier 8 bootjes geweest. Ook de Canadese boot, de MYRIAM, is hier even geweest. We waren gelijktijdig in Sri Lanka en zijn gelijktijdig weer vertrokken naar Chagos. MYRIAM is echter halverwege de Malediven en Chagos omgedraaid en heeft bij de Malediven gewacht op beter weer. Wij hadden gehoord dat zij op de Malediven lagen maar MYRIAM wist niet dat wij Chagos bereikt hadden. Ze zijn erg ongerust geweest en we waren dan ook dolblij elkaar weer te zien. Zij zijn nu verder naar Peros Banhos en komen over een weekje weer terug. Wij blijven hier liggen en wachten op oostelijke wind om straks verder te kunnen naar Mauritius. Onze permit is geldig tot 10 mei en we hebben dus de tijd om op rustig weer en gunstige wind af te wachten. Vanaf hier is het vertrekpunt naar Mauritius beter dan vanaf Peros Banhos en we willen de mast zomin mogelijk belasten. 

Verlaten dorp en waterput


Er wonen geen mensen meer op deze eilanden. Lang geleden zijn de mensen die op deze eilanden woonden weggehaald en naar Mauritius gebracht. De Amerikanen hebben bedongen dat op deze eilanden geen mensen mogen  wonen i.v.m. de Amerikaanse marine basis in dit deel van de Indische Oceaan. Er staan nog wat oude huizen, een kerkje en de waterput is nog steeds bruikbaar. Wij kunnen hier vers water halen en de was doen. Verder is er niets.

Het atol. 

De Salomon Islands is een atol. Een atol bestaat uit een ringvormig koraalrif, zomaar midden in een diepe oceaan. Op dat rif hebben zich her en der kleine eilanden gevormd en binnenin is een ondiepe lagune. In de lagune zwemmen bijzonder veel haaien maar ook heel veel dolfijnen die vrijwel dagelijks een show opvoeren.

Af en toe zien we schildpadden en in de nacht leggen deze beesten eieren in het zand op het strand. Ze laten geweldige sporen achter. Als het begint te schemeren komen de kokoskrabben tevoorschijn. Hiervan lopen er honderden op het eiland. Ze schijnen erg lekker te zijn maar het is verboden deze krabben te doden. Daar staat ook weer een flinke boete voor. De BIOT (British Indian Ocean Territory) officals komen hier regelmatig controleren. We hebben deze gasten inmiddels al 2 keer op bezoek gehad.

De Yachtclub 

We liggen momenteel met 5 bootjes voor het eiland Baddam. De Zweedse boot AMBIKA komt eraan. Daarmee hebben we vanmorgen nog even contact gehad. Ze zijn niet ver uit de buurt. In de avond gaan vrijwel alle zeilers naar de yachtclub hier op het eiland Baddam. Zeilers die hier al eerder zijn geweest hebben daar een gezellige zitje gemaakt en er staan allerlei bruikbare dingen zoals oude stormlantaarns, bbq, stoelen, tafel en allerlei andere vreemde dingen. Alles bij elkaar een leuk rommeltje en een gezellige plek om elkaar te ontmoeten. De zeilers nemen zelf hun drankje en eventueel hapje of eten mee. Het is een bijzondere plek aan het water, onder te palmbomen, tussen rond kruipende kokoskrabben en een paar brandende stormlantaarns. Dit houden we nog wel even vol.

De laatste dagen op Chagos

De laatste dagen op Chagos waren weer spannend. De weerberichten zagen er niet goed uit. Zowel onder als boven Chagos lagen depressies. Er werd weer storm verwacht met windsnelheden tot 65 knopen. We lagen met 10 bootjes. Vrijwel iedereen uit het archipel lag bij Ile Baddam want dit is de beste schuilplaats. Vlak bij het eiland en rond om ons heen veel koraalblokken. Hier ligt men beschut voor de golven. Iedereen te water om de moorings nader te bekijken. Ankeren is hier vrijwel niet mogelijk. Teveel koraal en te harde ondergrond. Enkele moorings nog even van nieuwe lijnen voorzien. Daarna begon het wachten. Gelukkig is de storm niet gekomen. Slechts één nacht met iets veel wind maar zeker geen 65 knopen. De volgende dag gaven de berichten ineens een heel ander beeld van de verwachtingen. Het zal een aantal dagen rustig zijn. Wij en nog een paar bootjes zijn dan ook vertrokken om van deze gelegenheid gebruikt te maken.

Toen we hier binnen kwamen hadden we goed zicht op het koraal en was het gemakkelijk om de blokken heen te varen. Bij het wegvaren stond de zon niet op de juiste hoogte en het was een lastig klus. Met mijn billetjes samengeknepen stond ik op het voordek aanwijzingen te geven. Het ging goed en inmiddels varen we al weer zo´n twee dagen op de Indische Oceaan.

Dinsdag,7 mei 2013


Waar gaan we heen?

We zijn nu op weg naar Mauritius. Hopelijk lukt het ons daar te komen. In verband met de zeestroming moeten we eerst naar het zuiden om vervolgens een goede wind op te pakken om richting Mauritius te varen. Er is in dit gebied nauwelijks wind en we gebruiken de motor om wat voortgang te hebben. Zonder de motor te gebruiken worden we teveel in de richting van Madagaskar gezet. Rond de 10 graden zuiderbreedte zal de wind weer komen. We moeten nog zeker 1100 mijlen afleggen voordat we daar zijn. Dat duurt nog wel een dag of 10.

Via het SSB-radionetje horen we dat niemand wind heeft. Gelukkig, we zijn niet de enige. Vandaag, 7 mei 2013 is vrijwel iedereen nu uit Chagos vertrokken. Sommige gaan naar Madagascar, wij en Myriam zijn op weg naar Roderiques of Mauritius.

Vrijdag,17 mei 2013


De Indische Oceaan is niet voor watjes.

Na ons vertrek uit Chagos nam na 2 dagen motoren de wind weer toe. We hadden eigenlijk steeds 25 tot 35 knots wind staan, zo'n 6 à 7 Beaufort maar 8 en 9 verscheen helaas ook wel eens.  Teveel voor een mast met noodreparatie!
De zeilers die nog op Chagos lagen of inmiddels ook onderweg waren leefden met ons mee. Zij hadden, net als wij, een cycloon ontdekt tussen Chagos en Roderiques. Gelukkig hadden wij nog contact met hen via  de SSB radio. Iedere dag hebben we ons gemeld en werden de weersomstandigheden besproken. Ook meldde zich nog een radio amateur weerman uit Australië. Na een melding van de Zweedse boot "Mary"  (die ook in Chagos lag)  over onze problemen kregen wij dagelijks weerinformatie vanuit Australië over ons zeilgebied toegezonden. Wij konden natuurlijk ook zelf gribfiles opvragen maar dat kost vaak veel tijd en lukt lang niet altijd. Deze heer (Laury) gaf de situatie door en wij hoefden dan geen gribfiles meer binnen te halen. Dit was geweldig. Gelukkig is de cycloon op voldoende afstand gebleven en ingezakt.

Na 9 dagen bereikten we dan toch Mauritius, met staande mast. De noodreparatie heeft de tocht doorstaan. Als we eenmaal in de marina liggen zien we ook de Engelse catamaran "Persian Lady" liggen. Ook deze boot lag in Chagos. Zij zijn 2 weken eerder dan wij vertrokken richting Rodriques maar hebben nog veel meer problemen dan Mirus. Zij hebben het lummelbeslag van de giek gebroken, ze hebben 3 computers aan boord maar ze zijn allen kapot, de SSB-radio werkte ook niet meer en tot slot hebben ze een gat in de romp (gelukkig boven de waterlijn) van zo'n 50 centimeter rond. En zo heeft vrijwel iedere boot wel wat schade of electronische problemen. Wij zijn echt niet de enige met problemen.

In Mauritius

We liggen nu alweer 3 dagen in de marina. Onze dynamo (we hebben er twee maar één had het ook begeven in Chagos) is weer gerepareerd. Ook de tuiger is langs geweest en we krijgen binnenkort een prijsopgave voor de reparatie. Vermoedelijk liggen we hier nog wel een paar weekjes. Niet echt heel erg, de temperatuur hier is goed, niet te warm en zeker niet koud. De stad vlakbij en we betalen slechts 7,50 euro per nacht in de marina, inclusief water, stroom en douches met warm en koud water. Dit houden we nog wel even tijdje vol.


Zondag,26 mei 2013


In de marina

We liggen alweer 12 dagen hier in  Port Louis. We hebben de prijsopgave van de tuiger ontvangen en we zijn met hem in zee gegaan. De onderdelen moeten in Europa besteld worden en  het duurt zeker  nog een 5-tal weken voordat het tuig gerepareerd zal zijn. Vrijwel alle boten die hier liggen moeten de nodige reparaties laten uitvoeren. Zelf hebben wij ook nog diverse onderhoudsklusjes die gedaan moeten worden.

In de stad

Verder vermaken wij ons op het waterfront en in de stad. Vanuit het waterfront moeten we via een tunnel onder een drukke weg door naar de stad. Het is vlakbij maar weer Aziatisch.
In de stad is een geweldige mooie en frisse groente en fruitmarkt  én zeker niet duur. Het is een lust voor het oog en leuk om hier rond te lopen. Ook op de straten (en dan dus echt op straat) ligt van alles te koop. Het is er vreselijk druk, rommelig maar wel schoon.

Het waterfront

Bij het waterfront, waar onze marina ligt, zijn mooie winkels en lekkere restaurantjes die een westerse cultuur uitstralen. Het is een beetje te vergelijken met Scheveningen maar de temperatuur is hier veel beter. We kijken onze ogen uit naar de mooie mensen hier. Zowel de jongens als de meisjes zien er mooi uit. De meisjes veelal op super hoge hakken en het leuk om weer eens in een wat  westerse cultuur rond te lopen. Bij het waterfront vinden veel festiviteiten plaats. Zo hebben we al een  broodfestival gehad en nu is er weer moederdagfestival. Bandje op de straat en her en der weer mooie meisjes.


La Bagette.

Met de bus zijn we naar La Bagette geweest. Er is een nieuw winkelcentrum met winkels als Hugo Boss, Lacoste, Espirit, etc., 3 moderne supermarkten met Europese producten en weer lekkere eethuisjes. Het is heerlijk weer eens in zo'n winkelcentrum rond te lopen en boodschappen te halen.

Donderdag, 30 mei 2013


Rondtrip over eiland

Samen met onze Italiaanse buurman Carlo hebben we een taxi gehuurd voor een dagtripje over Mauritius. Rachid is de marinataxidriver. Althans, hij zegt dat hij dat is en we zien hier ook eigenlijk geen andere taxi's terwijl we even buiten de haven zowat over die mensen struikelen. Er is redelijk met Rachid te onderhandelen en hij weet voor ieder klusje wel een winkel of mannetje. We maken dankbaar gebruik van hem.

Zo hebben we onder andere de Hindoetempel Ganga Talao. Dit is de belangrijkste tempel voor de Hindoes hier op Mauritius. In februari lopen alle Hindoes een bedevaarttocht naar deze tempel. De eerste minister van dit eiland en de belangrijkste persoon op dit eiland is ook hindoe. Hij heeft een prachtige weg naar deze tempel laten aanleggen. Verder hebben we een oude vulkaankrater, Chamarel Coloured Earth en natuurlijk weer een waterval bezocht. Ook Rachid had nog allerlei plekjes waarvan  hij vond dat we daar maar eens moesten kijken. Hij woont hier, hij zal het wel weten. De natuur op Mauritius is mooi maar niet echt spectaculair. Natuurlijk zijn wij inmiddels hartstikke verwend en dan wordt je kritischer. Wel jammer maar niets aan te doen. 

Schades aan diverse boten.

Ik schreef al eerder dat de Indische Oceaan niet gemakkelijk te bevaren is. Vrijwel iedereen heeft schade als ze hier binnenkomen. Carlo, onze buurman, kwan vanaf de Malediven en onderweg heeft een flinke golf zijn buiskap onderhanden genomen. De buizen krom, het doek gescheurd. Op de Malediven hield zijn ankerlier ermee op. Hij is de hele week al reparaties  aan het uitvoeren.

Vandaag kwam er weer een catamaran met gebroken mast binnen. Gelukkig waren er geen gewonden en hadden ze diesel voldoende om hier weer binnen te lopen.

Winter

Momenteel is het op Mauritius winter. Tegen de avond hebben we soms wat regen, nu regent het al om twee uur. Iets te vroeg. Maar de temperatuur is heerlijk. In de nacht hebben we weer een laken over ons heen. Dat is een hele lange tijd geleden en slaapt wel zo prettig.

Woensdag, 12 juni 2013


De verstaging is gerepareerd.
Eerder dan verwacht kregen we een belletje van Julian Cervello (zeilmaker en onze hulp voor de reparatie van onze verstaging, email: musails@intnet.mu) dat onze twee nieuw bestelde stagen gearriveerd waren. Gisteren, 11 juni 2013 zijn ze geïnstalleerd door Herné Laurent, een zeiler die 2x de Vendee Globe heeft gezeild. De Vendee Globe  is een nonstop zeiltocht rond de wereld. Op die reis moet ieder bemanningslid alles kunnen. Koken, navigatie, zeilen wisselen, repareren van zeilen, want en boot, sturen etc. Als zo'n persoon geen verstand heeft van het tuig dan is er niemand meer. We hebben nog een testrondje gevaren om alles bij te stellen en Herné heeft het tuig weer in orde bevonden. We kunnen weer veilig varen.


De Nederlanders gaan Mauritius weer veroveren.
Een paar dagen geleden kwam in de avond een traditioneel getuigd schip binnen. Eerst dachten we dat het de Vliegende Hollander was maar de zeilen stonden niet tegen de wind en iedereen bleek spring levend. Het was de Tecla uit Nederland met een grote Nederlandse driekleur in de top. Inmiddels zijn ook de de Oosterschelde en de Europa binnen. Zij liggen aan de buitenzijde van de marina en het is een prachtig gezicht. Enkele eeuwen gelden was Mauritius een kolonie van Nederland. Later is Mauritius veroverd door Frankrijk, daarna nog eens door Engeland. Inmiddels is het een vrij land en wordt niet meer door een ver land uit Europa bestuurd. Nu lijkt het echter alsof de "piratenschepen Tecla, de Oosterschelde en  de Europa" Mauritius weer willen terug veroveren. Vermoedelijk zouden sommige mensen daar geen problemen mee hebben. Onze Zweedse buurman Lars van de Ambica zou graag mee helpen vechten. Na een bezoek van hem op het immigratiekantoor was hij helemaal ziek van al het papierwerk. Ze vragen hier de meest onzinnige dingen en moeten overal kopieën van hebben. Volgens Lars zou dat in Nederland beter geregeld zijn. Het is alweer 4 maanden geleden dat wij Nederlanders hebben gesproken. Nu komen we ze weer tegen. Het is leuk.
De reis van deze drie boten ging vanaf Nederland naar Brazilië, Zuid Afrika , Mauritius. Ze varen straks weer verder naar Australië, Zuid Amerika, misschien nog Antartica en daarna weer terug naar Nederland.

Visum verlengd

Onze visum verloopt morgen en moest verlengd worden. Gewaarschuwd door de ervaringen van Ambica en ook de Persian Lady (de eigenaar van deze catamaran had ook al lopen mopperen over de bureaucratie hier) zijn wij op pad gegaan met kopieën van alle papieren die ze volgens de verhalen zouden willen hebben. Een vriendelijke dame hielp ons. En ja, de gekste dingen wilden ze hebben maar we hadden het al gekopieërd. We stonden binnen een kwartier weer buiten en kunnen nu, als we het willen, tot 12 augustus 2013 in Mauritius blijven. We hebben dus nog even tijd.

Donderdag, 20 juni 2013


Een van onze buurtjes uit Sri Lanka (Andreas en Calypso) ligt hier ook. Dit stel vaart een oude raceboot met een lengte van 15 meter vanaf Langkawi naar Frankrijk. Ze zijn niet de eigenaren van de boot.
Andreas en Calypso zijn 3 weken later dan wij uit Sri Lanka vertrokken. Ook zij hebben slecht weer gekregen en ten oosten van de Chagos eilanden is hun mast over boord gegaan. Zij hebben wat minder geluk gehad dan wij. Ze hebben de Amerikaanse navy basis Diego Garcia weten te bereiken. Zeilers mogen op dit  eiland niet komen, alleen in geval van uiterste nood. Ze hebben daar 5 dagen de tijd gehad om samen met de militairen een noodtuig op de boot te bouwen. Daarna zijn ze via Roderiques naar Mauritius gekomen. Wij dachten dat ze al lang in Réunion lagen.

Grand Baie

We hebben de marina in Port Louise verlaten en zijn naar de ankerbaai Grand Baie aan de noordzijde van het eiland gevaren. Het is slecht weer, regen en harde wind en we zijn nog niet van de boot af geweest. Vermoedelijk komt het er vandaag ook niet van. Teveel wind. Ik heb mijn pantoffeltjes opgezocht, een dikke trui en kniebroek aan en op bed ligt nu zelfs een deken. Sinds Spanje hebben we dat niet meer meegemaakt.

Donderdag, 27 juni 2013


Verrekte enkel

Al ruim 10 dagen gelden mijn enkel verzwikt. Het was erg pijnlijk en het lopen gaat nog steeds moeizaam. Ondanks dat toch naar Grand Baie gevaren. We liggen op ons anker bij de GBYC (Grand Baie Yacht Club) en zijn daar inmiddels lid (gratis). Nu mogen we een maand gratis gebruik maken van de dinghysteiger, de douches etc.

Vanaf de dag dat we hier aan kwamen stond er erg veel wind. In  en uit de dinghy stappen met een pijnlijke enkel ging niet echt goed. Bovendien werden we erg nat vanwege de golven. De temperatuur van het zeewater is slechts 23,8 graden. In Chagos was dat nog 33 graden. Een heel verschil en we vinden het water dus erg koud. Zodoende niet veel op de kant geweest en weinig gedaan. We vermaken ons met luieren, internetten en boeken lezen. Ik ben door mijn Nederlandse boeken heen en ben nu aan mijn Engelse voorraad begonnen. Dat lukt wel maar hopelijk kan ik binnenkort toch weer eens mijn Nederlandse boeken ruilen. Het zit er helaas niet in. Alle Nederlandse zeilers zitten, voor zover wij weten, nog in Australië, Indonesië of Azië.

Voorraden aanvullen

Inmiddels is de wind wat rustiger geworden en de enkel gaat ook weer beter. We kunnen weer wat gemakkelijker op de kant komen en onze voorraden eens gaan aanvullen. Voorraden aanvullen is en blijft een eeuwig durende bezigheid tijdens een wereldreis. We zijn van plan via Réunion naar Noord Madagaskar te gaan en vervolgens naar Zuid Afrika. Madagaskar is heel erg arm en daar is vrijwel niets te krijgen. Zodoende is het verstandig nu weer de banken vol te stouwen.

Een vriendelijke Indische Oceaan

Op 4 juli 2013 vertrokken naar Réunion,  140 mijl verder naar het zuidwesten. We hebben zeven prettige weken in Mauritius doorgebracht maar nu mijn enkel  een stuk beter gaat willen we toch weer wat verder. We zullen nog vaak aan het schone Mauritius met zijn fijne groente-  en fruitmarkt en het waterfront met de terrasjes terugdenken. In Mauritius zijn nauwelijks honden en geen viezigheid van die beesten op straat. Dat maakt het wandelen een stuk fijner.

Dinsdag, 9 juli 2013


Het was een bijzonder prettige tocht naar Réunion, een windje van zo´n 4 à 5 Beaufort uit het zuidoosten.  De Indische Oceaan liet zich eindelijk eens van zijn goede kant zien.  Een dag later stond er weer een fikse wind. De oceaan rondom Réunion heeft een diepte van zo’n 4.000 tot 5.000 meter. De golven onderen daardoor hier tegen het strand aan de buitenkant van de haven. Het is een mooi gehoor.

We liggen in het haventje van Port-des-Galets.  In het binnenhaventje liggen veel visbootjes, catamarans en enkele zeilboten. Het binnenhaventje is te klein en de commerciële haven wordt nauwelijks nog gebruikt. Daar liggen nu de diepstekende zeilboten tegen de kade. Voor Mirus is er in de binnenhaven momenteel geen plek. We liggen ook in de buitenhaven tegen een catamaran. Het is overigens een prima plekje en hopen maar dat we hier gewoon kunnen blijven liggen.

Réunion is een provincie van Frankrijk. We varen hier met de Franse gastenvlag, de mensen spreken Frans (en niet of nauwelijks Engels) en we betalen weer met de Euro.  Inklaren stelde dan ook niets voor en het was een verademing in vergelijking tot het inklaren in Mauritius. In Mauritius heb ik zeker 15 bemanningslijsten moeten afgeven, een aantal kopieën van de paspoorten en nog een aantal onzinnige dingen. Wat ze ermee doen weten ze vermoedelijk zelf niet maar ze hebben wat om naar te kijken.

Reunion is een hoog en steil eiland en heeft nog steeds een slapende vulkaan,  de Piton de la Fournaise, in het zuidoosten van het eiland.  De eerste eruptie was hier in 1640 en de laatste in 2004. Het hoogste punt van het eiland, Piron des Nieges, in het midden van het eiland is op 3.069 meter.  Verder wordt op het eiland, net als in Mauritius, veel suikerriet verbouwd voor het destilleren van rum.

Dinsdag,16 juli 2013


La Réunion heeft meer dan 1.000 kilometer aan wandelpaden. We hebben een wandelgidsje gekocht met 150 wandelingen waarvan er 76 licht bevonden worden. We hebben in geen tijden gewandeld en hebben geen conditie meer maar de lichte wandelingen spreken ons aan. De mensen spreken hier nauwelijks Engels en mijn Frans is niet al te best. Onze havenmeester Pierre (hij spreekt ook slecht Engels en ik slecht Frans maar samen komen we eruit)  is echter een schat en helpt ons als dat nodig is. In samenwerking met Pierre hebben we een auto gehuurd en gaan een week op pad. Mijn enkel  is nog niet helemaal genezen maar ik kan weer lopen. We gaan La Réunion verkennen.

Dag 1
Rond negen uur wordt de auto afgeleverd bij het havenkantoor. Een echte Franse auto, een Renault met aan alle kanten deuken. Voor €  180,00 mogen we hier 7 dagen in rondkarren en we vinden het niet te duur. Hopelijk maken we er nog niet meer deuken in.
We hebben voor de eerste dag een klein tochtje bedacht. We hebben de wandelroute “Roche Verre Bouteille” gedaan, een wandeling van  3 kilometer met een hoogteverschil van 350 meter en waar we volgens de gids 1,5 uur over zullen doen.  De autorit over een weg met bijzonder veel haarspeldbochten naar het vertrekpunt van de wandeling  was al prachtig.  De huizen langs de weg zijn ommuurd of hebben een heg aan de straatzijde. Daar overheen groeien de prachtigste bloemen. 
Ik loop nog steeds niet al te best en hard. We hebben er een dikke twee uur over gedaan maar het was een prachtige wandeling over smalle ezelspaadjes met prachtige bloemen. De wandeling liep tot de top van een berg met een lange bergkam en daarna ging het weer terug naar het beginpunt.  Het was geweldig weer eens een leuke wandeling te kunnen maken. Hoe we ons morgen zullen voelen weten we nog niet. Vermoedelijk spierpijn maar dat geeft niet.

Dag 2
13 July 2013, vandaag ben ik 59 jaar oud geworden. Aan mijn spieren te voelen klopt dat aardig. We besluiten een rustdag te nemen hetgeen inhoudt dat we alleen maar autorijden, af en toe uit stappen maar niet ver wandelen. We hebben het vulkaanlandschap verkent aan de zuidoostzijde van het eiland.  Weer een prachtige bergweg naar de vulkaan. Het eindpunt van de autoroute ligt op 2.305 meter boven  zeeniveau, Pas de Bellecombe.  Om echt bij de vulkaankrater te komen moeten we nog een wandeling maken van 11 kilometer, die 6 uur in beslag zal nemen. Dat doen we niet. Het regent als we op het eindpunt zijn, er is nauwelijks zicht en mijn ledematen verdragen dat nog niet. We laten de krater voor wat hij is maar genieten van het prachtige landschap waar we doorheen rijden. Het lijkt alsof we een rondritje op de maan maken. 
Ook de terugweg  is weer een sprookje. Vanaf de bergen hebben we uitzichten in de vele ravijnen die dit eiland rijk is, ook de zee zien we vanaf grote hoogtes. Soms rijden we langs alpenweiden zoals in Oostenrijk, dan weer suikerriet- en ananasplantages. Het landschap verandert voortdurend. Het is werkelijk een bijzonder eiland.

Dag 3

We zijn naar het Salazie gebied gereden.  De bergwanden zijn hier super steil. Het lijkt alsof we langs een ravijnwand omhoog kruipen. Overal om ons heen zijn watervallen.  En hoewel de mensen hier zeggen dat het winter is zien we iedere dag weer meer bloemen. In onze ogen is het hier lente. De bloemen zijn prachtig. Grote hagen met kerststerren, trompetbloemen, grote bossen arondskelken, vuurpijlen en een hoop andere bloemen waarvan ik de naam niet weet.  
Vandaag weer een wandeling  gemaakt naar Les  Trois Cascades, een wandeling van slechts  2 kilometer, hoogteverschil maar 200 meter  en waar we een uur over moeten doen.  Tja, dat was me een wandeling. Steil omhoog over dikke boomstronken en een bedding van een droge beek. Aan het eindpunt weer een Mariabeeld. Daar heb ik de Heilige maagd gevraagd me weer veilig naar benden te begeleiden. Het heeft gewerkt. Ik was blij weer in de auto te zitten.
Na de wandeling onze tocht rond het eiland voortgezet. We wilden eigenlijk ergens overnachten maar gezien de tijd die we nog hadden besloten we via de zuidzijde weer terug naar de haven te rijden. Op deze wijze kwamen we nog langs de lavavelden op zeeniveau. Ook daar was het weer een maanlandschap en heel bijzonder om eens te zien.

De mensen zijn hier erg gelovig. Overal zien we beelden van de Heilige maagd Maria. Daarbij altijd ontzettend veel bloemen en kaarsen. De kerken zitten hier op zondag goed vol . Veel restaurantjes zijn gesloten. 

Dag 4
Gisteren was het een lange dag. Vandaag doen we het korter. We gaan naar Le Maïdo, een bergtop op 2.190 meter boven  zeeniveau. Het is niet ver. Binnen  1,5 uur waren we boven. En zoals steeds, ook hier is het weer prachtig. We zijn nog net op tijd. De wolken vanuit het oosten komen weer opzetten. We hebben nog even tijd voor een paar plaatjes te schieten.
Vervolgens naar La Glacière gewandeld, een klein bergmeertje. Althans, dat zouden we doen maar halverwege kwam er een stevige mist opzetten en we zijn omgedraaid. De vegetatie op deze berg is weer totaal anders dan hetgeen we op de andere plekken hebben gezien. Hier zag het weer geel van de bloeiende bremstruiken en een soort gele rozenbottels. We blijven ons verwonderen over deze Franse provincie op het zuidelijk halfrond.

Dag 5
Op naar Cilaos
Er waren vanmorgen geen wolken te bekennen.  Cilaos  is een gebied tussen hoge bergwanden. We kronkelden  vanuit de ravijn omhoog tegen de ravijnwand naar een wat hoger gebied om vervolgens weer af te dalen. Zeer smalle weggetjes en bijzonder steil, maar mooi. Eenmaal daar ook nog geen wolken. We treffen het want de wolken komen meestal vanuit het dal. Hoewel het hier ook weer erg mooi is maken  we toch minder foto’s. Alles gaat een beetje op elkaar lijken. Maar mooi is het en blijft het.

Dag 6
Vandaag een rustig dagje. Een wandeling gemaakt naar Les Trois Bassins, vlak in de buurt van onze haven. Een leuke wandeling naar drie verschillende watertjes. De eerste poel had een hele bijzondere kleur, de tweede en derde waren weer watervallen. Verder niet veel gedaan.

Dag 7
Weer een rustig dagje. ´s Morgens toen we wakker werden regende het. Aan deze kant van het eiland regent het in deze tijd van het jaar niet veel. De meeste regen valt aan de andere zijde waar de wolken tegen de hoge bergen aankomen.
Gelukkig knapte het weer op en we zijn nog een wandeling gaan maken. 6 Kilometer door een savannegebied, vlak bij zee en weer geheel anders dan de andere wandelingen. Eenmaal weer terug bij zee mijn enkel maar gekoeld in het oceaanwater. Na 2 uur wandelen voelt die enkel niet meer lekker aan.

Tot slot nog een voorraad boodschappen gehaald bij een supergrote JUMBO supermarkt. We hebben de auto de laatste dag en dan moet je zulke dingen zeker doen. Dat scheelt heel veel sjouwwerk. Er zijn zoveel lekkere dingen te verkrijgen dat je niet meer weet wat je eigenlijk moet meenemen. Er zijn zeker wel 2 rijen schappen met Franse kaasjes. Zoveel hebben we nog nooit gezien. 

Zaterdag, 27 juli 2013


Weer in de lappenmand.
Donderdag- op vrijdagnacht, een dikke week geleden kreeg ik 's nachts koorts, pijn in mijn buik en achterkant van mijn rug. Pijnstillers en wat medicijnen leken te helpen. Helaas, zaterdag- op zondagnacht verging ik opnieuw van de pijn. Duidelijk was dat er een dokter aan te pas moest komen maar waar vindt je zo iemand in het weekend in een land waar vrijwel niemand Engels spreekt. Gelukkig bood de havenmeester uitkomst. Voordat we naar de beste man toegingen had ik mijn vragen, klachten enzovoort al zo goed mogelijk in het Frans vertaald zodat ik me daar niet meer druk over hoefde te maken. Eenmaal bij de havenmeester keek hij me meelevend aan, zette ons in zijn auto en bracht ons naar de polikliniek in het stadje. De beste man sprak af met de doktersassistente dat zij moest bellen zodra we bij de dokter klaar waren. Vervolgens bracht hij ons naar de enige apotheek in de wijde omgeving die open was op zondag, wachtte samen met ons maar liefst 32 afroepnummertjes af voordat we aan de buurt waren en bracht ons weer terug bij de boot. De havenmeesters hier zijn werkelijk schatten. De dokter constateerde nierbekkenontsteking. Gezien het feit dat ik er uitzag als een "strong women" kreeg ik medicijnen  en pijnstillers die ik zelf kon innemen. Medicijnen voor nierbekkenontsteking worden bij voorkeur via infuus ingebracht maar dan ga je wel het ziekenhuis in. Daar had ik niet zo zin in een de dokter begreep dat gelukkig. Mocht ik nog zieker worden dan kon ik, ongeacht het tijdstip van de dag of nacht, alsnog aankloppen bij het ziekenhuis in St. Paul. Gelukkig voelde ik me maandag al weer wat beter en inmiddels voel ik me weer heel redelijk. Dat moet ook, de medicijnen zijn ook op. We hopen dus maar dat het niet weer de kop op steekt.

Lotus

Hier in het haventje is er erg rustig met buitenlandse boten. Gisteren kwam Lotus met Co en Carla binnenvaren en zij zijn net als wij Nederlanders. Co en Carla varen al zo'n 10 jaar rond en zijn nu ook op terugweg naar Nederland. We hadden ze al even ontmoet in Mauritius maar dat was slechts een korte kennismaking. Zij kwamen, wij gingen. Het is fijn weer eens Nederlanders te ontmoeten en bij te kletsen.

4 Augustus 2013, weer op de Indische Oceaan

Op weg naar Cap Ambre, de beruchte kaap aan de noordzijde van Madagaskar

2 Augustus zijn wij uit La Réunion vertrokken. We gaan naar Madagaskar. We hebben onze koers in eerste instantie op Île St. Marie aan de NO-zijde van Madagaskar gezet. Afstand 400 mijl. Het weer is wisselvallig, af en toe zon, vaak squalls, soms veel wind en golven, soms wel golven maar geen wind en koud. We hebben, ondanks het feit dat we nog steeds in de tropen varen, dikke kleding aan. Het is een rommelige zee en het vaart niet fijn. Om niet steeds de zeilen te hoeven wisselen varen we alleen op de fok of de kluiver. We maken geen harde voortgang maar we komen voldoende vooruit. Gezien de weerberichten denken we in een keer door te varen naar Nosy Bé, aan de NW-zijde van Madagaskar. Afstand 782 mijl. We moeten dan om Cap Ambre heen, de kaap aan de noordzijde van Madagaskar. Daar staat vrijwel altijd een zeer harde wind (35 tot 40 knots) met hoge golven (3 tot 4 meter). Als wij daar omstreeks 7 of 8 augustus zijn hebben we kans op iets rustiger weer.

Inmiddels is het 6 augustus en zitten op een afstand van 150 mijl vanaf de kaap. Het weer is nog steeds hetzelfde. Niet al teveel wind. Hopelijk blijft dit zo en hebben we eens geluk. De weerberichten zijn hier slecht binnen te krijgen via Sailmail (SSB-zender) en dat kost veel tijd. Sailmail heeft per gebruiker slechts 90 minuten per week beschikbaar. We kunnen helaas niet al te vaak de weerberichten binnenhalen. Gelukkig hebben we ook nog Lauri, onze weerman die ons ook onderweg vanaf Chagos naar Mauritius begeleidde. Als er belangrijke dingen te melden zijn stuurt hij een kort berichtje. Maar als de berichten veranderen moeten we toch verder. Omdraaien heeft hier geen zin. Hopelijk vliegt er deze keer een engeltje met ons mee om de klus te klaren. 

Vrijdag, 9 augustus 2013


Nosy Mitsio

Het engeltje vloog niet met ons mee en de wind bij de kaap was veel meer dan we hadden gehoopt. Lauri, onze weerman, had ons al geïnformeerd en we waren er op voorbereid. De tocht rond Cap d'Ambre hebben we samen met tante Bertha (de stuurvaan) geklaard. Net voor donker waren we bij de kaap. We voeren voor de wind met alleen de fok bij, tante Bertha aan het roer en tijdens het ronden van de kaap heb ik zelf tante Bertha nog een beetje bijgestaan. De wind had kracht van 30 tot 45 knots (tot 9 Beaufort) en de golven waren hoog en rommelig. Bij de kaap moet men eigenlijk vlak langs het strand varen, men zegt wel "een voet op het strand en de andere op de boot". Helaas hadden we al veel te weinig zicht en moesten we toch ruime afstand houden tussen het strand en de boot. Eenmaal om de kaap heen namen de golven af en later ook de wind. Inmiddels was het stikdonker. We moesten doorvaren want een ankerplek zoeken in het donker zit er niet in. 



De volgende dag steeds wisselde winden. Soms de motor bij, soms konden we zeilen. Laat in de middag bereikten we Nosy Mitsio, een mooie ankerbaai op weg naar Nosy Bé waar we moeten inklaren. Nu liggen in hier lekker achter ons anker. Er staat vandaag weer heel veel wind en we zijn blij dat we vandaag de kaap niet meer rond hoeven. We rusten uit van de vermoeiende tocht en zien morgen wel weer verder.

Maandag, 12 augustus 2013


Madagaskar

Het naar grootte vierde eiland ter wereld. Het bestaat op de westelijke kustvlakte na uit een langzaam oplopend gebergte. Het klimaat is tropisch; de oostkant krijgt veel neerslag en heeft een dicht regenwoud. De unieke flora en fauna wordt bedreigd door ontbossing (afbranden), frequente wervelstormen, springvloeden en aardbevingen. In 1960 werd het door Fransen bezette land onafhankelijk. Wij vragen ons af of dit een goede zet is geweest.

Madagskar is duidelijk een derde wereld land. Op straat lopen nog ossen voor de kar. Wel rijden hier ook tuktukjes en taxi's. De taxi's zijn vrijwel allemaal Renault 4-tjes. Daar reden wij 40 jaar geleden mee. In de winkels is nauwelijks wat te koop. Alles komt uit blik. Het is zeer arm.

Nosy Bé, Hellville


Hellville is de plaatswaar we heen moesten om in te klaren. Veel papierwerk en veel geld betalen voor niets. Er is geen dinghysteiger. De bijboot wordt overvallen door beachboys. Iedereen wil er op passen. Natuurlijk voor geld. Dit is niet leuk. We zijn nu ingeklaard en gaan morgen weer anker op. Hopelijk vinden we een fijne plek zonder deze jongens. Ook internet werkt hier niet of nauwelijks. We hebben op 2 plekken geprobeerd om onze mail te bekijken. We zijn ermee gestopt. Het werkt niet en we doen de belangrijkste dingen maar via de sailmail (SSB-zender). Onze mail via Gmail kunnen we nog even niet lezen.

Donderdag, 15 augustus 2013


Lekker op het anker bij Nosy Komba

We liggen al weer een paar dagen bij Nosy Komba. "Nosy" staat voor het Nederlandse woord "eiland". Zeker weten doe ik dat niet maar alle eilandjes beginnen met Nosy. Het kan bijna niet missen. En er liggen hier aan de noordwest zijde van Madagaskar heel veel eilandjes. Ik meende altijd dat Madagaskar een groot eiland was maar daar heb ik me goed in vergist. Voor deze kust stikt het van de kleine eilandjes met mooie strandjes en waar wij heerlijk kunnen ankeren. Het water rondom is helder, niet diep en er staat niet te veel zee. Het is hier goed toeven.

Op Nosy Komba kunnen we weer schoon water krijgen. Het water op Nosy Bé is niet schoon en wordt sterk afgeraden om te gebruiken. Hier kunnen we op de kant water tappen. Geheel gratis. Dat betekent wel een paar keer met de bijboot op en neer maar dat is geen straf. Het strand is dichtbij en er zijn geen bootboys. We kunnen de bijboot gewoon neerleggen en als we een paar uur later terug komen is hij nog steeds op dezelfde plek. 


Nosy Komba is net als Nosy Bé arm. Er zijn een paar restaurantjes maar die zijn anders dan dat we in Europa zijn gewend. Het eten wordt nog op houtvuurtjes klaar gemaakt en duurt lang. Maar ze hebben hier de tijd. Het is toch niet druk en waar de mensen van moeten leven is ons een raadsel. Er zijn veel souvenirswinkeltjes maar bijna geen toeristen. Maar veel hebben ze niet nodig. Ze eten rijst, rijst en nog eens rijst, soms een klein visje. Het leven is totaal anders dan bij ons en het is bijna niet voor te stellen hoe men hier nog leeft maar het kost in ieder geval niet veel. 

Crater Bay 

We hebben Nosy Komba weer verlaten en zijn vervolgens naar Crater Bay gevaren, zo'n 5 mijl ten westen van Hell-ville. Hier is de Yacht Club van Madagaskar gevestigd. Bezoekers mogen hier 3 dagen gratis liggen. Er is een dinghysteiger met een restaurantje, Wifi-verbinding en een klein dorpje. We hebben eindelijk onze mail kunnen lezen. We zijn echter maar één nachtje gebleven want vrienden lagen te wachten in Russian Bay. We komen zeker nog terug in Crater Bay. De pizza's waren er verrukkelijk. 

Dinsdag, 20 augustus 2013


We zijn in Russian Bay, 15 mijl vanaf Crater Bay. Russian Bay heeft een nauwe ingang maar daarachter openbaart zich een perfect beschutte baai van een paar mijlen breed en lang met een paar vertakkingen en veel verschillende ankerplekjes. Op het strand waarvoor wij met onze boot liggen staan kleine houtje huisjes en her en der liggen oude, gammele zeilboten. Met deze boten wordt de vis aangevoerd maar ook de rijst en andere materialen die nodig zijn worden nog met een zeilboot hier naar toe gebracht. 

In 1905 was hier het Russchische marineschip de Vlötny gestationeerd tijdens een Russisch-Japanse oorlog. Het leven in de baai en de lokale vrouwen beviel de bemanning zo goed dat ze niet meer weg wilden. Toen de oorlog dan ook was afgelopen dreigde er muiterij te ontstaan. De kapitein was echter ook niet ongevoelig voor de lokale verlokkingen en men besloot te blijven. Men vestigde zich op het land. Tropische ziektes staken helaas hun kop op. In de tijd waren er nog te weinig medicijnen en het laatste bemanningslid bezweek in 1936. Dit verklaart de naam van deze prachtige baai. 

Zaterdag, 24 augustus 2013


Walvis
We hebben Russian Bay weer verlaten en zijn via Nosy Sakatia naar Crater Bay gevaren. Onderweg naar Nosy Sakatia ontmoetten we een walvis. 
Best een groot beest. Er zwemmen hier regelmatig walvissen maar wij zien ze niet vaak. Deze was dicht bij. Helaas zwom hij alleen maar langs. Hij had geen zin in spelen en een mooie foto van zijn staart zat er niet in.

Nosy Sakatia was rustig. We hebben er een dagje gelegen maar vonden er niet veel aan. Dus maar naar Crater Bay. Boodschappen doen en al dat soort dingetjes.


Gas vullen

In Crater Bay bij de marina zouden we gas kunnen vullen. Helaas, al het gas is uitverkocht. Op het hele eiland is geen gas te koop. Geen wonder, niemand kookt op gas. Langs de straat staan vele zakjes met houtskool te koop. Daar kookt de lokale bevolking nog mee. Waarom dan druk maken om gas? We blijven nog een paar dagen hier liggen. Misschien is er in de loop van de week weer gas.
We hebben nog wel voor een week of 5 gas maar we zijn nog lang niet in Zuid Afrika. We moeten eigenlijk wel weer een volle fles erbij zien te krijgen. We hadden ook al in Réunion naar gas gekeken maar daar is het (in verband met Europese regeltjes) meer niet mogelijk om gasflessen te vullen. We doen dus zuinig met ons laatste gas en gaan eten in het restaurant van de marina.

We liggen op een hurricanemooring. Niet dat het nu nodig is. Het is geen tijd voor hurricanes maar de mooring is er speciaal voor gemaakt. Ully, een Duitser die op dit moment de kant ligt voor onderhoud en hier langer verblijft, heeft zijn mooring aan ons ter beschikking gesteld. Hij is blij dat iemand op zijn mooring ligt. Hij is bang dat hij anders wordt gestolen. Nu wij er op liggen lukt dat minder gemakkelijk. Hij blij, wij blij.

Dinsdag, 27 augustus 2013


Gas en diesel

Het is weer gelukt. Onze gasflessen en dieseltanks zitten weer vol. Via, via toch gas bemachtigd en met een verbindingsstuk van de marina  lukte het onze gasflessen  helemaal vol te krijgen.  Ook meteen de dieseltank en reservekannen gevuld. Voorlopig hoeven we ons hier niet meer druk om te maken. Vanaf Nosy Bé moeten we nog zo´n 1400 mijl naar Richards Bay in Zuid Afrika. Er zijn tussendoor geen mogelijkheden om gas of diesel te tanken. De Mozambique Channel  heeft boven bij Madagaskar veel windstiltes en bij Zuid Afrika kan het heel hard waaien. Als het gaat waaien krijgen we wind tegen stroom en dit kan zeer hoge en gevaarlijke golven opleveren.  We zullen het weer, zodra we gaan oversteken,  goed in de gaten moeten houden en bij windstiltes  de motor moeten  kunnen gebruiken.

Malariapillen

Sinds we in Russian Bay zijn geweest gebruiken we malariapillen. In het dorpje bij Russian Bay overlijden nog regelmatig mensen aan malaria. We zijn maar aan de pillen begonnen om te voorkomen dat we malaria krijgen. Helaas blijkt nu na een paar dagen dat ik weer eens allergisch op reageer. Niet leuk. De bijsluiter geeft aan dat ik  moet stoppen met het gebruik van de pillen en onmiddellijk een arts moet raadplegen. Veel vertrouwen heb ik niet in de medicijnmannen van Madagaskar en ik ben nu wel gestopt met de pillen maar niet naar de medicijnman geweest. We zien het even aan. Ik heb allergietabletten en de jeuk en bultjes lijken te verminderen.  Vanaf nu zal ik in de avond bedekkende kleding aandoen. Malariamuggen steken bij voorkeur na zonsondergang. Verer heb ik al een grote voorraad antimuggenmiddeltjes bij me. Ik zal de spuitbussen veel gaan gebruiken en maar hopen dat ik van geen malariamug tegenkom.

De lokale vissertjes



´s Morgens worden we wakker van het gekwebbel naast de boot. Zodra het licht wordt (rond 5.30 uur) komen er wel 40 vissertjes in kleine bootjes het water op en zitten in de buurt te vissen. Ze kletsen wat af en vangen voornamelijk kleine visjes. 6 Stuks gebakken kosten ons slechts één euro. Veel ander werk is er niet en ze vissen dus.   
                                                      Uitklaren
Als alles goed gaan vertrekken we vermoedelijk morgen naar Hell-Ville om daar weer uit te klaren. Dit zou ook mogelijk  moeten zijn in Majunga, zo’n 150 mijl meer naar het zuiden. De verhalen die we over die stad hebben gehoord hebben ons doen besluiten om daar in ieder geval nietuit te klaren. Het is er daar iets te gevaarlijk.  We klaren daarom hier in Hell-ville uit voor Zuid Afrika en zakken illegaal af naar het zuiden om vervolgens over te steken richting Mozambique. In de Mozambique Channel kunnen we 1 tot 4 knopen stroom mee hebben. We hopen hier een beetje profijt van te kunnen hebben en dat de overtocht voorspoedig zal verlopen. Voorlopig is het nog niet zover. Eerst nog even op ons gemakje verder naar het zuiden van Madagaskar.

Hell-Ville 

We zijn wel naar Hell-Ville gevaren maar hebben niet uitgeklaard. De Zweedse boot Mary vertelde ons dat vele andere boten die naar Zuid Afrika vertrokken ook niet uitklaarden en in Zuid Afrika geen problemen kregen. Aangezien wij hier nog enige tijd rond willen varen hebben we besloten ook niet uit te klaren en we naar Zuid Afrika vertrekken als het ons uitkomt zodat we hier in ieder geval geen problemen krijgen als de kustwacht toevallig eens een controle uitvoert. 

We zijn in Hell-Ville nog even naar de markt gegaan om nog wat verse spulletjes te kopen. We wilden 6 tomaten hebben. Met gewichtjes, zoals wij die 30 jaar geleden nog gebruikten, weegt men de tomaten af en ze gooien er nog 3 stuks bij want het is geen kilo. We moeten een kilo betalen en krijgen dus ook een kilo.

Later op de dag, weer aan boord, ruilen we weer een oude lijn voor een stok bananen. De vissersbootjes hier in de baai willen heel graag oude lijnen, zeilen en dergelijke dingen hebben om te kunnen blijven zeilen. De zeilers hebben vaak oude spullen waar ze toch niets meer mee doen. Deze dingen kunnen de vissers heel goed gebruiken.

Weer in Russian Bay

De boot Mary uit Zweden ligt hier met hun 2 kinderen. Myriam uit Canada was net vertrokken toen wij arriveerden. Jammer, we hadden ze graag teruggezien maar Myriam heeft geen rust. Die gaat maar verder en verder en moet alles gezien hebben. Misschien zien we ze weer in Zuid Afrika. Hier zien we regelmatig bekende boten langs komen en het is een fijne baai. Op ons strandje waar we nu liggen is een klein restaurant. André, een Oostenrijker en de enige blanke in het dorp, heeft zich op dit eiland gevestigd en runt dit restaurantje. Als we 's morgens komen zeggen dat we 's middags willen eten dan zorgt André dat er wat is. We moeten afwachten wat hij kan krijgen. Hij heeft geen koelkast en hij moet alles vers van de vissers kopen. Maar het eten smaakt steeds verrukkelijk en kost nauwelijks wat (voor een visschotel betalen we slechts 3,20 euro p.p.) en het is leuk om maar af te wachten wat er wordt voorgezet. Het eten wordt ook hier, net als in Nosy Komba, op een houtvuurtje klaargemaakt. Water moet men uit de waterbron halen. Er is geen stromende water uit een kraan en het leven is hier nog bijzonder eenvoudig.

Woensdag, 4 september 2013


Op weg naar Baramahamay Bay hebben we voor het eerst sinds maanden weer een vis gevangen. We hebben er, in combinatie met een pak vissoep uit de winkel uit Mauritius, een heerlijke vissoep van gemaakt.

Baramahamay Bay (Maroaka)

Nu liggen we op de Baramahamay rivier. Deze rivier is tot 2 mijl landinwaarts bevaarbaar. Het is een goed beschutte en mooie ankerplaats. De groene hellingen rollen langs de rivier naar beneden tot de mooie witte stranden. Langs deze stranden staan kleine dorpjes. Het ziet eruit als een groot openlucht museum, zoiets als het Enkhuizer openlucht museum. Eigenlijk is heel Madagaskar een openlucht museum. Het is echt ongelooflijk hoe eenvoudig de mensen hier nog leven. Zodra we op ons anker lagen kwamen alweer kleine bootjes naar ons toe roeien om krabben te verkopen. We hadden ons visje toen al gevangen en hadden daar geen behoefte aan. Later komt er weer een jochie om een bonbon (snoepje) vragen en wat oude tijdschriften. Hij sprak nauwelijks Frans maar we begrepen hem. Later zagen we hem samen met zijn dorpsgenoten op het strand de tijdschriften bekijken. Ze leken er erg blij mee ter zijn.

Voorlopig geen internet meer

De komende tijd zullen we vermoedelijk geen internetverbindingen meer hebben. De enige bron om te communiceren met de westerse wereld zal via de SSB-zender gaan.  Er zullen geen foto’s meer geplaatst worden en ook de mailtjes via gmail zullen we niet kunnen beantwoorden. Pas in Zuid Afrika denken we weer internetverbinding te kunnen maken.

Moramba Bay, Madagaskar

Vanaf Moroaka Bay zijn we via Berangomaina Point en Nosy Saba naar Moramba Bay gezeild. Bij Berangomaina Point hebben we prettig gelegen maar Nosy Lava lag erg open. De volgende morgen al om zes uur deze plek verlaten. De wind was gedraaid en we lagen daar erg onrustig. Jammer want op het eiland zouden veel schildpadden zitten. Rond de boot zagen we er al diversen rond zwemmen.

De kust hier aan de noordoost zijde van Madagaskar verandert van een heuvelachtig groen landschap in een dor en laag landschap. Af en toe staan er wat hutjes op de strandjes met op het strand getrokken visbootjes. Deze bootjes worden nog uit een heuse boomstam gehouwen. Aan een zijde van de kano is een kleine drijver bevestigd. Soms hebben ze er nog een zeiltje bij. 
Moramba baai is ruime en mooie baai met goede beschutting voor de wind. Op de rotsen groeien tientallen Boababs. De stammen van deze bomen zijn bronskleurig en de grillige bladerloze takken creëren een bijzondere sfeer.

Bootjes van de lokale bevolking komen langs om fruit en vis te ruilen of te verkopen. We ruilen mango's voor vislijn en haakjes en kopen een grote vis waarvan we 2 dagen kunnen eten. Eerst dingen we wat de prijs af en als de jongens na een klein kletspraatje vertrekken geven we ze nog een nieuw T-shirt. Zelden hebben we zo'n grote glimlach op de gezichten van deze mensen gezien. 



Vrijdag ,13 september 2013

Op weg naar Zuid Afrika 

Moramba Bay hebben we inmiddels verlaten en we zijn nu op weg naar Zuid Afrika. De weerberichten geven rustig weer en we wagen het er maar op. Langs de kust zien we regelmatig walvissen. We hebben onze koers op Ilha Bazaruto gezet, een eilandengroep aan oostzijde van Mozambique. Als bij Zuid Afrika teveel wind staat hopen we hier te kunnen schuilen. We moeten veel motoren, er staat vrijwel geen wind. Als het even kan trekken we de genaker erbij maar ook dat levert geen hoge snelheid op. Het is echter onmogelijk om het hele stuk naar Richards Bay in Zuid Afrika te motoren. We hebben daarvoor niet voldoende diesel.

Maandag, 23 september 2013


Na regen komt zonneschijn

Wij kregen na windstilte gelukkig weer wind.  De zon schijnt hier meestal wel maar de wind is soms ver te zoeken.
Voor de kust van Mozambique voeren we constant tussen groepen walvissen. Die beesten waren in hun element. Ze sprongen en plonsden alle kanten op. Zo sprong zo’n beest achter onze boot uit het water op een afstandje van 20 meter. Het was geen bommetje maar een BOM. Wat een klap en dat net achter je boot. Maar het was een prachtig schouwspel.

Richards Bay

We zijn in een ruk doorgegaan naar Richards Bay in Zuid Afrika. Het was niet nodig om bij Bazuratu een schuilplaats te zoeken. Het werd onderweg wel spannend toen de opgevraagde gribfiles niet binnen kwamen. Na 1,5  dagen wachten ben ik gaan mailen naar de Maputo- zender en de ondersteuningsdienst van Sailmail.  Snel daarna was het probleem opgelost en kregen wij onze opgevraagde gegevens.
  
Het laatste stuk van onze tocht, zo’n 200 mijl voor Richards Bay, zou de wind aantrekken tot  6 tot 7 Beaufort. Gribfiles geven echter altijd te weinig  windsnelheid aan en het werd dus 7 tot 8 Beaufort maar wel uit de goede richting. Ook kregen we flinke stroom mee en het laatste stuk ging heel hard. Donderdagavond , 19 september 2013, liepen we binnen. Een nacht minder op zee dan dat we verwacht hadden.  De dag erop, vrijdag 20 september, draaide de wind om 15.00 uur naar zuidwest. Nu waait het hier buiten op zee zo’n 60 knots (11 Beaufort). We waren op tijd binnen .

Richards Bay is de meest noordelijke haven aan de oostzijde van Zuid Afrika. Dit is een grote commerciële haven.  Voor de ingang van de haven ligt momenteel een door midden gebroken vrachtboot. Deze boot werd enige weken geleden de zee opgestuurd om plaats te maken voor een lege boot die vol geladen moest worden.  Op dat moment stond de wind tegen de stroom in en de golven voor de ingang hadden een hoogte van zo’n 9 meter.  De vrachtboot heeft in een golfdal de grond geraakt en brak doormidden.  Deze kust blijkt inderdaad gevaarlijk te zijn. Het is echter onbegrijpelijk dat die boot weg moest. Vermoedelijk heeft degene die deze opdracht heeft gegeven nu geen baantje meer.

Het inklaren  stelt hier niets voor. We hadden in Madagaskar niet uitgeklaard wat  wel moet.  Gezien het feit dat het in Majunga (stadje aan de zuidwestkust van  Madagaskar) gevaarlijk is en we nog niet wilden uitklaren in Nosy Bé zijn we vertrokken zonder  aan deze verplichting te voldoen. In iedere haven van aankomst vraagt men normaliter naar het uitklaringsbewijs. Indien je dat niet hebt wordt er nogal moeilijk gedaan. Zo klaarden we in Thailand uit voor Sri Lanka maar de beambte had zich vergist en had als volgende haven Langkawi opgeschreven. Ik had dat niet gecontroleerd en eenmaal in Sri Lanka deed men hier moeilijk over want we hadden volgens het uitklaringsbewijs  naar Langkawi gemoeten en niet naar Sri Lanka. Uiteindelijk mochten we wel blijven.  Hier in Richards Bay kijkt men er niet na. Je krijgt je visa voor 3 maanden, ze vullen zelf de formulieren in en binnen 10 minuten waren alle formaliteiten geregeld.

Zululand Yacht Club

Nadat we  ingeklaard hadden zijn we doorgegaan naar de Zululand Yacht Club, een  verenigingshaven. Er liggen hier diverse bekende bootjes en het is zeer gezellig. Als welkom werd ons door de club een fles champagne aangeboden.  Regelmatig hebben ze hier festiviteiten. Zo hadden we gisteravond onze eerste echte  Zuid Afrikaanse braai (BBQ). Maandag wordt de braai aangestoken maar iedereen moet zelf zijn vlees en drank meenemen. Woensdag is er Happy hour. Drank voor de helft van de prijs. En dat terwijl de volle prijs van een biertje slechts € 0,80 is.


Vanmorgen met  een van onze bootbuurtjes  boodschappen gehaald in de stad.  Het is te ver lopen  en men vraagt regelmatig of we meegaan.  De beste mensen hebben ons alle nuttige winkels aangewezen en geven ons goede adviezen. 
Momenteel regent het. Volgens de Zuid Afrikanen wordt het vannacht weer droog. Ze kunnen het  weer hier per uur voorspellen.  Morgen is het weer mooi weer en kunnen we de boel  zelf verder gaan verkennen.

Woensdag ,2 oktober 2013


Naar de wildparken

Met de bootbuurtjes  zijn we naar het  Isimangaliso Wetland Park (St. Lucia) en naar het Hluhluwe and Imfolozi Game Reserve geweest.  De Big Five waaronder de olifant, neushoorn, buffel, leeuw en een luipaard  hebben we gezien. De leeuw en het luipaard waren wel op grote afstand,  in de bosjes en slecht te zien maar we zagen een glimp. Vooral het luipaard is erg schuw en laat zich niet gemakkelijk zien. We hadden geluk. Maar verder zien we nog veel meer. We zien giraffes,  hyena’s,  zebra’s, zwijnen, nijlpaarden, allerlei soorten antilopes, gieren en allerlei  andere vogels. Het is teveel om allemaal op te noemen.

We vertrekken  meestal  ’s morgens vroeg naar zo’n wildpark want in de ochtend laten de meeste dieren zich zien. Later op de dag wordt het warm en gaan ze in de schaduw onder de bomen liggen en zijn  niet meer zichtbaar.  In het Hluhluwe Game Reserve regende het en het was koud. Maar juist dan zie je de meeste beesten.  Het is prachtig  in de wildparken.

Koud

Het is hier veel kouder dan we dachten.  Als wij vroeger aan Afrika dachten,  dachten we meteen aan hitte. In het Hluhluwe park hebben we het echter koud gehad.   Het is nu lente en in de zomer is het  in dit deel van Afrika warm.  In deze tijd van het jaar is het overdag een aangename temperatuur en in de avond wordt het koud. Dan hebben we een dikke trui en lange broek aan. Even iets anders dan we verwacht hadden. 

Zondag, 6 oktober 2013


Autootje gehuurd

We hebben nu  een autootje en gaan zelf op pad. Zo hebben we een cultureel uitstapje gemaakt naar het  dorp Eshowe maar het was niet echt aan ons besteed.  Het Dlinza Forest Nature Reserve was niet spectaculair en ook Fort Nongqayi, een museum, boeide ons niet.  Dat weten we weer, musea kunnen wij beter overslaan.

Er wordt  hard aan het wegonderhoud gewerkt. Ondanks dat komen we toch nog veel gaten tegen in het wegdek.  Zo reden we op de R66 (Zululand Heritage Route)  en kwamen op een gravelweg met  hobbels en gaten. Na zo’n 10 kilometer op deze weg die steeds slechter werd, toch maar even gaan vragen of dit wel de juiste weg was.  Het zou zo zijn en jawel, na nog eens 5 kilometer kwamen we toch weer op een verharde weg. Gelukkig want het gaat niet hard op deze wegen.  Langs de weg lopen veel loslopende koeien en geiten en soms staan ze midden op de weg stil. Het is oppassen. 

Het landschap van Zululand veranderd langzaam van laagland in glooiende berghellingen.  Soms zijn de hellingen kaal en bruin, soms  zijn ze groen  en begroeid. Langs de weg zijn veel kleine dorpen. In deze dorpen staan nog originele rondavels, ronde hutjes waarin de bevolking tot op heden nog woont.

Ithala Game Reserve

We hebben voor 2 nachten een chalet geboekt in het Ithla Game Reserve.  Via de R66 zijn  we naar dit park met het resort  Ntshondwe gereden.  Een mooi resort op een hoogte van zo´n 1.000 meter.  Eenmaal aangekomen lekker afgekoeld in het (ijskoude) zwembad.   Dit park ligt veel hoger dan de andere parken die we tot op heden bezochten. Hier rijden tussen de glooiende bergen. De wild is beter zichtbaar maar beduidend minder. Ondanks dit was het een heerlijk uitstapje. 

Zaterdag, 12 oktober 2013


Traditionele dorpen

Anne en Laurence  (de bootbuurtjes) hebben ons getrakteerd op een educatieve film over Zululand. En we vonden het zomaar een mooie en interessante film. Dit heeft ons doen besluiten om hier twee traditionele dorpjes te bekijken. Deze dorpjes zien er mooi uit maar helaas ook onecht. Dat is een beetje jammer. Zo vertelden ze ons dat men nog op de traditionele wijze in de hutjes woont. Dat is toch echt niet zo. Er zijn geen koeien in de kraal. Uit de hutjes waarin ze wonen en die we niet van binnen mogen bekijken, komt moderne radiomuziek. Verder zien we een schotelantenne staan. De dansshow die ze gaven was leuk en het Zulubier dat erbij werd aangeboden  is verschrikkelijk vies. Alles bij elkaar geeft dit een beetje de indruk hoe het vroeger was.

Nogmaals naar de wildparken

We konden het niet laten. We vinden de wildparken hier prachtig en hebben nogmaals de al eerder door ons bezochte parken bezocht. In het Isimangaliso Wetland Park hadden we geluk. Deze keer sliepen niet alle nijlpaarden. We konden ze nu beter bekijken.

Het wordt drukker op Zululand Yacht Club. Heel langzaam maar zeker komen er steeds meer bekenden boten binnen en zelfs Nederlandse boten, de Lotus en de Future. Het is hier gezellig. Anne en Laurence nemen alle nieuwkomers onder hen hoede en geven veel nuttige informatie, maken ze wegwijs naar de winkels en bezoeken  met hen de wildparken. Het is onvoorstelbaar wat deze mensen allemaal  doen en geheel belangeloos.

Zaterdag, 19 oktober 2013


We liggen nu te wachten op een weatherwindow om verder naar het zuiden te kunnen gaan. We vragen iedere dag de gribfiles op zodat we tijdig weten wanneer we kunnen vertrekken. Het weer is momenteel erg wisselvallig. Het regent veel, vaak staat hier een enorme harde wind, af en toe is er geen wind. De wind komt meestal uit het zuiden of zuidoosten, soms draait hij even naar het noordoosten maar meestal niet lang. Wij willen in een keer door naar East London, een afstand van 340 mijl. Daarvoor hebben we toch zeker 3 dagen goede wind voor nodig. Wind die niet uit het zuiden komt.

Braai

We hebben geen autootje meer en verblijven nu veel op de Yacht Club. De stad is te ver om heen te wandelen en we moeten ons nu vermaken met wandelingen naar de small craft harbour (de haven waar plezierjachten moeten inklaren) en het strand. Als het regent pakken we een boek. 's Avonds gaan we naar de braai waar het erg gezellig is. Soms bakken we pizza bij de pizzaoven en verder is er nog een restaurant waar we lekker kunnen eten.





Zondag ,27 oktober 2013



Het weatherwindow
Na een lange week wachten kregen we eindelijk een goed weatherwindow. Nou ja, goed? De wind zou ruim een kleine week uit het oosten of noordoosten waaien. En dat moeten we hebben. Helaas is het verder zo dat er óf veel te weinig wind is en dan moet de motor bij óf veel te veel en dan staan er hoge golven. Maar ooit moet men gaan en wij hebben samen met nog 3 andere boten de stoute schoenen aangetrokken en zijn vertrokken. Met de boot Elevation uit Australië en Persian Lady uit Jersey hadden we via de SSB-radio 2 maal per dag contact. Dat bleek een goed besluit.

De tocht naar Port Elizabeth

Zoals hierboven al gezegd was er de eerste dag geen wind  en dus motorde Mirus. Tegen de avond kwam de wind en veel te veel maar we hadden de wind en de stroom (2 knopen) mee. We liepen op alleen de fok toch zo'n 9 knopen over de grond. Het ging dus hard. We hoefden Durban niet aan te doen, ook East London gingen we voorbij maar de derde dag kregen we ook nog onweer en harde regen. Elevation was Port Elizabeth binnengegaan en waarschuwde ons voor hoge zee. Ook wij en Persian Lady besloten Port Elizabeth binnen te lopen. Een goed besluit, het waait nu  hard. We liggen in de box te schudden en de landvasten kraken.

De epirb

Tijdens de onweersbui en de ontzettend harde regen is de epirb (voor de landrotten: dit is een noodbaken die een GPS-positie doorgeeft als die geactiveerd wordt) vermoedelijk vochtig geworden en werd geactiveerd. Dit hadden we onmiddellijk in de gaten en we hebben hem uit gezet. In Richards Bay is tijdens het schoonmaken de epirb ook een keer nat geworden en geactiveerd. Binnen een kwartier reageerde de Nederlandse Kustwacht. Ze waren aan het uitzoeken wat er aan de hand was. Gelukkig bleken we veilig in de haven te liggen. Ook had de Nederlandse Kustwacht op ons blog gezien waar we lagen. We vermelden meestal onze coördinaten en daar waren ze erg blij mee. Nu was de epirb weer heel even geactiveerd maar zaten nu op zee. De Nederlandse Kustwacht zou vermoedelijk een actie opzetten. Het was zaak om te waarschuwen dat er niets aan de hand was maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Op kanaal 16 van de marifoon (noodkanaal) kwam, ondanks diverse oproepen, geen reactie. Ook op oproepen via de noodkanalen van de SSB-radiozender werd niet gereageerd. Uiteindelijk kregen we contact via de SSB-radiozender met de Australische zeilboot Elevation op de samen afgesproken  tijd. Zij waren al in Port Elisabeth en  hebben aan de Port Control doorgegeven dat er niets aan de hand was. Na deze melding werden we voor het eerst door de kustwacht opgeroepen. Het is een vreemd gevoel. We waren slechts 20 mijl vanaf Port Elizabeth. We ontvangen de weer- en navigatie berichten  via de hiervoor bekende kanalen. Onze marifoon werkt dus maar op onze oproepen naar de kustwacht en Port Control werd niet gereageerd. Ook de noodkanalen op de SSB-radiozender gaven geen reactie. Wat doen we fout? Wie het weet mag het zeggen. We hopen  in ieder geval nooit echt in een noodsituatie te komen want vertrouwen op de marifoon en de SSB -radiozender hebben we niet meer.
Overigens hebben we de epirb  nu verplaatst. We hopen dit soort onnodige acties hiermee te voorkomen.

Zondag ,27 oktober 2013


De haven is niet echt geweldig. Door een sterke golfslag bij oostenwind rukken de boten constant  aan de snel doorslijtende landvasten. Ook de betonnen steigers hebben hun beste tijd gehad en knarsen en piepen aan de kettingen. Naast de haven is een opslag voor mangaanerts. Bij een ongunstige wind komen alle boten van onder tot boven onder de zwarte stof. We moeten vrijwel iedere dag met de waterslang en zeep over de boot. Zelfs dan krijgen we nog regelmatig vieze handen en kleding. Maar de Algoa Bay Yacht Club, waar we nu liggen,  heeft een geweldige keuken en we kunnen hier goed eten en de club is ook weer gezellig. 

Apartheid

De Apartheid is afgeschaft in Zuid Afrika maar dat is nog niet altijd te merken. Op zoek naar een supermarkt worden we, als we de weg vragen, door een vriendelijke,  zwarte jongen naar een supermarkt gebracht. De supermarkt ligt in een mooi gedeelte van de stad. Er staan een paar mooie oude gebouwen en er zijn diverse eetgelegenheden en winkels. In de supermarkt hebben we onze boodschappen gehaald. Tijdens het afrekenen vergeet de juffrouw om de boodschappen die nog liggen aan te slaan. Ze kijkt stom verbaast naar Henk. Ik kijk stom verbaast naar de juffrouw. Dan kijk ik de winkel weer in en zie dat we werkelijk de enige blanken in de winkel zijn. We zijn hier duidelijk in het zwarte deel van de stad waarheen we volgens de blanke bevolking beter maar niet heen konden gaan. Ons is niets overkomen. De mensen zijn vriendelijk en de winkel was prima. De later gevonden (blanke) supermarkt was niet zo druk maar had  veel meer luxe producten dan de (zwarte) supermarkt. Vermoedelijk heeft de blanken bevolking nog steeds meer geld te besteden dan de donkere bevolking. We moesten er wel verder voor lopen.

Weatherwindow

Er is momenteel een weergaatje maar ondanks dat kunnen we niet weg. De golven bij de ingang van de haven zijn te hoog. De pilots kunnen niet op de vrachtboten klimmen i.v.m. de hoge golven. We moeten wachten tot het rustiger wordt. We zijn benieuwd of dat vandaag gaat lukken.

Vertrokken uit Port Elizabeth

Na een dag wachten waren de golven beduidend minder en konden we vertrekken. Gelijktijdig met Persian Lady uit Jersey om 05.15 uur vertrokken naar Mossel Bay. Twee mijl uit de haven hebben we een bijna aanvaring met een walvis. Slechts 3 meter naast de boot komt dat beest boven. Maar het ging gelukkig goed.

We hebben vanaf Port Elizabeth tot Mossel Bay gemotord. Er was nauwelijks of geen wind. De golven waren evenzo verdwenen maar het blijft een lange tocht (190 mijl) op de motor. Na 39 uur varen zijn we er dan. Ook nu weer gelijktijdig met Persian Lady binnen. Dit tochtje hebben we elkaar niet uit het oog verloren, zelfs niet in de nacht. Samen zijn we blij dat we weer een stap verder  zijn richting Kaapstad en de gevaarlijke Zuid Afrikaanse kust met de daarbij behorende Indische Oceaan spoedig de rug kunnen toekeren.

Donderdag, 7 november 2013


Mossel Bay is een klein vissersstadje. De marina is klein. Mirus en Persian Lady zijn een de van de grootste boten. De  boxen zijn eigenlijk te klein en te smal maar we zijn blij in de marina te mogen liggen. Nu kunnen we weer wat gaan rondkijken en de omgeving verkennen. We hebben maar weer een autootje gehuurd want er is geen  openbaar vervoer. We moeten naar George (50 kilometer verder) want daar we zouden we  onze visum kunnen verlengen. Dat combineren we dus maar met onze tripjes het land inwaarts.

De visum

Inmiddels in George geweest voor de visum maar die hebben we nog niet. Bij aanmelding voor de verlenging werd ons paspoort gecheckt met de computer. Onze paspoorten zijn niet ingevoerd in het computersysteem. In het paspoort staan alle stempels van inklaring maar dat staat niet in de computer hetgeen problemen geeft. Het Departement of Home Affairs (de instantie die de verlengingen afgeeft) wil eerst weten waarom onze paspoorten niet ingevoerd zijn in Richards Bay (onze plaats van binnenkomst in Zuid Afrika). Wij kunnen ze zelf het antwoord wel geven (gewoon zoekgeraakt) maar dat willen ze niet begrijpen. Ze hebben inmiddels kopieën van onze paspoort en hopelijk krijgen we morgen te horen hoe wie of wat. En hiervoor hebben we een auto gehuurd en 50 kilometer moeten rijden. Gelukkig hebben we dit ritje kunnen combineren  met een prachtige rit naar Oudtshoorn, een dorpje in de bergen.
De Congo Route

Via George over de Outeniqua Pass naar Oudshoorn en vervolgens richting Schoemanspoort. We rijden langs hopplantages, veefarms en struisvogelfarms. Het is hier weer prachtig. De bergen zijn wijds, tussendoor savannes. Het landschap is afwisselend en bijzonder.

Dinsdag,12 november 2013


Cape Agulhas

Gisteren  (11-11-2013) was er weer een goed weatherwindow en we zijn vertrokken uit Mossel Bay. Vanmorgen rond 07.00 uur Cape Agulhas, de meest zuidelijk gelegen kaap van Zuid Afrika, gerond. Cape Agulhas is nog maar 5.302 rechtstreekse zeemijlen vanaf Nijkerk. We zitten nu weer op de Atlantische Oceaan en hebben een middenvinger naar de Indische Oceaan opgestoken. We zijn blij dat we deze oceaan achter de rug hebben à hoewel hij zich gisteren eens van zijn goede zijde liet zien. Walvissen wuifden ons met hun grote staart uit. We zijn op weg naar Simon's Town, zo'n 60 mijl verwijderd van Kaapstad. We zeilen nu al 24 uur achtereen voortreffelijk en hopen dit tot morgenochtend vast te houden.

Wsoensdag, 13 december 2013


We zijn vannacht  om 03.00 de False Bay Yacht Club binnengevaren. Vanmorgen om 07.00 uur werden we via de marifon opgeroepen door Jigsaw. Jigsaw (Phil en Fay) wisten dat we er aan kwamen. We lagen nog lekker te slapen maar op een verkeerde ligplaats. Phil  en Grahm van Persian Lady (deze was gisteravond al gearriveerd) wachtten ons op bij de juiste ligplaats. Ook de vrouwen stonden al gauw hier te kletsen. De Zweedse boot Mary met Linda, Lodwig en kids werden hierdoor ook wakker en het was een gezellige drukte op de steiger. Nu eerst opruimen en verder allerlei papierwerk regelen.

Simon's Town

Dit stadje heeft zich genesteld tegen de met bos begroeide Simonsberg in de False Bay. Deze beschermde baai, 13 mijl ten noordoosten van Kaap de Goede Hoop,  is ontdekt door de Nederlander Simon van der Stel in 1687. Hier werd in het verleden door de Oost Indische Compagnie goederen gebracht en getransporteerd naar Kaapstad. Tegen de heuvels staan prachtige huizen en er zijn mooie witte strandjes. Het meest belangrijke strand is Boulders Beach  met zijn Afrikaanse Pinguïn kolonie.  In het stadje zelf staan prachtige historische gebouwen. Simon's Town heeft een treinverbinding met Kaapstad.

False Bay Yacht Club

Wij liggen in de False Bay Yacht club. Deze marina is gebouwd achter de kademuur van een marinehaven. De enige open kant richting van de marina naar het noorden wordt afgeschermd met een lange golfbreker. Wij liggen met onze kuip naar de open kant van de baai. Op de golfbreker staan aalscholvers en meeuwen te rusten en te slapen. Regelmatig zien we zowel zeehonden als haaien. Deze marina wordt druk bezocht door wereldzeilers die op weg zijn om Kaap de Goede Hoop te ronden. Op dit moment blijven de meeste zeilers hier plakken, in Kaapstad is geen plek. Daar starten binnen enkele weken 2 wedstrijden en dan is er voor sloebertjes zoals wij geen plek.

Pokkenweer

Het is pokkenweer geweest. Het heeft 2 dagen vreselijk hard geregend en het was koud. Rond de Kaap zou 50 tot 75 knopen wind staan. Mirus ligt dan ook vaak aan de landvasten te trekken en schudden. Met dit weer gaan we er niet op uit en de zeilers zijn blij met de rugbywedstrijden die hier regelmatig in het clubhuis te zien zijn en het daarbij behorende Happy Hour


Zaterdag,23 november 2013


Onderhoud aan de boot 

De afgelopen week druk geweest met allerlei dingen te regelen. We willen nieuw tuig op de boot hebben, de huig van het grootzeil en een oud reservezeil moet gerepareerd worden, het display van onze windmeter heeft het begeven en moet vernieuwd worden.

Inmiddels wordt aan alles gewerkt en hopelijk lukt het alles weer goed te hebben voordat we hier moeten vertrekken en dat is vóór 20 december. Dan loopt onze visum af. We hadden gepland deze te verlengen maar omdat we niet in het computersysteem van de immigratie zijn ingevoerd geeft dit veel problemen. We hebben dus  besloten om te vertrekken en de visum niet te verlengen.

Kaap de Goede Hoop en Cape Point
Gisteren, op de verjaardag van Henk, zijn we met Canadese vrienden en een gehuurd autootje naar Kaap de Goede Hoop  én Cape Point geweest.  Wij dachten altijd dat Kaap de Goede Hoop de enige kaap van Zuid Afrika was maar inmiddels weten we beter. Kaap Agulhas, de meest zuidelijkste hebben we gehad. Geografisch scheidt deze kaap de Indische Oceaan en de Atlantische Oceaan.

Nu moeten we nog 3 kapen  ronden. Eerst komt Cape Point, dan Cape Maclear (nauwelijks bekend) en tot slot Kaap de Goede Hoop. Cape Point is veel hoger dan Kaap de Goede hoop en hierop is een grote vuurtoren geplaatst. Deze vuurtoren geeft licht tot op een afstand van 67 kilometer.

De reis naar de kapen toe was prachtig. Veel bloemen en bloeiende struiken. Bij Cape Point een lekker hapje gegeten. Voor het eerst struisvogelbiefstuk. Jammer van die mooie beesten maar wel lekker. Ook was het lekker weer, nauwelijks wind en zon. Nu loeit de wind weer door de masten. Het is onvoorstelbaar hoe hard het hier kan waaien.

Zondag, 1 december 2013


Fotosessie

Nog steeds wordt ons vaak verteld dat Mirus een prachtig schip is. Zelf vinden wij dat er hoognodig geschilderd moet worden. Daar wachten we echter mee totdat we terug in Nederland zijn. Met de brandende zon, het zoute water en wind heeft het weinig zin. De verf brandt en waait er zo weer van af.

Ondanks de ontbrekende verf kregen wij 2 weken weken geleden een email met het verzoek of een fotograaf van een Duitse firma foto's op onze boot mocht komen maken voor een in Duitsland uit te brengen catalogus. Men wilde daar zelfs geld voor betalen. Wij vonden het een vreemd verzoek maar hebben toestemming gegeven. Inmiddels hebben wij een fotosessie op Mirus achter de rug. Op maandagmiddag verscheen een fotoploeg van 10 medewerkers en daarbij een vrouwelijk model voor de foto's. Na een uur met allerlei standjes van het model was de serie gemaakt. Hiervoor werden wij, ongevraagd,  ruimschoots betaald. Wij kregen 400 Rands oftewel € 30,--. Dit lijkt niet veel maar als men bedenkt dat een schoonmaakster hier in Zuid Afrika slechts 100 Rands per dag verdient dan is dit een riante vergoeding. Bovendien is het leuk dat de boot nog steeds bewonderd wordt en als decor voor de fotosessie mocht dienen.

Potluck

Onze Canadese vrienden hebben een struisvogelei gekocht. Dat ei moest opgegeten worden. Na lang beraad hebben we besloten dit tijdens een potluck (iedereen neemt wat eten mee) te proeven. Nu weten we dat we net zo goed gewone eieren kunnen eten. Het smaakt hetzelfde en het is veel te groot. Een struisvogelei heeft de inhoud van 16 kippeneieren. We hadden dus een beetje teveel eten maar het was weer leuk om een keer te doen.

De "Topstones" fabriek in Simon’s Town

Zuid Afrika wordt in het algemeen beschouwd als de schatkist van halfedelstenen en edelstenen omdat ongeveer de helft van alle halfedelstenen en edelstenen in Afrika gevonden worden. Wij zijn in de fabriek wezen kijken en inderdaad, er zijn daar heel veel halfedelstenen en edelstenen. We zien de molens de stenen wassen en polijsten. Er staan tonnen vol met halfedelstenen. Deze halfedelstenen kosten vrijwel niets. Men verkoopt hier de stenen per kilo. In het atelier staan prachtige kunstwerken van halfedelsteen. We konden dit op ons gemakje bekijken zonder lastig te worden gevallen door opdringerige verkopers.

In Kaapstad met Jan en Ellen 

Onze zeil- en clubvrienden Jan en Ellen Hietbrink hebben een rondreis door Zuid Afrika gemaakt. Door middel van email en sms wisten wij waar we Jan en Ellen konden vinden.
Wij zijn met de trein naar Kaapstad gegaan. Ellen en Jan hadden een vrije dag en wij hebben tijd zat.  Dat is maar goed ook want Kaapstad is slechts 30 kilometer vanaf Simon's Town maar de trein doet er 1 uur en 10 minuten over. Hij stopt op dat stuk dan ook 27 keer. Geen wonder dat het lang duurt. We hebben samen de dag doorgebracht en zijn weer lekker bijgeklest. Het was hartstikke leuk weer eens mensen vanuit Nederland te ontmoeten. 


De volgende dag kwam de groepsbus van Jan en Ellen naar Simon's Town, vlak bij de haven even koffie drinken. De hele bus zwaait ons toe vanaf de kade en wij drinken weer koffie met Jan en Ellen. Ik kom aan de praat met een mevrouw uit Hoogland. Na enige tijd blijkt dat zij evenals ik (Miranda van den Hengel) in Achterveld is geboren. Het blijkt Marietje van Wieringen (dochter van de slager) te zijn. Marietje is dan wel zo'n 10 jaar ouder dan ik maar ik blijft het verwonderlijk vinden. Achterveld is niet groot, de wereld is tegenwoordig  wel klein.

Er staat weer harde wind met windstoten tot 40 knots.
Vrijwel iedere dag staat er veel wind. Onze oude verstaging zou afgelopen week vervangen worden. Helaas is dat nog niet gelukt. Teveel wind. Nu, 1 december 2013 waait het hier weer verschrikkelijk hard. De nieuwe windgever geeft regelmatig 40 knots aan hetgeen neerkomt op 8 Beaufort (34-40 knots). Gelukkig is de steiger breed. We waaien er bijna van af en moeten goed opletten waar we lopen.

Zaterdag, 7 december 2013


De verstaging is vernieuwd. Tussen de (te) harde winddagen door heeft de tuiger onze stagen vervangen. Vrijwel iedere dag is het team van de tuiger wel even bezig geweest. Afgelopen vrijdag is tijdens zeer harde wind toch de laatste stag vervangen. We kunnen nu weer met een gerust gevoel over het tuig de tocht voortzetten. Dit gaat vermoedelijk nog even niet. De komende week staat er teveel wind rond Cape Point en Kaap de Goede hoop. Windguru (hier zeer betrouwbaar) geeft roze kleurtjes en dat is 25 knots en meer. We wachten nog even.

Naar de wijnproeverijen

Samen met Heidy en Graham van de Persian Lady zijn we op pad gegaan naar de omgeving van Wolseley en Ceres  (150 kilometer vanaf Simon's Town)  om daar maar eens de wijn te gaan proeven. Via de Bainskloof - een smalle weg van zeker 29 kilometer lang - zijn we hiernaar toe gereden. Voor ons een gemakkelijk tochtje,Graham (Engelsman) reed en we hoefde zelf de weg niet in de gaten te houden. Ook fijn tijdens de wijnproeverij. Ons alcoholpromillage mocht iets hoger worden dan wenselijk is voor het autorijden.

Deze omgeving staat bekend voor zowel de druiven als ook andere fruitsoorten. Onderweg zien we veel druivengaarden en fruitplantages met daarbij prachtige wijnhuizen. Het is - zoals steeds in Zuid Afrka - een schitterende omgeving.

Op de terugweg belandden wij bij een aardbeienkwekerij. De vogelverschrikkers die ook hier noodzakelijk zijn, zijn werkelijk bijzonder. Langs de weg, bij een robot (dat is in Zuid Afrika een verkeerslicht) waar straatverkopers hun waren aanbieden, nog even een kist abrikozen en nectarines gekocht. De hele kist voor slechts € 4,00. Teveel voor ons alleen. We delen de inhoud van kist met Heidy en Graham en ondanks dat zullen we toch de komende dagen 's morgens, 's middags en 's avonds fruit moeten eten om het op te krijgen. Al met al weer een gezellige en leuke dag.

Vrijdag, 13 december 2013

Bijgelovige zeelieden vertrekken beslist niet op vrijdag voor een grote tocht. Het weer leek goed om de kapen te gaan ronden maar wij zijn niet vertrokken. Wij hebben vrijdag de 13e gelaten voor wat hij was. Echt bijgelovig zijn we niet maar dit vroeg om pech. We hebben nog een dagje gewacht. Het bleek terecht te zijn. Vroeg in de ochtend was het rustig maar later nam de wind weer toe en we lagen weer te schudden aan de steiger.

 Zaterdag, 14 december 2014

Cape Point en Kaap de Goede Hoop gerond.
´s Morgens om 03.00 uur loeide de wind nog steeds door de masten. Om 04.30 liep onze wekker af. Het windgaatje voor de kapen was gekomen. In anderhalf uur tijd was de wind gaan liggen, geheel volgens de voorspelling van Windguru. We hebben de stoute schoenen aangetrokken, de motor gestart en zijn richting de kapen vertrokken. Rond 08.00 uur hebben we Cape Point gerond, het was geheel windstil. Een half uurtje later ook rond Kaap de Goede Hoop. Deze kaap lag in de mist. Hij was nauwelijks te zien. Voorbij de Kaap veranderde het weer. Soms mist, soms zon en een klein briesje. Te weinig om te zeilen maar dat vonden we deze tocht niet erg.


Zeker 100 walvissen om ons heen


Net voorbij Kaap de Goede Hoop konden we nog net op tijd 2 walvissen ontwijken die voor onze boeg opdoken. Lichtelijk geschrokken bleven we alert. We hoopten van deze grote obstakels in het water verlost te zijn. Helaas nog niet waar. Vijf mijl voor Kaapstad kwamen we in een groep van zeker 100 walvissen terecht. Overal om ons heen. Al zigzaggend zijn we hier zachtjes doorheen gevaren. Deze keer stond het zweet in m'n handen. Ze waren weer erg dichtbij en het waren er veel, heel veel. Het is ons gelukt hier zonder aanvaring met z'n log beest door te komen. Gelukkig! Zou dat vrijdag de 13e ook goed gegaan zijn? We zullen het nooit weten.

Zondag, 15 december 2013


Nu liggen we in de RCYC van Kaapstad, een grote jachthaven. We hebben hier een plekje gekregen voor 4 vier nachten. Het is een drukte van belang. Vanaf afgelopen vrijdag is hier de Crocs Summer Regatta.

Mandela Tribute Sail in de Royal Cape Yacht, Kaapstad Nelson

Ter nagedachtenis aan Nelson Mandela, welke 10 dagen geleden is overleden,  zijn de wedstrijden van vandaag afgelast en wordt de Nelson Mandela Tribute Sail gehouden.
 Alle deelnemers van de wedstrijden en de leden van de club  zijn gevraagd samen deel te nemen aan deze tocht uit respect voor Nelson Mandela en zijn indrukwekkende leven. Gezamenlijk varen de boten met deelnemers om 12.00 uur naar Robben Island waar bloemen worden geofferd aan de zee. De clubvlag dient  half stok in het want te hangen.

Koud!

Woensdag, 18 december uit Kaapstad vertrokken, richting Namibië. De nacht voor ons vertrek waaide het méér dan 50 knopen en dan denken we dat dat nooit meer goed komt maar de volgende ochtend was het weer rustig en we zijn vertrokken naar Namibië. Voorbij de kapen is het zeewater veel lager van temperatuur (rond 16 graden) en de wind hartstikke koud. De hele tocht  hebben we met dikke sokken, wintersporttruien en regenpakken aangezeten. De regenpakken niet voor de regen maar vanwege de kou. Ik had zelfs nog een paar handschoenen aan. Het was echt koud.

Maandag, 23 december 2013


Luderitz is een klein stadje met wat winkeltjes, 2 supermarkten en een paar restaurantjes. Het stelt weinig voor maar het is hier weer lekker warm en geen harde wind. De Afrikaanse sfeer ervaren wij als relaxt, de mensen zijn  vriendelijk en hebben geen haast.  Voor een paar dagen is het leuk hier te zijn.  Volgens Bruce en June - zij liggen hier al een paar dagen - is het volgende stadje met de grote van Lüderitz  300 kilometer verder het land in. De weg daar naar toe is door de woestijn. Er is niets behalve zand. Wij denken dat ze gelijk hebben. Wij zien ook alleen maar water, wat huizen, rotsen en zand.
Vertrokken uit Namibië 

We hebben Lüderitz en Namibië weer verlaten. We hebben genoten van de rust aan een mooring met niet teveel wind maar er was weinig te doen. We hebben de oude gebouwen in het stadje bewonderd en hebben een Ghost Town bezocht. Dit is een verlaten diamantmijndorpje, oude vervallen huizen en fabrieksgebouwen, 15 kilometer vanaf Lüderitz in de woestijn. Het schijnt een bijzondere plek te zijn en trekt veel toeristen. Helaas was dit tochtje niet echt aan ons besteed. Oude vervallen gebouwen kunnen we overal zien. Het enige verschil was dat dit in de woestijn staat.

De weerberichten gaven voor vrijdag, 27 december 2013, gunstige berichten. We vertrokken rond 11.00 uur voor de langste overtocht die we tot nu toe gemaakt hebben. De boot is weer afgeladen met levensmiddelen. Verse groente, fruit, brood, eieren en blikken ham, cornedbeef, curry, vis, groente en fruit. We kunnen er weer een tijdje tegen.

Zaterdag, 28 december 2013


Het weer is zoals we willen: een rustig windje, de zon schijnt vanuit een onbewolkte hemel en de zee is rustig. Dolfijnen begeleiden ons als we Namibië verlaten, ze springen en duiken rondom de boot. Af en toe maken ze een salto. Jan van Genten en stormvogels zweven door de lucht. Tegen de avond verdwijnen de kleuren van de dag en de sterrenhemel spant zich boven Mirus uit. De sterren lichten helder op en lijken erg dichtbij. Het lijkt alsof we ze zouden kunnen plukken. Tegen de ochtend verkleurt de hemel in het oosten van zwart naar oranjerood. De sterren verbleken en de zon komt weer op. Zo houden we dit nog wel even vol.


We willen via het Caribisch gebied naar Nederland terug omdat we dan zowel op het zuidelijke als het noordelijke deel van de Atlantische Oceaan de wind en de stroming zoveel mogelijk in ons voordeel hebben. Vaar je daarentegen rechtstreeks naar Europa, dan krijg je na het passeren van de evenaar een groot gebied te maken waarin wind en stroom tegen staan. We hebben nu onze koers gezet op St. Helena. We hebben nog 1.195 mijlen te gaan naar St. Helena. Daar blijven we een paar dagen en gaan dan door naar Ascension, zo'n 700 mijlen vanaf St. Helena. Vervolgens weer verder naar het Caribisch gebied, een slordige 3.000 mijl. We moeten nog heel wat mijltjes afleggen.

Woensdag, 1 januari 2014

De tocht naar St. Helena gaat goed. Er staat een matig windje en we hebben een matig gangetje. Inmiddels zijn we op de helft van de afstand. We zijn de E 005.28.000, de meridiaan van Nijkerk, gepasseerd. Hiermee hebben we alle lengtegraden doorkruist en de aarde feitelijk gerond. Dit heugelijke feit vond plaats op 0.45 uur Nederlandse tijd, d.d. 1-1-2014. Overigens voelt het niet zo dat we de wereld gerond hebben. Naar ons idee is dat pas óf als we straks in het Caribisch gebied zijn en de lijn kruisen die we daar in december 2010 gevaren hebben maar voor ons eigen gevoel is het pas als we weer in Nederland zijn en wel in Nijkerk. Ondanks dat gaan we straks toch een fles champagne openmaken en maken we er een klein feestje van. Dat hebben we vannacht tijdens de jaarwisseling maar niet gedaan. Op een lange oversteek is het goed de regelmaat in de slaapperiodes niet te doorbreken. Op het Happy hour van vandaag, d.d. 1-1-2014 wordt er aan boord van Mirus champagne geschonken.

Zaterdag ,11 januari 2014


St. Helena ligt in de Zuid Atlantische Oceaan. Het dichtbijzijnde eiland is Ascension, 703 mijlen (1.125 km) naar het noordwesten. Het eiland is 1.200 mijlen (1.950 km) van de zuidwest kust van Afrika en 1.800 mijlen (2.900 km) van de kust van Zuid Amerika. De maten van het eiland zijn 6 mijlen (10 km) bij 10 mijlen (17 km). De totale oppervlakte bedraagt  27  vierkante mijlen (122 vierkante km). Vanuit zee ziet het eiland er zeer ontoegankelijk uit. De rotsen zijn hoog, steil en donker. Er groeit geen sprietje gras op.  Alleen enkele zeevogels nestelen tegen de rotswand.

De enige manier om hier te komen is per boot, dezelfde boot die het eiland hier bevoorraadt. Tot op heden is hier nog geen vliegveld.  Nu zijn ze bezig een vliegveld aan te leggen.  In 2012 is men hier aan begonnen en men hoopt  dit in 2016 gereed te hebben.

Napoleon

Keizer Napoleon Bonaparte heeft hier op het eiland  “gevangen” gezeten.  Het huis waar Napoleon verbleef heet Longwood House. Dit is een mooi gebouw, omgeven door keurige gazons en zorgvuldig in vorm geknipte heggen. Napoleon mocht zich vrij over het eiland bewegen. Wel ging er altijd een bewaker mee. Ook  kreeg hij geld om zijn verblijf op dit eiland aangenaam te maken.  Uit de boekhouding van toendertijd blijkt dat de totale uitgaven die hij deed op liepen tot een  bedrag van 19.152,20 Engelse ponden,  welk bedrag voedsel, rode en witte wijnen, champagnes en madeira, timmerlieden, metselaars, muilezels, transport, paarden enzovoort omvatte. In die tijd een flinke som geld. Hij had het zo slecht nog niet.

De ankerplaats

Op de ankerplaats loopt een sterke deining. We liggen aan een mooring. Deze moorings zijn door de autoriteiten hier neergelegd ten behoeve van de zeilers.  Met de taxiboot kunnen we naar de wal. Ook bij de kade staat een flinke deining en het is een kunst om veilig en droog aan de wal te komen. Bij de kade hangen touwen aan een stalen hek. De stuurman van de watertaxi legt het bootje naast de kade en als het bootje op het hoogste punt is dan grijpen we een touw en springen op de kade.  Tot nu toe is het goed gegaan.

Het binnenland van St. Helena

Het natuurgebied van St. Helena wordt omsloten door de steil uit de zee oprijzende roodbruine rotsen maar het binnenland ziet er geheel anders uit. Bochtige wegen voeren ons langs tropische, groene hellingen, overal bloemen en prachtige gekleurde vogeltjes.
Het eiland is echt Engels en de tijd lijkt te hebben stilgestaan. De mensen zijn vriendelijk, behulpzaam en iedereen groet.  Er is geen geldautomaat op dit eiland hetgeen ons zeer verbaast. Dit hebben we nog niet eerder meegemaakt. Over de hele wereld staan geldautomaten maar hier moeten we de bank binnengaan, in de rij wachten en kunnen vervolgens geld opnemen bij de balie. Heel bijzonder.

Zaterdag,25 januari 2014


Internet op St. Helena

Het internet op St. Helena is ontzettend duur (3,30 Engelse ponden per half uur). We hebben veel mail ontvangen na ons vertrek uit Namibië. Lieve mensen: I.v.m. de dure en slechte internetverbinding hebben we wel alles gelezen maar niet beantwoord. Dat neemt teveel tijd én geld in beslag. Hopelijk is het internet op de Carieb beter.

Pech en veel geluk.

Dinsdag, 14 januari 2014 hebben we St. Helena verlaten. 15 Mijl vanaf St. Helena hoorden we even een vreemd geluid. Ook hadden we geen druk meer op het roer. We draaiden rondjes en er viel niets meer te sturen. Henk dus maar het motorruim in om te bekijken wat er aan de hand kon zijn. Er bleek een ring van een stuurstang gebroken te zijn. We hebben de noodhelmstok opgezocht en die tijdelijk geplaatst. Zo hadden we weer druk op het roer. Binnen een uur had Henk het euvel verholpen en konden we 
verder. Wat een geluk hebben we gehad bij deze pech. We moeten er niet aan moeten denken dat dit in Indische Oceaan bij Afrika op een van de hoge golven waarvan we af surfden gebeurd zou zijn, richting Richards Bay of in een van de havens met heel veel wind. Nu was er nauwelijks wind, het was dag, we hadden licht en het gebeurde gelukkig ook niet op de ankerplaats bij St. Helena. Zo zie je maar weer, een hoop geluk bij een ongeluk. 

Ascension en het Caribisch gebied.

We hadden onze koers gezet op Ascension eiland, 700 mijl zuidwest van St. Helena. Woensdagochtend, 22 januari arriveerden we daar. In de nacht hadden we eindelijk eens een beetje wind en we moesten zeil minderen om niet te vroeg bij Ascension aan te komen. Eenmaal daar bleek de ankerplek vrijwel geen beschutting te bieden. Ook liep er langs de kade een hoge swell, veroorzaakt door de branding. Ascension komt net als St. Helena uit een diepte van 3.000 meter en dat geeft op de kust nogal onrustig water. Er was geen watertaxi zoals in St. Helena en met de de dinghy naar de kade om daar te landen leek het ons geen goed plan. We zijn zonder Ascension te bezoeken verder gegaan. Wel jammer, er zitten daar enorme schildpadden. Het half uurtje dat we rondvoeren zagen we minstens drie hele grote joekels zwemmen. Vermoedelijk was het door de wind van die nacht zo onrustig. Volgens de berichten kan het daar nog slechter zijn dan bij St. Helena en dat was al erg genoeg. Daar was het ook niet mogelijk met een dinghy aan land te gaan. Gelukkig was daar een watertaxi. Maar veiligheid gaat voor alles. 

We zijn nu op weg naar Martinique in het Caribisch gebied. Bij Martinique gingen we aan het begin van onze reis zuidwaarts, nu zijn we van plan hier richting het noorden te varen. We hebben weinig wind en gaan niet hard. We hebben de tijd en voldoende voedsel en water aan boord. Ons daggemiddelde is rond de 80 mijl. We zijn zuinig met de diesel. De diesel hebben we nodig om de motor te laten draaien om de accu´s te laden en straks om de doldrums door te motoren. We zullen dus nog wel een paar weekjes op zee vertoeven.

Woensdag ,12 februari 2014


We zijn de evenaar weer gepasseerd en we zijn door de ICTZ (ook wel de stiltezone en de doldrums genoemd). Vroeger lagen hier de zeilschepen dagenlang zonder wind. Mirus heeft gelukkig een werkende motor en na zo'n 80 mijl kregen wij de noordoost passaatwind van het noordelijk halfrond te pakken. De eerste 3 dagen veel regen en wind. Inmiddels is de regen weg maar er staat nog steeds een zeer onrustige zee met veel wind. Ons daggemiddelde is in ieder geval verbeterd. We bevinden ons nu al 29 dagen op de oceaan en hebben nog wel wat dagen voor de boeg. Behalve de dame van Port Control op Ascension eiland hebben we niemand meer gesproken. Het contact dat we met Ainia (de boot van June en Bruce, die momenteel ook hier in dit gebied varen) zouden hebben via de SSB-zender is weggevallen en ook email verzenden gaat super slecht. Het is hier ontzettend moeilijk om een snel station op de wal te vinden die de gegevens kan verzenden. Heel vervelend maar niets aan te doen. Koffie zetten en eten koken is, ondanks ons cardanisch kooktoestel, momenteel een kunst. Het kooktoestel zwiep heen en weer. Het aanrecht doet dat niet. Als we daar iets neer leggen of zetten moet dat met handen en voeten vast gehouden worden. Zo niet, dan ligt dat binnen enkele tellen in de kajuit. We hopen dat de oceaan gauw wat rustiger gaat worden en de wind wel blijft.

Donderdag, 20 februari 2014


38 Dagen vanaf St. Helena naar Martinique, Carieb

We hebben er 38 etmalen over gedaan om van St. Helena naar Martinique te varen, zo'n 3.800 mijlen. Het zuidelijk deel van de Atlantische Oceaan ging niet hard. Het noordelijk deel had veel wind, regen  maar ook veel golven. Gelukkig ging de dagafstand van Mirus wel wat omhoog maar het was beslist niet waar we op gehoopt hadden. Nu liggen we hier bij Le Marin (zuidwest Martinique) op ons anker en genieten even van alle rust. Geen golven, geen regen, lekker eten op de wal en een volledige nachtrust zonder wacht.

Donderdag, 27 februari 2014


Even een heel kort berichtje

Alles gaat goed met Mirus. We liggen nu voor 4 dagen op de kant voor onderhoud. We hebben verschrikkelijk veel aangroei onder de boot. Dat moet weg! Verder is het internet slecht. We hebben hier op het kantoor van de jachtwerf even 10 minuutjes tijd gekregen om op internet te zijn. Vandaar dit kleine berichtje.

Zondag, 2 maart 2014


Aangroei aan de boot

In Martinique aangekomen constateerden we dat ons schip helemaal begroeid was met mossels. Zowel onder als boven de waterlijn. Ook de zijkanten, zowel aan stuur- als bakboord, de delen die de gehele reis vanaf Zuid Afrika tot aan Martinique in het water hebben gelegen, zijn begroeid. De mossels zetten zich vast met een witrose stengel van 2 millimeter dik en 2 à 3 centimter lang. Aan het einde van de stengel zit een wit met roze mossel. Eigenlijk is het best wel een mooi beestje maar niet aan de onderkant van onze boot. Vermoedelijk is dit een diertje dat het goed doet in de Atlantische Oceaan.  Toen wij in 2010 vanaf de Kaap Verdische eilanden naar de Antillen voeren hadden we ook deze aangroei maar beduidend minder. Die reis was dan ook 3.000 mijl korter. We konden hier in Le Marin gelukkig binnen een paar dagen de kant op en inmiddels zijn alle mossels verwijderd en heeft Mirus twee nieuwe lagen antifoulling. We hebben een paar dagen heel hard gewerkt en hopelijk helpt dit om de rest van de reis deze beestjes niet meer aan de boot te krijgen. Morgen gaan we weer het water in en kunnen we verder genieten van ons zeilersleven.

Genoeg voedsel aan boord?

We krijgen vaak de vraag of we voldoende voedsel en zo aan boord hadden want de reis duurde nogal lang. En ja, en hadden voldoende. We kunnen nog wel zo’n 2 à 3 weken varen maar de keuze wordt wat minder. Ook het water begon op te raken maar gelukkig hadden we nog een paar reservetanken.  Inmiddels is de tank weer gevuld, alle was weg gewerkt en de boel weer schoon gemaakt. De supermarkt is hier om de hoek en we kunnen weer nieuwe voorraden gaan inslaan.

Vrijdag, 7 maart 2014


St. Pierre

Vanuit Le Marin zijn we met een lekker zeilwindje naar St. Pierre gevaren, NW Martinique. Hier lagen we 2 dagen op ons anker aan de voet van de Mont Pelée, de hoogste berg van Martinique. De Mont Pelée heeft in 1902 een eruptie gehad waardoor de oude hoofdstad St. Pierre totaal werd verwoest. Behalve een gevangene in de toenmalige gevangenis heeft geen enkele inwoner deze uitbarsting overleefd. Enkele ruïnes van de oude stad zijn nu nog te bezichtigen. Erg mooi zijn ze niet, we hebben er zelfs geen foto´s van gemaakt. De omgeving is echter prachtig.


In St. Pierre hebben we ook uitgeklaard. Martinique is echt het land waar het gemakkelijkst in- en uitgeklaard kan worden. Meestal is vlak bij de haven ergens een klein bureautje. Daar staat een computer en via de computer moeten enkele gegevens ingevuld worden. Men print het, men krijgt een handtekening van de dienstdoende medewerker en dat is het. Zelfs het paspoort krijgt geen stempel.

Roseau, Dominica

In de Carieb kan men van eiland naar eiland hoppen. Na de nieuwe antifoulinglaag die we op Mirus hebben aangebracht glijdt zij weer lekker door het water en  maakt zij goede voortgang. Wij zijn gisteren naar Dominica gehopt. ´s Morgens vroeg vertrokken en rond 14.00 uur daar. Tijd genoeg om nog in te klaren en wat rond te kijken.

We liggen bij het Anchorage hotel op een mooring. Het is tot de kant toe vrij diep en moeilijk te ankeren. Voor niet te veel geld kunnen we een mooring huren. Daar liggen we nu rustig achter te dobberen. In Martinique reden de auto’s zoals in Europa aan de rechter kant van de weg. Ook betaalden we met de euro. Hier rijden de auto’s weer links van de weg en betalen we in Eastern Caribbbean dollars of U$ dollars. Dat wisselt per eiland.

Zondag, 9 maart 2014


Dominica

Gisteren een tochtje over het eiland gemaakt.  Dominica is mooi en groen. Op dit moment regent het vrijwel iedere nacht en het is warm.  Het heeft 9 vulkaantoppen waarvan er nog 4 werken. Het eiland is overdekt met regenwoud. Het heeft heel veel watervallen en diverse warmwaterbronnen.

Samen met het Duitse koppel Horst en Brigitta hebben we een lange wandeling door het regenwoud gemaakt naar de Middleham Falls.  Daar zijn onze beentjes niet meer aan gewend en nu hebben we spierpijn. Maar het was weer een mooie tochtje en goed voor onze conditie.
Verder  hebben we de Trafalgar Falls bezocht en de Titou Gorge Falls. De laatste Falls (watervallen) waren het mooist. Watervallen hebben we eigenlijk al voldoende gezien. We zijn in de loop van de afgelopen 4 jaar verwend en niet zo gauw meer ergens van onder de indruk. Eigenlijk jammer. Maar de Titou Gorge Falls waren indrukwekkend. Zwemmend door een smalle grot met heel koud kwamen we bij de enorme waterval. Met veel geweld spoot de waterval de grot binnen. Terug bij de ingang kwam uit een andere stroompje een straal met warm water. Hier konden we weer opwarmen. Helaas konden we geen foto’s maken. Het toestel kan niet onder water.

Zaterdag ,15 maart 2014

Op Les Saintes, N 15.52.080 en W 061.35.200



Onze winddisplay

In Zuid Afrika (Simonstown) hebben we een nieuwe winddisplay gekocht. De oude werkte niet meer. De nieuwe winddisplay leek te werken maar toen we op weg waren naar Kaapstad deed de display het slechts voor 10 minuten en gaf het op. Wat we ook geprobeerd hebben, hij gaf alleen de eerste paar minuten de windsnelheid aan. Verder niets. In Kaapstad hadden we geen tijd dit probleem na te laten kijken want we moesten weg. Onze visum was verlopen. De hele reis vanaf Zuid Afrika tot Dominica heeft het display niet gewerkt en hadden we geen windsnelheid en geen windaangever. Erg lastig, vooral de windaangever is belangrijk want de zonnetent neemt het zicht van de windaangever in de top van de mast weg. Ook in het donker tijdens het zeilen en reven van de zeilen is een windaangever erg prettig.  En dan, als we op weg gaan naar Ruperts Bay in het noorden van Dominica blijkt de windsnelheidsmeter ineens de snelheid aan te geven. Helaas deed windaangever nog steeds niets.  Als we de meters bij onze volgende trip naar Les Saintes weer aanzetten doet én de windsnelheidmeter én de windaangever het.  Wij begrijpen hier niets van maar het werkt weer. Wie dit wel begrijpt mag het ons vertellen, het is ons een raadsel.


Prince Rupert Bay, Domica

Een paar dagen in Prince Rupert Bay gelegen, in het noorden van Dominica. Hier de Indian River met een gids bezocht in de hoop de nationale vogel - de papegaai - te zien. Het was een mooi tochtje maar de papegaai hebben we wel gezien in de vlag van Dominica maar niet tijdens ons tochtje over de rivier. 

Op woensdag en zaterdag is in de baai een zeilersbarbeque, een gezellig evenement met veel rumpunch en een barbeque. We hoeven zelf niets te doen, alleen drinken en eten. Het vlees, de vis, rijst, salade en rumpunch wordt verzorgt. Erg fijn want we hebben geen vrieskist aan boord en in de winkels in Dominica is erg weinig te krijgen. Het eiland is al 25 jaar zelfstandig en erg arm. Dat is dan ook duidelijk in de winkels te merken. 

Les Saintes

We zijn nu in Les Saintes, een klein eilandengroepje ten zuiden van Guadeloupe. Deze eilanden zijn Frans en dat is een heel verschil van Dominica. Er is weer lekker eten in de winkel te koop, de winkels hebben mooie kleding,  het stadje ziet er mooi uit en er zijn veel eethuisjes.  Het is hier goed toeven.

Zaterdag, 22 maart 2014

Op Nevis, N 17.09.011 en W 062.37.838

Via Pigeon Island en Deshaies op Guadeloupe en het het eiland Montserrat hoppen we verder naar Nevis.  Op alle tussenstops liggen we wel een paar dagen. Bij Pigeon Island snorkelen we tussen de vele schildpadden die daar zitten.  Verder is het erg warm, we luieren veel. Het is te warm om wat te gaan ondernemen.




Montserrat

Ondanks zijn bescheiden afmetingen (5 bij 9 mijl) ziet dit eilandje toch kans een zichtbare actieve vulkaan op te stoten van bijna een kilometer hoog. Eeuwenlang dacht men dat de vulkaan dood was. Maar de reus sliep slechts en ontwaakte in 1995.  Het grootste deel van de bevolking van de hoofdstad Plymouth verhuisde naar de noordwestkant van het eiland. Later vernietigde uitbarstingen het stadje en de enige landingsbaan, en daarmee de economie. Het grootste deel van de bevolking is vertrokken naar Engeland waar het eiland bij hoort.

Montserrat ligt op 40 mijl varen van Guadeloupe. Wij varen naar de noordwestzijde van het eiland waar nu nog een paar duizend mensen wonen.  Dit is een mooie ankerplek om de nacht door te brengen om vervolgens naar het 35 mijl verder gelegen Nevis te gaan. De pilot geeft aan dat de ankerplaats aan de zuidzijde nogal onrustig kan zijn. We besluiten daarom niet in en uit te klaren maar daar een nachtje illegaal te ankeren en te slapen. Om 6 uur de volgende dag staan we alweer buiten ons bedje om naar Nevis te gaan. Er zijn er meer zeilers die op dit idee gekomen zijn. Eenmaal in Nevis zien we weer een paar bekende boten liggen.

Pinney’s Beach,  Nevis

We liggen nu op Pinney’s Beach, een kwartier vanaf Charlestown met de bijboot. Daar moesten we heen voor het inklaren en de nodige boodschappen. Charlestown is een klein stadje met veel oude gebouwen. Behalve de nodige kantoortjes van de officials en een kleine supermarkt hebben we nog niets gezien. Dat komt de komende week wel weer.

Nevis en St. Kitts

Nevis was niet echt bijzonder. Aan het strand een paar eethuisjes en een resort. In het stadje viel weinig te beleven en het was vaak een nat ritje met de bijboot. Na 2 dagen weer verder gegaan naar St. Kitts. St. Kitts heeft een grote cruisebotenterminal en daaromheen is een belastingvrij dorpje gebouwd. Heel veel juweliers, drankwinkels en T-shirtverkoop, alles zonder belasting maar niet mooi. Op de ankerplaats lagen we erg onrustig op de golven te schudden en ook daar zijn we niet lang gebleven.

Op St. Eustatius, N 17.28.808 en W 062.59.383

St. Eustatius

Vanaf 27 maart t/m 31 maart  lagen we op St. Eustatius, ook wel Statia genoemd. Tot 10-10-2010 was dit een onderdeel van de Nederlandse Antillen.  Nu is het samen met Bonaire en Saba een integraal onderdeel van ons Koninkrijk en behoort het tot Caribisch Nederland.  De nationale vlag is onze eigen Nederlandse vlag. Het is vreemd hier Nederlandse gastenvlaggetjes in het want van de bezoekende zeilbootjes te zien wapperen.

Tweehonderd jaar geleden was dit eilandje het handelscentrum van West-Indië en had de bijnaam “de Gouden Rots”. Er lagen 100 tot 200 honderd zeilboten voor anker. Van over de hele wereld waren hier goederen te koop zoals zilver, goud, slaven, geweren, suiker, tabak, katoen, huishoudelijke waren en fijn handwerk. Vandaag de dag merk je hier niets meer van de vroegere drukte. De pakhuizen aan de zeezijde zijn nu ruïnes. 
Er staan nu 2 hotelletjes, 2 duikshops, en een souvenierswinkeltje. In het dorp (Oranjestad) boven op een rots staat een gerestaureerd fort en een paar oude koloniale huizen. De koloniale huizen moeten ook hoog nodig gerestaureerd worden. Zo niet, dan zijn dat over een 10-tal jaren ook ruïnes en is er nog weinig wat het dorp aantrekkelijk kan maken. Er zijn weinig mensen. Veel huizen zijn onbewoond en de huizen van de oorspronkelijke bevolking hebben hoognodig een verfkwast nodig. Heel jammer, het had een mooi stadje kunnen zijn.

 Woensdag, 2 april 2014


Op 1 april aangekomen op St. Maarten. We worden hier vriendelijk verwelkomd door een vertrekker van het jaar 2010, de Bodygaurd. Wij zijn ook in 2010 vertrokken. Het is leuk  weer bekenden tegen te komen.
Na ingeklaard te hebben aan de Nederlandse zijde (de ene helft van St. Maarten is Nederlands, de andere helft is Frans) zijn we naar de lagoon gevaren. Daar hebben een nachtje gelegen en en zijn vervolgens weer naar buiten gegaan, naar de Simpsom Bay. Binnen in de lagoon was slechte ankergrond, ondiep, weinig wind, muggen en druk. De hele kant is vol gebouwd met jachthavens voor hele grote boten. Nu liggen we weer lekker in een ankerbaai, buiten de lagoon. 

Dinsdag, 8 april 2014


St. Maarten en St. Martin

Een eiland, twee landen. Het eiland is slechts 37 vierkante mijlen maar verdeeld tussen 2 landen te weten: Nederland en Frankrijk. De legende verteld dat de Nederlanders en de Fransen beiden het eiland claimden. Ze hebben hier echter geen oorlog over gevoerd zoals vroeger gebruikelijk was. Ze hebben een Fransman met een fles wijn  en een Nederlander met een fles gin in het midden van het eiland gezet. De ene man liep naar het westen en markeerde daar de grens, de andere naar het oosten en markeerde daar de grens. Het Franse deel is iets groter geworden dan het Nederlandse deel. De gin was sterker dan de wijn en dat heeft daar vermoedelijk invloed op gehad.

Druk en groot

In de marina's van Simpson Bay Lagoon liggen ontzettend veel grote boten. Tijdens het Happy Hour bij de St. Maarten Jachtclub is het een spektakel om de megajachten door de brugdoorgang te zien komen en gaan. De doorgang is 17 meter breed en dat is echt niet zo smal maar sommige boten hebben 10 man personeel nodig om de boot van de brugmuren weg te houden. Iedere mannetje heeft dan een stootbal langszij om de boot vrij van krassen te houden.

Onderhoud aan Mirus

Wij zijn druk met onderhoud aan Mirus. We hebben een kapotte dynamo. We hoopten deze hier te kunnen laten repareren maar helaas lukt dat niet. We hebben nu een nieuwe in bestelling bij Electec. Het toeval wil dat dit het bedrijf is van de zwager van Marjon en Niek Visscher.
Verder liggen er nog allerlei klusjes te wachten waar we nu de tijd voor hebben. Onze volgende trip naar de Azoren zullen we pas in mei gaan doen en we hebben   nu gelukkig tijd om rustig te wachten.  Niek en Marjon komen ook nog deze richting uit en die hopen we hier te ontmoeten. Het lijkt hier gezellig te worden.

Vliegveld


Vanuit onze ankerbaai kijken we rechtstreeks op het Prinses Juliana vliegveld. Hier landen dagelijks de nodige vliegtuigen. Het lawaai valt goddank mee en het is leuk om de KLM-vliegtuigen te spotten. We vervelen ons voorlopig nog niet.

Zondag, 20 april 2014

Nog steeds in Simpson Bay, St. Maarten

Klusjes

De dynamo is aangekomen, is geïnstalleerd  en doet het. Een fijn gevoel dat dat ding weer werkt. Op weg naar de Azoren is er een stuk met vaak weinig wind (op de paardenbreedtes) en dan zullen we best wel eens stroom moeten draaien en daar hebben we een goed werkende dynamo bij nodig. Ook de meeste andere kleine klusjes zijn gedaan. We luieren weer en doen niet veel.

De lagoon loopt leeg

In de lagoon lagen, toen wij hier aankwamen, heel veel grote jachten. Maar nu, drie weken later, zijn de meeste jachten vertrokken. Het was een leuk spektakel al die jachten uit  de lagoon te zien komen en te zien vertrekken. Helaas zeilen ze weinig en dat is jammer.

St. Maarten is het Caribische eiland van de Heineken Regatta

Zelden hebben we zoveel reclame van onze Nederlandse bierbrouwer Heineken gezien. Wel valt het ons op dat Heinekenbier overal  te koop is, zelfs op de Marquesas eilanden.  En de Marquesas eilanden (Frans Polynesië) zijn echt heel ver weg van de bewoonde wereld. Het eerste bekende wat we daar zagen waren ook Heineken bierdoppen. Hier zien we de doppen niet liggen maar wel heel veel reclame. 

Vrolijk Pasen

We hebben onze eitjes al gekookt. Daar gaan we wat lekkers van maken. Verder zit ik met een ontstoken voet op de bank. Vannacht - meestal slaap ik dan - heb ik nog een half uur in heet water met Biotex gezeten. Dat is net als vroeger in sodawater en als ik dat in de nacht doe dan betekent het dat het pijn doet. Vanmorgen nogmaals gedaan. Hopelijk helpt het.

Zaterdag,26 april 2014


Toeristische tripjes

Afgelopen week waren Niek en Marjon Visscher samen met de broer van Niek met zijn vrouw en dochter een paar dagen op bezoek bij de zus van Marjon hier in Simpson Bay. Zij hadden een mooi appartement gehuurd met zicht op onze ankerbaai.
Woensdagochtend verrasten zij ons met een bezoekje. Ze hadden een bootje (Ellebelle) van hun zwager meegekregen en kwamen ons ophalen voor een trip door de lagoon naar Marigot, een klein dorpje aan de Franse zijde. Ellebelle liep hard en het was leuk eens met een snelle boot rond te scheuren. Wel hopen wij dat we niet herkend zijn. De voor anker liggende boten zijn meestal niet zo blij met hard rondscheurende motorbootjes.

Marigot is een leuk, toeristisch plaatsje. Natuurlijk veel soevenierswinkeltjes en restaurantjes maar dat hoort nu eenmaal bij St. Maarten. Dit is een heel toeristisch eiland en de meeste mensen van St. Maarten leven hiervan. 
Voor de volgende dag werd een busje gehuurd en met Niek als chauffeur en Marjon als reisleidster zagen wij een paar prachtige plekjes op het eiland. De Franse zijde van St. Maarten is naar onze mening mooier dan de Nederlandse. Aan de Franse zijde zijn prachtige baaitjes met hagelwitte stranden en een felle blauwe zee met witte schuimkoppen op de golven. Bij het strand veel eethuisjes, barretjes maar ook prachtige cactussen en hier en daar een leguaan.
  
Ook Philipsburg - de hoofdstad van de Nederlandse zijde - bezocht. Philipsburg is eveneens erg toeristisch. Aan de kade lagen 5 cruiseschepen maar er kunnen er 8 liggen. Wat een  mensenmassa moet daar uitkomen. Eenmaal weer in Simpson Bay nog even naar het zwembad bij het appartement en daarna heerlijk onder de warme douche in het appartement. Dat is toch wel wat beter dan onze douche op Mirus. De dag afgesloten met een heerlijk diner.

Inmiddels zijn Niek en Marjon weer vertrokken. Zij gaan samen met de broer, schoonzus en nichtje nog een weekje rondvaren bij de BVI’s en komen daarna weer terug. We hebben een paar leuke en gezellige dagen met hen en hun familieleden doorgebracht.

 Donderdag, 8 mei 2014


De Carieb verlaten

Vrijdag, 2 mei 2014 zijn we vanaf St. Maarten vertrokken richting de Azoren. De weerberichten gaven voor een paar dagen een redelijke wind uit een goede hoek en daar wilden we gebruik van maken. Het was wel jammer, Marjon en Niek zouden nog even een paar dagen op St. Maarten terugkomen en het was leuk geweest nog wat tijd met hen door te brengen. Maar we moeten verder, naar de Azores is het zeker 2400 mijlen varen. Eerst dient men omhoog te varen richting de Bermuda's, daarna afbuigen naar de Azores. In feite is dit een omweg maar volgens de boeken is het wel de beste weg. Ook ontdekkingsreiziger Columbus schreef dit in zijn verslagen enige eeuwen gelden. Na de Azores komen er nog eens zo'n 2000 mijlen en we willen half juli weer in Nederland zijn. We moeten dus een beetje doorgaan en hebben niet veel tijd om te treuzelen.

De eerste paar dagen hebben we inderdaad een lekker windje gehad en we schoten lekker op. Inmiddels is de wind minimaal. Soms motoren we, soms zeilen we. Columbus en de boeken hebben het ook over de paardenbreedtes waar we doorheen moeten. Dit is een windstil gebied op het noordelijk halfrond en vroeger, toen de zeilschepen nog geen motoren hadden, was men vaak genoodzaakt hier hun nog levende paarden te doden en op te eten om nog wat voedsel te hebben. Helaas staat nergens op welke graden die paardenbreedtes zijn en aangezien we op de oceaan internet niet kunnen raadplegen weten we niet of wij daar nu in zitten of niet. Het maakt niet veel uit. Duidelijk is dat er zeer weinig wind is en we nu heel langzaam vooruit komen.

Zondag ,18 mei 2014


De SSB-zender en het weer
  
Onderweg komen onze weerberichten binnen via de SSB-radiozender. Op de Zuid Atlantische Oceaan vroegen we geen weerberichten meer op. Een bericht ontvangen kostte ons minstens 3 kwartier en gezien ons zendtijd (1,5 uur per week) kom je daar niet ver mee. Daar bewaarden we onze zendtijd voor eventuele noodgevallen. Het weer was er ook vrij constant en het leverde niet veel moeilijkheden op. 

Nu varen we op het noordelijk halfrond en het verzenden én ontvangen via de zender gaat super goed. Een weerbericht is meestal in 3 tot 5 minuten binnen. We kunnen  iedere dag de weerberichten opvragen en dat is wel zo prettig. We moeten de windverwachtingen goed in de gaten houden. We zitten nog 660 mijlen vanaf Horta en hebben alle soorten wind en weer gehad. Wind vanuit het noorden, oosten, zuiden en westen en vanaf 0 knopen tot 45 knopen. De laatste drie dagen hebben we twee stormen over ons heen gehad. Volgens boten in onze omgeving, waar we contact mee hebben via de SSB-zender, hadden we in die stormen windvlagen van 40 tot 45 knopen. Aangezien onze windmeter weer kuren heeft kunnen wij dat niet beamen maar we geloven het zeker. Het poeierde en we voeren met 3 reven in het grootzeil en de fok een beetje ingerold. Inmiddels is de wind weer flink afgenomen en vermoedelijk moet morgen de motor weer bij. Dan is er geen wind meer.

We hadden gehoopt deze trip in 20 etmalen of minder af te leggen. Dat zit er niet in. Het zal iets langer worden maar het eind is in zicht. We houden de moed er maar in en gaan vrolijk verder. 

Dinsdag, 20 mei 2014

Zeilboot Cheeki Rafiti is vermist

De zeilboot Cheeki Rafiti (12 meter) is tijdens de oversteek van de Carieb naar Europa vermist. Op dat moment stond er 50 knopen wind. De boot had bericht verzonden dat er water binnenkwam. Daarna is er niets meer van ze vernomen. De romp van de zeilboot is vermoedelijk waargenomen door een vrachtschip. Er was geen teken van leven in de nabije omgeving. Hopelijk zijn de 4 opvarenden in een reddingsvlot gestapt en worden alsnog gevonden. Er wordt nog naar ze gezocht. 

Aangezien nare berichten snel de ronde doen zenden wij dit bericht. Het betreft niet MIRUS. Mirus heeft de stormen goed doorstaan. Momenteel varen we op de motor en er is geen wind. De verwachting is dat we tot de Azoren zonder wind zullen zitten. We denken voldoende diesel te hebben en daar over een paar dagen in gezondheid aan te komen.

28 Mei 2014

De bemanning van Cheeki Rafiki is tot op heden niet gevonden. Het reddingsvlot is op het wrak gevonden. De zeilers zijn vermoedelijk verdronken.

Maandag, 26 mei 2014


Azoren

Gelegen in de Atlantische Oceaan, tussen Europa en Noord Amerika, liggen de Azoren uitgespreid op de hoogte van Lissabon. De geschiedenis van de Portugezen op de eilanden begint, in 1427, met de ontdekking van de eilanden Santa Maria en Sao Miguel. Gedurende de 16e en 17e eeuw groeide dit archipel dankzij zijn geografische ligging uit tot een van de knooppunten van de scheepvaart tussen Europa, het Oosten en Amerika. In die tijden werden in de zeeën rond de Azoren belangrijke zeeslagen geleverd waarbij de eilanden aanvallen ondergingen van kapers en zeerovers.

Onze tocht naar de Azoren (naar het eiland Faial) duurde in totaal 22 dagen. We hebben in totaal 2440 mijl afgelegd en hebben allerlei soorten wind gehad. Windstiltes, weinig wind en helaas ook storm. We zijn er gelukkig zonder al teveel schade door gekomen. Onderweg ontmoetten wij veel dolfijnen en het stikte in de oceaan van de Portugese oorlogschepen (kwallen). Ook zagen wij weer diverse keren walvissen. Gelukkig op grote afstand. Zeerovers en kapers zijn hier niet meer.

Het eiland Faial met het havenplaatsje Horta

Wij liggen sinds enkele dagen in Horta, de meest kleurrijke jachthaven van de wereld. De jachten komen uit alle hoeken van de wereld. Voordat men weer vertrekt laat de bemanning van elk jacht op de havenmuur een muurschiildering als aandenken na. Een regenboog van kunst en verbeelding. Het stadje is mooi. Straten vol witte, goed onderhouden huizen, pleinen met fleurige parkjes. Hier genieten we weer even van de rust van een jachthaven.

Zaterdag, 31 mei 2014

Klimaat

De Azoren genieten het hele jaar door van een gematigd klimaat zonder grote jaarlijkse schommelingen in temperatuur. De dagtemperatuur ligt op een jaarlijks minimum van 14 graden tot een aangename 24,8 graden in augustus. Wij slapen hierdoor weer onder een dekentje. Het is niet te warm om wat te wandelen en niet te koud om lekker op een terrasje te zitten.

Muurschildering

Een hele dag druk geweest met de muurschildering te maken. Het resultaat mag er wel zijn. Echt creatief zijn we niet geweest niet maar het is duidelijk dat Mirus op de Azoren is geweest.

Autootje gehuurd

Om Faial goed te kunnen bekijken moet je een auto huren. Dat hebben we gedaan. Faial  is een aquarel met drie hoofdkleuren. Het frisse groen van het gras en het donkere groen van de bossen met Japanse ceders, de witte huizen en het wit en blauw van de hortensia’s. Het staat bekend om zijn kilometers lange hagen van hortensia´s  die afsteken tegen de groene velden en versmelten met de lucht en de zee. Helaas zijn nog niet alle hortensia´s in bloei maar ondanks dat genieten wij toch van de vele bloemen die het eiland rijk zijn.We maken een wandeling  naar de top van de Caldeira, die een grote mosgroene krater verborgen houdt en  vervolgen onze weg naar de vulkaan dos Capelinhos met de intense kleuren van het donkergrijze vulkaanas, waar na veel jaren nog steeds geen planten groeien. Onderweg lekker lunchen in een klein restaurantje. We schoten het restaurantje bijna voorbij maar er zijn bijna geen andere weggebruikers. Op de smalle weggetjes kun je gemakkelijk even terug rijden. Dit was noodzakelijk. We hadden honger en er zijn weinig restaurantjes.

Woensdag, 4 juni 2014


Angra do Heroísmo – World Heritage City

Een haven waar vroeger galjoenen, zwaarbeladen met specerijen, goud en zilver, voor anker gingen.  De rechte straten van de stad voeren ons terug naar de 16e en 17e eeuw. Het blokkenpatroon van de vlakke groene velden, met de silhouetten van de melkkoeien. De levendige, opvallende keuren van de kapelletjes steken af tegen de witte huizen.
Als eerste voorbeeld van Europese stedenbouw van de 16e eeuw in het midden van de Atlantische Oceaan, is Angro do Heroísmo op de Werelderfgoedlijst geplaatst. Vanwege straten die de architectuur bewaren van lang vervlogen tijden. Vanwege de kerken, paleizen en musea en de dikke muren van het fort dat ooit de stad en de haven verdedigde tegen  aanvallen van zeerovers.

In de jachthaven

Net zoals in Horta liggen hier allerlei zeilboten uit alle delen van de wereld. Naast ons ligt een Frans echtpaar. Zij zeilden vanaf Miami naar de Azoren en laten de boot hier een paar maanden liggen. Zelf  vliegen ze terug naar Frankrijk. Wij varen daar wel bij. Toen we aankwamen werden we voorzien van een paar kilo zwaardvis. De buurman had de gehele weg vanaf Miami gevist maar niets gevangen. Twee mijl voor ze hier op Terceira binnen liepen hadden ze een zwaardvis van 2 meter aan hun lijn. En het lukte hen deze binnen te halen. Iedereen aan de steiger eet nu zwaardvis. Deze mensen gaan morgen naar huis en hebben er zelf niet zo veel aan. Verder krijgen wij alle overige verse levensmiddelen van hen. De boodschappen hier zijn niet duur maar op deze wijze kost het helemaal weinig.

Ook ontdekten we in de jachthaven de boot "Zeilen ". Met dit waarschip is Henk Bezemer jaren geleden naar de Azoren gevaren zonder navigatie-apparatuur. Op dezelfde foto ligt nog een ander Nederlands  scheepje, de "Popeye". Van wie deze boot is weten we nog niet.

Vrijdag, 6 juni 2014


Op een terrasje bij de haven

Twee dagen geleden ontmoetten wij Fons en Ted (Margaret) Rademakers uit Tilburg op een terrasje. We raakten aan de praat en Fons en Ted wilden onze site wel eens bekijken. Dat vinden we altijd leuk en zij kregen ons adres. Gisteren zagen wij ze weer en we hebben nu gezellig een biertje op Mirus gedronken. Fons vertelde me dat ons vaarplan niet geheel juist op de site was beschreven. En ja, dat klopte. Het is er ooit eens opgezet maar later niet veel aangepast. Inmiddels heb ik een halve dag zitten prutsen met de computer en het vaarplan aangepast. Hopelijk is Fons er tevreden over. Zie het aangepaste vaarplan onder de pagina: Waar zijn we geweest?

Donderdag, 12 juni 2014


Straatstiergevecht in Angra do Heroísmo

Onze laatste avond in Angra do Heroísmo gaan we naar een stierengevecht op straat. Dit is een van de traditionele feesten op de Azoren. Een hele straat in het stadje is afgezet met houten schotten. Hier achter bevindt zich een enthousiaste menigte die komt kijken naar de capriolen van de "tourada à corda”, een stiergevecht op straat, waarbij een stier aan een lang stuk touw vastzit. Dat zelfde touw wordt bemand door 10 mannen, allemaal in zwarte broek en witte kiel.  Zij moeten de stier in bedwang houden als hij te hard van stapel loopt. Voor de stier uit loopt een menigte met niet bange mannen. Deze proberen de stier uit te lokken en kwaad te maken. Zodra ze echter zien dat het beest agressief wordt weten ze niet hoe hard ze moeten rennen of gauw achter de barricades moeten klimmen. Lang niet iedereen komt voor het stiergevecht. Het lijkt slechts een reden om gezellig bij elkaar op de terrassen te zijn, genietend van de koelere avond en lekker bier of wijn te drinken. De stier is vermakelijk maar we vermoeden dat het voornamelijk om de gezelligheid gaat.

Feestvieren betekent ook lekker eten. De traditionele keuken is beroemd om de exotische smaak van de alcatra, - een stoofgerecht dat rijk is aan kruiden-, om bloedworst en om inktvisgerechten. Wij zijn na 3 dagen zwaardvis (1 x gegrilde zwaardvis met pepersaus, 1 x zwaardvis én papillote en 1 x visballetjes met romige mosterdsaus) eten toe aan wat anders en proberen de alcatra. We zullen wel het verkeerde restaurant gehad hebben. Het runderstoofvlees was erg zout en viel helaas tegen. Gelukkig hadden we de avond er voor bij een ander restaurantje wel heerlijk gegeten. Met daarbij een heerlijk wijntje van het eiland Pico smaakte dat verrukkelijk.

De Azoren weer verlaten

Inmiddels hebben we de Azoren weer verlaten en zijn op weg naar Engeland. We zitten momenteel in een hoog luchtdrukgebied. Er staat weinig wind en we gaan niet hard. Maar een tegenstelling tot Jeff, een Engelse zeiler voor ons met de Nyda en waarmee we weer iedere dag radiocontact hebben, kunnen wij meestal nog zeilend vooruit komen. De gribfiles vertellen ons echter dat vanavond onze motor ook aan moet. Morgen draait de wind naar het noordoosten en dat is ook niet helemaal de gewenste richting. Maar er zijn geen stormwaarschuwingen en we zullen wel zien waar we uitkomen.

Zaterdag, 21 juni 2014

Het laatste grote traject

De tocht vanaf de Azoren naar Falmouth in Engeland viel niet mee. Het laatste stuk , zo’n 500 mijl, moesten we kruisen en daar houden zeezeilers niet van.  De afstand bedroeg dan ook 1.376 mijlen. Rechtstreeks zou dat 1.206 mijlen zijn geweest.  We hebben er 11,5 dagen over gedaan en waren erg blij dat we Falmouth net voordat het helemaal donker was konden aanlopen.  Vanaf nu kunnen we in dagtochten naar Nijkerk waar we 19 juli hopen aan te komen.

Falmouth

We liggen aan een mooring bij de Falmouth Visitors Yacht Haven. We kunnen ons eigenlijk niets meer herinneren van Falmouth  en dat is vreemd. Vier jaar geleden zijn we hier ook geweest maar er is vrijwel niets blijven hangen.  Het enige wat we nog weten dat het koud en guur was. We hebben het stadje waarschijnlijk niet bezocht en zijn snel maar La Coruna in Spanje vertrokken. Nu is het prachtig weer en we hebben tijd genoeg om het stadje te bewonderen. Smalle straatjes met heel veel eethuisjes, winkeltjes en enkele terrasjes. Het is gezellig druk en de terrassen zitten vol. We genieten van de zalige temperatuur en de mensen om ons heen.

Dartmouth

Na een paar dagen Falmouth zijn we weer verder gegaan naar Dartmouth, 56 mijlen verder. Aan de oevers van de Dart River staan vele kleine verdedigingswerken uit vroegere tijden. Het is een prachtige rivier.

Wij lagen met Mirus aan een pontoon in de rivier. Aan dezelfde pontoon bleek ook de Pimpernel te liggen van Wim en Emmy Breuk. Jaren  geleden ontmoetten wij dit stel in Schotland. Ook zij hebben ooit de wereld rond gevaren en we hadden dan ook veel te kletsen.
Gelukkig lag de bijboot nog op dek. We moesten net als in Falmouth met de bijboot naar de kant voor de boodschappen,  de jachtclub met de douches en alle andere dingen die we dachten nodig te hebben. Het stadje van Dartmouth is net als Falmouth gezellig en druk. Veel bloemen, trappetjes, een mooi park en mooie huizen.

Na een paar dagen genoten te hebben van Dartmouth vertrekken we gelijktijdig met Pimpernel verder naar het oosten. Pimpernel gaat nog even genieten van de Solent maar wij slaan dat traject deze keer over. Wij varen weer een nachtje door naar Eastbourne, een stuk van 164 mijlen. In de loop van de volgende ochtend varen we langs Beachy Head. Altijd als we hier varen hebben we het weer over onze oude leermeesters van het zeezeilen, Anneke en Gerrit Gerritsen. Dit stel heeft ons zo´n 30 jaar geleden de grondbeginselen van het zeezeilen bijgebracht. Toen lagen we samen met Anneke en Gerrit in Boulogne (Frankrijk)  en wilden naar Brighton (Engeland). Zij drukten ons op het hart om vooral te gaan motoren als we niet hard genoeg liepen omdat er bij Beachy Head veel stroom zou staan. Deze kaap zou dan lastig te ronden zijn. Wij hadden wel goed geluisterd maar eenmaal in de buurt van Beachy Head liepen we best nog lekker en dachten wel aan de wijze lessen van Gerrit en Anneke maar bleven ondanks dat gewoon zeilen. Dat kwam ons duur te staan. Laat in de middag en ook laat in de avond zagen we nog steeds de vuurtoren van Beachy Head. We kwamen er maar niet langs. Uiteindelijk hebben we de motor  wel gestart en hebben toen het laatste stuk naar Brighton gemoterd waar we laat in de nacht aankwamen. Deze keer hebben we zo´n 15 mijl vóór Beachy Head de motor gestart. De stroom zou ook  nu tegen komen te staan en aangezien we voor donker in Eastbourne wilden zijn leek ons dat toch beter. En jawel, rond 15.00 uur liepen we Eastbourne binnen. We hebben slechts 1 uur stroom tegen gehad  dit laatste stukje.

Zondag, 29 juni 2014


De marina van Eastbourne  ligt in een bassin. Omdat het getijverschil hier bijzonder hoog is moeten we sinds lange tijd geleden weer door een sluis. Daarachter ligt het bassin met een zeer moderne jachthaven. Rondom appartementen met uitzicht op de marina, een waterfront met winkeltjes, terrasjes en een grote supermarkt. De liggelden zijn niet goedkoop maar het is een prettige marina om aan te lopen voor of na het ronden van Beachy Head.

Vrijdag, 4 juli 2014


Weer in Oostende

Via Dover  en Duinkerken zijn we naar Oostende gevaren. Grotendeels op de motor. Er is al dagen vrijwel geen wind en als er wind is dan is hij meestal uit de verkeerde richting. Nu liggen we weer in Oostende bij de Royal North Sea YC. Robert, de havenmeester, is hier nog steeds. Hij is duidelijk een paar jaren ouder geworden, net als wij zelf. Maar hij heeft nog steeds humor en  staat vanaf de kade zijn bevelen rond te roepen naar de binnenkomende zeilschepen. Nog even en we zijn weer in Nederland. We blijven hier een paar dagen en gaan dan weer rustig verder. 

Woensdag, 9 juli 2014


Harde noorden wind

De gribfiles gaven voor de komende dagen hele harde noorden wind. Dit bracht ons er toe Oostende eerder te verlaten dan we gepland hadden. Drie windveren op de Noord Zee op de gribfile-overzichten betekent zoiets als 30 tot 35 knopen wind, meestal is het nog meer. Teveel wind om tegen in te willen varen. Zodoende waren we zondagavond, 6 juli 2014, weer terug in Nederland, Scheveningen. De volgende ochtend meteen weer door naar het Noordzee kanaal en naar de Sixhaven in Amsterdam.

Amsterdam, in de Sixhaven

De Sixhaven ligt schuin tegenover het Centraal Station in Amsterdam. Met een pontje ben je zo in de stad. Door de gunstige ligging en de aangename liggelden die hier betaald moeten worden is het een zeer geliefde haven voor veel watersporters. Het is dus DRUK. Gisteren goot het van de regen en de haven liep helemaal vol met boten. Overal lagen ze geparkeerd. Er was eigenlijk geen plekje meer vrij. De havenmeester, eentje nog met een echte havenmeesterpet, had zijn handen vol. Inmiddels is het weer droog geworden en de haven iets minder vol.

Voetbal

Vanavond wordt de halve finale gespeeld tussen Oranje en Argentinië. Iedereen is in de ban van de wedstrijd. Ook wij, we zijn benieuwd wie dit gaat winnen. Nog even, dan weten we het.

Donderdag, 17 juli 2014


Het IJsselmeer

We hebben deze week Volendam, Enkhuizen en Urk bezocht. Overal is het druk. Logisch, het is mooi weer en al heel veel mensen hebben vakantie. Het is leuk weer in deze plaatsjes rond te wandelen en eigenlijk is er niet veel veranderd. De terrasjes zitten vol,  er wandelen heel veel toeristen rond maar het is gezellig. Na de hele wereld rond gereist te hebben genieten we toch ook weer van Nederland. Ook Nederland is mooi en anders dan alle andere landen die we bezocht hebben.

IJsseloog

We liggen bij IJsseloog op het Ketelmeer. Hier is een smalle kreek tussen 2 eilandjes en waar men goed kan ankeren. Het weer is zalig en zo’n tiental bootjes hebben hier vannacht het anker uit gegooid. Dit is een plekje waar je in de avond niets meer hoort behalve snaterende eenden, fuutjes, ganzen, zwanen en fluitende vogels. Af en toe komt er een bootje langs varen maar verder is het stil.’s Morgens worden we weer wakker van de snaterde eenden en zingende vogels. Tijdens ons ontbijt zien we zeker 2 maal een ijsvogel langskomen. Ook die beestjes vinden dit een fijn plekje. Hier genieten we nog even van onze laatste dagen  van deze 4 jaar durende reis. Nog een paar dagen en dan is dit heerlijke leventje weer voorbij.

Maandag, 21 juli 2014


De terugkomst

Zaterdagmiddag, 19 juli 2014 zijn wij teruggekomen van onze wereldreis. Onze familie en vrienden stonden ons, toen Mirus eenmaal uit de sluis gekomen was, hartelijk toe te wuiven en zingen. Het was een leuke verrassing. Onze vrienden hebben er een prachtig feestje van gemaakt en dat zullen we niet gauw vergeten.

De cirkel is rond

We zijn in min of meer een cirkel de wereld rondgevaren een hebben onze droom waargemaakt. Deze cirkel is rond. In totaal hebben we zo’n 38.000 zeemijlen gevaren.  We hebben enorm veel gezien, veel meegemaakt en het was een prachtige reis. We zullen deze reis nooit meer vergeten.

Wat gaan we nu doen?

Ik (Miranda) ga voorlopig weer werken. Henk hoeft niet meer te werken  en gaat Mirus weer goed in de verf zetten en de vele klusjes doen die daar bij horen.
Vaak hebben we leuke reacties ontvangen via de email van mensen die onze site volgden. Deze reacties hebben mij tijdens onze wereldreis geïnspireerd om de site actueel te houden. Ik dank dan ook al die mensen voor hun reacties. Het was leuk om ver weg van huis contact te hebben met volgers van de site.

Miranda Wallet.
www.mirusopreis.blogspot.com